Drie
maanden onderhandelingen tussen de Griekse regering en onze Europese en
internationale partners hebben veel overeenstemming teweegbracht over de
benodigde stappen om jaren van economische crisis achter ons te laten en een
duurzaam herstel in Griekenland te doen ontstaan. Maar ze hebben geen akkoord
voortgebracht. Waarom? Welke stappen moeten we zetten om een levensvatbare,
wederzijds goedgekeurde hervormingsagenda te krijgen?
Wij
en onze partners zijn het al over veel eens. Het Griekse belastingstelsel moet
op de schop en de fiscus moet worden bevrijd van politieke en corporatistische
invloeden. Het pensioenstelsel is zwaar gekwetst. De kredietsystemen van onze
economie zijn kapot. De arbeidsmarkt is door de crisis verwoest en is peilloos
verdeeld, en de productiegroei is vastgelopen. Het ambtenarenapparaat moet
dringend worden gemoderniseerd, en openbare diensten mogen veel efficiënter
worden benut. Verbluffende hindernissen houden de oprichting van nieuwe
bedrijven tegen. Concurrentie op productiemarkten is veel te beperkt. En
ongelijkheid heeft bizarre niveaus bereikt, die de maatschappij tegenhouden om
zich eensgezind achter cruciale hervormingen te scharen.
Los
van deze consensus moet het akkoord over een nieuw ontwikkelingsmodel voor
Griekse twee horden nemen. Ten eerste moeten we het eens worden over de
benadering waarmee de Griekse begroting op peil blijft. Ten tweede hebben we
een begrijpelijke, algemeen goedgekeurde hervormingsagenda nodig die dat peil
onderbouwt en het vertrouwen van de Griekse maatschappij stimuleert.
Om
met het peil van de begroting te beginnen, het probleem dat we moeten aanpakken
gaat over de methode. De Trojka (Europese Commissie, de Europese Centrale Bank
en het IMF) heeft door de jaren heen vertrouwd op een proces van zogeheten
achterwaartse inductie. Ze stellen een datum vast (bijvoorbeeld het jaar 2020)
en een doel voor de verhouding van de nominale schuld tot het nationale inkomen
(bijvoorbeeld 120%) die bereikt moeten worden voordat geldmarkten klaar worden
geacht om tegen redelijke percentages aan Griekenland te lenen. Vervolgens
becijferen ze, onder willekeurige veronderstellingen over groei, inflatie,
opbrengsten uit privatiseringen en zo verder, welke primaire overschotten er
jaarlijks nodig zijn, teruggerekend naar het heden.
Het
resultaat van deze methode is, volgens onze regering, een “bezuinigingsvalstrik”.
Als het begrotingspeil uitdraait op een voorbestemde schuldverhouding die op
een voorbestemd punt in de toekomst moet worden behaald, dan zijn de primaire
overschotten, nodig om die doelen te halen, zo geworden dat het effect op de
privésector de begrote groeicijfers ondergraaft en zo het uitgestippelde
begrotingspad laat ontsporen. Dit is nu precies waarom vroegere
begrotingsplannen voor Griekenland hun doel zo verbijsterend hebben gemist.
Het
standpunt van onze regering is dat die achterwaartse inductie moet worden
opgegeven. In plaats daarvan moeten we een plan uittekenen dat vooruitkijkt en
berust op redelijke veronderstelling over de primaire overschotten in samenhang
met de tarieven van de productiegroei, netto investeringen en de uitbreiding
van de export die de Griekse economie en de schuldgraad in evenwicht kan
brengen. Als dat betekent dat de schuldgraad voor het bruto binnenland product
hoger zal zijn dan 120% in 2020, dan bedenken we slimme manieren om te rationaliseren,
te herprofileren of de schuld te herstructureren – waarbij we het streven in
het achterhoofd te houden om de huidige reële waarde die wordt uitgekeerd aan
de Griekse schuldeisers zo groot mogelijk te maken.
Behalve
dat we de Trojka moeten overtuigen dat onze duurzame schuldenanalyse de
bezuinigingsvalstrik wil vermijden, moeten we een tweede horde zien te nemen:
de “valstrik van de hervorming”. Het vorige hervormingsplan, waarover onze
partners niet te vermurwen zijn, zou niet door onze regering worden “teruggerold”.
Het was gebaseerd op interne devaluatie, loon- en pensioenkortingen, verlies
van arbeidsrechten en prijsstijging door privatisering van publieke goederen.
Onze
partners geloven dat, gegeven het tijdsbestek, deze agenda succes zal hebben.
Als lonen zullen dalen, zal werkgelegenheid groeien. Door erin te snijden,
genees je een ziek pensioenstelsel. En privatisering moet mikken op hogere
verkoopprijzen om de schuld af te betalen waarover velen het (voor zichzelf)
eens zijn dat ze onhoudbaar is.
Daartegenover
gelooft onze regering dat dit programma is mislukt en de bevolking afgemat door
van hervormingen heeft achtergelaten. Het beste bewijs voor deze mislukking is
dat, ondanks een zware daling van lonen en kosten, de groei van de export laag
bleef (het wegwerken van het tekort op de lopende rekening dat uitsluitend te
wijten was aan de ineenstorting van de import).
Bijkomende
bezuinigingen op lonen zal de exportfirma’s niet helpen, die door de
kredietcrisis vermalen zijn. En verder snijden in pensioenen zal de echte
oorzaken van de problemen in het stelsel niet verhelpen (geringe
werkgelegenheid en een overmaat aan zwart werk). Zulke maatregelen zullen
vooral meer schade aanrichten aan het al zo beproefde Griekse sociale weefsel, zodat
het niet de steun kan geven waarnaar onze hervormingsagenda wanhopig snakt.
De
huidige verschillen van inzicht met onze partners zijn niet onoverbrugbaar.
Onze regering ziet ernaar uit het pensioenstelsel te rationaliseren (door
bijvoorbeeld snellere uittreding te beperken), verder te gaan met een gedeeltelijke
privatisering van publieke goederen, de onbeweeglijke lonen aan te pakken die de
kredietcircuits van de economie doen verstoppen, een volledig onafhankelijke
belastingcommissie in het leven te roepen, en ondernemerschap te bevorderen.
Niets
van dit alles betekent dat een gemeenschappelijke basis niet meteen kan worden bereikt.
De Griekse regering wil stappen zetten voor een begrotingspeil dat zin heeft, en
we willen hervormingen waarvan alle partijen het belang inzien. Het is onze
taak om onze partners ervan te overtuigen dat onze verbintenissen veeleer
strategisch zijn dan tactisch, en dat onze logica gezond is. Het is hun taak om
een benadering los te laten die mislukt is.
De oorspronkelijke Engelse
versie van deze tekst op de blog van Yanis Varoufakis vind je hier. Vertaling Marc Kregting.