De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Wat er fout is aan hedendaags kapitalisme

Wat er fout is aan hedendaags kapitalisme

woensdag 13 juli 2011 16:54
Spread the love

Wat er fout is aan hedendaags kapitalisme

Met De Standaard van 13 juli 2011 onder de arm, is het tijd voor een beschouwing op hedendaags kapitalisme. Europa staat namelijk in brand. Na Portugal en Griekenland staan nu ook Ierland, Spanje en Italië voor het vuurpeleton van bange beleggers in staatsschulden. Europa goochelt met tientallen miljarden euro’s noodsteun maar het lijkt nooit genoeg: de financiële markten vrezen dat hun investeringen verloren gaan en slaan luidkeels alarm. Met mogelijk catastrofale gevolgen voor de muntunie.

Eén zinnetje uit De Standaard zet me aan het denken: “Italië heeft een enorme staatsschuld en de economie groeide de afgelopen jaren amper, waarvoor het recent nog op de vingers getikt werd door enkele kredietbeoordelaars.”

‘Kredietbeoordelaars’. Het is hét woord van 2011. Deze onzichtbare mensen blijken vandaag meer macht te hebben dan hele volkeren samengeteld. Op hun woord gaan markten onderuit in paniek en dreigt de Europese Unie te imploderen. Hun waarschuwingen zorgen voor crisisvergaderingen die het Europese noodfonds van 750 naar 1500 miljard euro willen optrekken. (Ter vergelijking: onze eigen politici praatten over 21 miljard euro besparingen – niet toevallig ongeveer het equivalent van onze verliezen tijdens de kredietcrisis van 2008 – en dat valt al moeilijk…)

Het lijkt stilaan duidelijk dat staten best versneld hun staatsschuld afbouwen, want kredietverstrekkers blijken toch niet zo een vrolijke of betrouwbare bende. Maar waarom is die Italiaanse nulgroei zo een enorm probleem? Waarom komt er geen kritische noot op de eis dat landen immer blijven groeien? Staan er dan geen grenzen op de mogelijke groei?

De opkomst van het kapitalisme

Voor ik verder ga, even meedelen waar ikzelf sta. Ik ben een voorstander van vrij ondernemerschap. Ik geef graag mijn klantentrouw aan kleine zelfstandigen die me warm, professioneel en plichtsbewust geven waar ik als klant om vraag. Ik geloof heilig in de meerwaarde van iemand die ervoor kiest een zaak uit de grond te stampen. Verder heb ik geen partijkaart, en die wil ik ook niet. Meer nog, ik noem mezelf sinds jaar en dag links-liberaal (al is het behoorlijk anarchistisch om dit soort liberalisme ook te verdedigen binnen de anarchistische kringen waarin ik me thuis voel). Noem me dus geen tegenstander-per-definitie van een vrije markt. Want zo wil ik niet te boek staan. Maar wat de laatste jaren gebeurt wordt stilaan te gortig om te zwijgen.

Ik zie kapitalisme als een logisch produkt van de tijd waarin het ontstond. In de achttiende eeuw verdedigden John Stuart Mill, Adam Smith en anderen een vrije markt als een antwoord op de machtsmonopolies van vorsten en aristocraten. Mensen moesten in staat zijn om vrij hun eigen fortuin te maken. Het stond in de sterren geschreven dat Louis XIV’s ‘de staat, dat ben ik!’ voor de antireactie zou zorgen die zijn kleinzoon Louis XVI onder de hakbijl van de Franse Revolutie bracht. Deze machtsgreep van de burgerij op de aristocratie stond aan de wieg van de Industriële Revolutie.

En in de negentiende eeuw leek alles mogelijk. Zeker, zuiver is dat niet gebeurd. Arbeiders hadden geen rechten tot de opkomst van de vakbonden. En welke Afrikaan zou toen hebben bedankt voor de Conferentie van Berlijn (1884) die het Afrikaanse binnenland gaf aan de Europese staat die er de vrijhandel kon garanderen? Maar qua groeiconcept bleek kapitalisme onstuitbaar. Deels op kap van Congolese arbeiders kreeg België architectuur, kunst, spoorwegen, electriciteit en status. Ten opzichte van winst stond werkelijke groei. Fabrieken werden groter vanwege open markten en nieuwe produkten. Mensen kochten wat er allemaal aan nieuwigheden kwam, en de welvaart groeide onstuitbaar, terwijl de samenleving een heuse metamorfose onderging. De rest is geschiedenis.

Na de val van de Berlijnse Muur en de instorting van de Sovjetunie, verklaarde het Westen triomfantelijk de eeuwige overwinning van het kapitalisme op het communisme. Sinds jaar en dag geldt het credo ‘er is geen alternatief naast kapitalisme’. Immers: communisme was geprobeerd maar het had roemloos gefaald. En je wilt toch geen allesvernietigende anarchie? Her en der bouwden socialisten een verzorgingstaat uit, maar de vrije markt gold én geldt als de basis van alles.

Grenzen aan de groei?

En nu zijn we 2011. Bijna 3 jaar nadat zowel Europa als de Verenigde Staten zichzelf in stevige schulden hebben gestoken om hun grootbanken te redden van  ‘rommelkredieten’. Terwijl de economieën van beide blokken als gevolg van dit wanbeleid nog steeds wankel staan, plaatsen kranten terug artikels waarin staat dat de bonussencultuur bij banken en beleggers – dé oorzaak van de kredietcrisis – actiever is dan ooit. Als beloning voor hoge winstmarges (ongeacht hoe die bereikt worden) mogen deze heren steevast bedragen naar huis nemen waarvoor arbeiders en bedienden aan de basis meerdere levens lang hard zouden moeten werken. Een fabriek naar een lageloonland verhuizen of duizenden mensen ontslagen ‘verdient’ vaak een mooie premie, want de aandeelhouders hebben hun rendementen beet, en daar gaat het tenslotte om.

Ik ga even terug naar dat voorbeeld van Italië, waarom het een dwingende vinger oplevert als het land een jaar geen economische groei presteert. Volgens mij gaan het Wereld Economisch Forum, de G8, de Wereldbank en nog van die grote economische machtsblokken, het met me eens zijn dat het kapitalisme staat bij groei en valt bij stilstand. Zolang er jaarlijks hoge rendementen kunnen worden behaald en uitbetaald, is er geen probleem en zal een bepaald bedrijf de steun van aandeelhouders blijven aantrekken. Indien de winst terugvalt of tot stilstand komt, vertrekken aandeelhouders naar zonnigere oorden. Dat is voor een bedrijf zo, voor een land, en voor een wereldeconomie.

Maar hoe zit het nu met het groeipotentieel van onze wereldeconomie? Je kan groei halen uit verschillende hoeken:

  • Ofwel heb je nieuwe produkten die iedereen wilt. Eerlijk moeten we zeggen dat wij Westerlingen al meer dan genoeg spul hebben om in onze basisbehoeften te voorzien, en daarnaast komt er niet elk jaar een revolutionaire nieuwe uitvinding. Dus daar hebben we al niks. Marketing praat nieuwe behoeften aan, maar kan ook maar zoveel. En snakken Westerlingen niet stilaan naar meer tijd bij de kinderen in plaats van naar meer arbeidsuren?
  • Of je hebt nieuwe markten. Je kan moeilijk dure produkten slijten in landen waar men straatarm is. En grondstoffen halen we al lang waar we ze weten te vinden. Ook daar dus niks nieuws en bijgevolg geen extra winst. In de groeimarkten China en India roeren de Chinezen en de Indiërs zelf wel in de soep, daar heeft bijvoorbeeld Italië weinig aan.
  • Of je snijdt in de kosten. Dat gebeurt dan ook: massale ‘herstructureringen’, mensen werken voor minder geld, bedrijven zoeken grondstoffen of arbeidskosten waar die het goedkoopst zijn. De reden waarom onze kleren in Bangladesh worden gemaakt. Je kan die truc eenmalig uitvoeren, en dus een mooie extra winst presteren, maar het jaar erna is het effect uitgewerkt.    

Behalve China en India lijkt het er dus sterk op dat onze markten verzadigd zijn, en vervolgens dat de groeimarges terugvallen. Economische kringen reageren op dit besef door met alle mogelijke middelen nieuwe markten te creëren. Het meest uitgesproken voorbeeld is de jarenlange drive om de sector van de openbare dienstverlening te vermarkten. ‘Liberaliseren’ heet dat mooi, als zou het ‘vrij maken’. De ‘liberalisering’ van het openbaar vervoer, de post, energievoorziening, en in sommige landen ook onderwijs en geneeskunde, werd ons verkocht als zou het doorheen eerlijke concurrentie de dienstverlening verbeteren en de prijzen doen dalen. Maar in effect zien we eerder het tegenovergestelde. Electrabel-Suez draait miljardenwinsten maar onze electriciteit is bij de duurste van Europa. De treinen van de NMBS rijden steeds onregelmatiger omdat het bedrijf in stukken werd gehakt om ruimte te maken voor een ‘vrije markt’. Postbodes verdienen tot 200 euro per maand minder dan een paar jaar terug, en duizenden arbeidsplaatsen gaan verloren, ‘want de markt gaat open voor concurrentie’. Is er eender wie die deze evoluties aanschouwt en beweren durft dat hier de prijzen zijn gedaald en de dienstverlening verbeterd? Wat wel hard opvalt zijn de jaarlijkse rendementen voor aandeelhouders en hoeveel geld CEO’s naar huis nemen elke maand. Is dat nu waar we voor kozen?

Kapitalisme kan dus niet bestaan zonder groei. De mens groeit echter voorbij de draagkracht van de wereld. Het is al lang geweten dat indien de twee miljard Indiërs en Chinezen willen leven zoals Amerikanen dat doen, wij zes Aardes nodig hebben, terwijl er maar één beschikbaar is.

Ik moet nu ook spontaan denken aan die promotie in de Colruyt een jaar geleden op Tasmaanse appels. Tasmanië is een eiland onder Australië. Die worden dus vanop 20.000 kilometer afstand per boot naar ons verscheept. Iemand is er dus in geslaagd om een produkt dat al sinds mensenheugnis in de tuin van de buren groeit, goedkoper te produceren aan de andere kant van de wereld, transport inclusief. Niemand betaalt echter de milieuschade die dit transport over 20.000 kilometer afstand oplevert. Die is volledig  door komende generaties te dragen. Een ander voorbeeld is wat de Zwitserse gids zegt in ‘The Age of Stupid’: dat door de Alpen vrachtwagens rijden die Duitse tomaten naar Italië rijden, waar ze worden vermalen, om dan weer terug naar Duitsland te rijden voor verdere verwerking. Ook hier wordt de milieuschade die deze zinloze extra uitlaatgassen opleveren niet doorgerekend aan de huidige consument, maar wel aan de boorlingen van vandaag. Om te kunnen beknibbelen op kosten worden onderdelen van zowat al onze consumptiegoederen overal ter wereld aan de laagste kostprijs geproduceerd en daarna over lange afstand getransporteerd voor assemblage en verkoop.

De logica van dit alles lijkt vermist, maar is eerder oeverloos duidelijk: we hebben vandaag wat Adam Smith vroeg, namelijk de ‘onzichtbare hand van de markt’, het evenwicht tussen vraag en aanbod dat zonder enige interventie van bovenhand de wereldeconomie verder stuwt. Maar vandaag lijkt dit alles op een sneeuwbal die men ooit de berg afduwde, maar die ondertussen is uitgegroeid tot een oncontroleerbare lawine.

Er zit dan ook niemand daadwerkelijk aan het stuur van deze machine. Arbeiders en bedienden zijn mensen als u en ik, die elke ochtend naar hun werk gaan om hun kinderen eten te geven en hun leningen af te betalen. Middenkaders en toplui worden ‘marktconform verloond’ en doen in hun daden niet anders dan wat de concurrentie doet. En die paar echte masterminds en hun lobbyisten doen er alles aan om de oncontroleerbare lawine in beweging te houden, want komt die ooit tot stilstand, dan zwaait er wat voor het hele systeem. Vandaar dat men aanmatigend tegen Italië zegt: ‘je moet blijven groeien!’ Ook al heeft dat land misschien reeds het einde van een gezonde groei bereikt, het idee van stilstand is onmogelijk in te beelden.

Groei zonder functie behalve groei op zich, heet in de geneeskunde ‘kanker’. Je kan het soms ook ‘parasitisme’ noemen. We moeten er geen tekeningetjes bij maken waar de Europese noodsteun vandaan komt. Een bank leent nooit zonder een belofte op winst. Hier valt puur verlies te maken. We willen tenslotte geen herhaling van 2008. Dus kijkt men weer naar de burgers van de Europese Unie. Als de noodsteun effect heeft, is het geld van de burger misschien gered. Gaat het fout, dan komt de factuur bij de democratie terecht. De gevolgen van 2008 zijn nog niet uitgewerkt. De miljarden die vandaag reeds worden bespaard, komen uit pensioenen, uit de sociale zekerheid, uit het onderwijs, uit de socioculturele sector, enzovoort. Die komen niet uit de zakken van de toplui wiens banken ‘too big to fail’ waren. Aan hun rijkdommen wordt enkel geraakt vanuit normale personenbelastingen. Want dat is nog zo een idée fixe van het kapitalisme: niks is zo heilig als privaat eigendom. En eenmaal verdiend is verdiend…

Alternatieven?

Da’s een pakje moeilijker! Als men zegt ‘er is geen alternatief naast kapitalisme’, dan zegt men eigenlijk dat als die kapitalistische lawine eenmaal beneden de berg tot stilstand komt, de schade niet te overzien zal zijn. Want laat ons er geen doekjes om winden: we zijn allemaal een deel van dit systeem, of we dat willen of niet. Al wie niet leeft van afval, doet boodschappen. Die komen van over de hele wereld. Al wie boodschappen doet, werkt binnen dit systeem, of ontvangt steungeld dat enkel kan worden betaald door belastingen, binnen dit systeem.

Simpel voorbeeld, voedselsoevereiniteit. Ooit fundamenteel belangrijk voor elke staat, er in slagen om je eigen bevolking te voeden. Nu produceert België waar het rendabel in is (varkens, iemand?) en voeren we in wat elders goedkoper geproduceerd wordt. Oh wee de dag dat deze carrousel tot stilstand komt zonder alternatieven! Die paar duurzame bioboerderijen kunnen onmogelijk tien miljoen magen voeden. Dus zeker de armste mensen zijn zich best bewust van hun kwetsbaarheid hierin.

Wat niet betekent dat we daarom maar hersenloos aan de kant moeten blijven staan van deze nietsontzienende logica. Het snijdt geen hout dat je appels van de andere kant van de wereld invoert als die hier prima groeien. Lang leve een economie die hier produceert wat die hier consumeert. En vrij ondernemerschap, wat mij betreft ja graag, maar dan in functie van de mensheid, en met een eeuwige verantwoordelijkheid ten opzichte van de leefomgeving en wie na ons komt.

En sociale rechtvaardigheid tenslotte? Zomaar een bedrijfsleider een bonus uitkeren die een arbeider nooit of te nimmer kan verdienen? Het steekt de ogen uit en maakt mensen woedend. Ooit komt boontje om zijn loontje. Het zou die mensen in kwestie sieren dat ze hun oogkleppen afzetten en beseffen dat dit alle redelijkheid voorbij is. Dat ze kijken dat ze wat ze verdienen ook werkelijk ‘verdienen’. Tenminste als men niet in één of andere blinde klassenstrijd aan een telefoonpaal wil bengelen. Want je kan je marketeers wel uitsturen om met slimmigheden je systeem te verkopen, maar ooit zegt het volk ‘genoeg!’ en dan zoekt rechtvaardigheid zijn eigen weg…

Mare Van Hove

take down
the paywall
steun ons nu!