Colombiaans president Juan Manuel Santos woont op 4 juni 2016 in Havana een topconferentie van Caraïbische landen bij. Voor de man die al zijn politieke kapitaal in een vredesakkoord met de guerrilla-organsatie van de Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia (FARC – Gewapende Revolutionaire Krachten van Colombia) heeft geïnvesteerd, is dit bezoek een uitgelezen kans om een historische aankondiging te doen.
In Havana vinden al sinds 2012 onderhandelingen tussen regering en rebellen plaats. President Santos was al eens in Havana sinds de start van de gesprekken, op 23 september 2015. (zie foto) Hij drukte toen de hand van Rodrigo Londoño, alias Timochenko, hoogste leider van de FARC. Dat historische gebaar bleek een point of no return voor het vredesproces. Toen werd 23 maart 2016 naar voren geschoven voor het definitieve vredesakkoord. Die deadline haalde men niet. Daarom komt Santos’ bezoek aan Havana nu in het vizier als mogelijke datum.
Een vredesakkoord zou het einde betekenen van 52 jaar burgeroorlog in Colombia. Er zijn al stappen gezet in de richting van een akkoord. Zo kondigde de FARC een eenzijdig staakt-het-vuren aan, zette het leger de bombardementen op gebieden onder controle van de FARC stop en gingen beide kampen samenwerken bij ontmijningsoperaties. In mei 2016 geleden kondigde de rebellen bovendien aan dat ze binnenkort al hun kindsoldaten naar huis sturen.
Sinds de start van de onderhandelingen hebben regering en FARC al een akkoord over vier van de zes agendapunten, onder meer over een grote landbouwhervorming, over de drughandel en de vergoeding van de slachtoffers van repressie en verzet.
Als de vijandelijkheden definitief stoppen, moet men het nog eens raken over hoe de bevolking zich hierover kan uitspreken. In het Congres en het Grondwettelijk Hof wordt hierover al een felle strijd gevoerd. Het Grondwettelijk Hof moet zich nog uitspreken over de grondwettelijkheid van een wet die een volksraadpleging over het vredesakkoord regelt.