“It’s better to burn out than to fade away”, zegt het
rock-‘n-roll-cliché. Steve Stevaert deed het allebei, verschillende
keren zelfs en niet noodzakelijk in die volgorde. Hoewel zijn
politieke carrière 27 jaar overspant, stond hij slechts zeven jaar
echt aan de top.
Zijn glorieperiode duurde nog korter. ‘God’ – zoals De Morgen hem omdoopte – was hij nog geen twee
jaar. In mei 2003 sprong hij met het kartel sp.a-Spirit over CD&V
en haalde 23 procent. Dat was ongezien sinds de opkomst van het
Vlaams Blok.
Een jaar later bij de Vlaamse verkiezingen bleef daar nog 19
procent van over. Stevaert gaf toen de fakkel van populairste
politicus door aan Yves Leterme, ook al zo’n politieke komeet die
mogelijk nog minder tijd nodig had om helemaal op te branden.
Enkele maanden voor die verkiezingen van 2004 werd hij op een
fluitconcert getrakteerd tijdens de Pop-Poll-verkiezingen van Humo.
Stevaert zag met al zijn politieke feeling toen al de bui hangen. In juni 2005 ruilde hij de
voorzittersstoel van sp.a voor het gouverneurschap van Limburg.
Stevaert is om meer dan één reden een interessante case. Na de
Agusta-affaire in de jaren ’90 kondigde Louis Tobback het einde aan
van een politieke generatie. Het zou meer nog het einde blijken van
een politiek tijdperk. Stevaert was één van de eerste politici die
de knepen kenden van het nieuwe tijdperk.
De politicus Stevaert sprak in tweets nog voor Twitter uitgevonden
werd. “Socialisme zal gezellig zijn of het zal niet zijn”,
was maar één van de vele uitspraken waarmee hij interviewers en
tegenstanders vloerde. Die uitspraken kwamen niet spontaan. Er werd
hard aan gesleuteld door Stevaert en enkele communicatiemedewerkers.
Als witte raaf onder de socialisten was hij ook de eerste die een
antwoord vond op de ontreddering die het socialisme te beurt viel na
de steile opgang van het neoliberalisme en de val van de Muur. De
toen als ouderwets ervaren verdediging van gemeenschapsgoederen en
openbare diensten herverpakte hij in het gratis-verhaal.
Het sloeg meteen aan. Zeker nadat hij van het gratis openbaar
vervoer in Hasselt een internationaal geroemd succes maakte. Al na
één jaar verviervoudigde het aantal busreizigers. Op het einde
waren er zelfs dertien keer meer gebruikers dan voor de invoering.
Het gratis-verhaal was eigenlijk een herverdelingsmechanisme. Je
biedt mensen een goedkope openbare dienst aan en die wordt betaald
met belastinggeld. Aangezien bemiddelde mensen meer belastingen
betalen, leidt dat tot een herverdeling. Dat effect wordt nog
versterkt doordat armere mensen vaker gebruikmaken van zaken als
openbaar vervoer.
Maar net door er een marketingverhaal van te maken werd het ook
heel kwetsbaar. De ideologische achtergrond werd gemaskeerd. De
bewustmaking rond ongelijkheid of eerlijke belastingen bleef achterwege. Het moest
gezellig blijven. Maar een offensief tegen het dominante neoliberale
discours laat zich niet vatten in 140 tekens.
Dat bleek in 2013, kort na de gemeenteraadsverkiezingen. Toen
stond dit bericht in de kranten: “Het stadsbestuur van Hasselt
heeft wegens besparingen de gratis bussen voor eigen inwoners
afgeschaft. Net zoals in andere steden en gemeenten moeten er in
Hasselt budgettaire inspanningen worden geleverd om de begroting
onder controle te houden. Een aantal besparingen op diverse domeinen
drongen zich op.” Er moest bespaard worden en daarmee was de kous
af. De invoering van gratis werd geontideologiseerd. Daardoor werd de
afschaffing eveneens een puur technocratische beslissing.
Hij zal het wellicht zelf niet graag horen, maar Bart De Wever is op vlak van communicatie een politieke erfgenaam van Stevaert. Hij perfectioneerde de kunst van de oneliner. Als je in Terzake een vraag over de inperking van de werkloosheidsuitkering voorgeschoteld krijgt, antwoord je niet met een ideologisch discours maar repliceer je: “Moeten wij de werklozen met vier appartementen een uitkering geven?” Het is een hol maar dodelijk zinnetje dat daarna door je partijgenoten en aanhangers tot in den treure kan getweet worden.
Stevaert verving de fiere maar verlepte roos van de socialisten
door een klaproos. Zelf leek hij ook op die frêle bloem. Een
klaproos verschijnt op dorre grond maar bloeit maar heel even en
klapt dicht als het weer omslaat. Het is een dieptreurig einde van een talentvolle politicus. Zijn dood, zijn betekenis, maar helaas ook de chaotische en moreel conflictueuze nieuwsdag die dat opleverde, zullen lang nazinderen.
PS: Een nieuwsdag als die van donderdag biedt heel veel stof tot nadenken. Eén ding is wel duidelijk. We hebben sinds een klein decennium sociale media, maar weten er nog niet mee om te gaan. Wie bijvoorbeeld plots schrok van de bagger op Twitter, heeft duidelijk nog nooit een kritische tweet gestuurd over N-VA of over racisme. En ook de finesses van de onschuldpresumptie hebben we nog niet onder de knie. Je bent onschuldig tot het tegendeel bewezen is, maar vermeende slachtoffers hebben eveneens recht op respect en discretie. Soit, we komen er nog op terug.
Wie met vragen zit over zelfmoord, voor zichzelf of voor familie, vrienden, geliefden kan voor een luisterend oor altijd terecht op het nummer 1813 24 uur op 24 of op de chat (elke dag 19-21.30 uur), zie http://www.zelfmoord1813.be/. Je staat er nooit alleen voor.