Rode duivels met een groen ecolabel

Rode duivels met een groen ecolabel

donderdag 1 november 2012 01:53
Spread the love

Een zwart-gele hel aan de oevers van de Schelde

Wat niemand ooit voor mogelijk had durven houden, is dan toch aan het gebeuren: het gaat bergaf met het chauvinisme van de Antwerpenaar. Als kersvers symbool van het Vlaams-Nationalisme dreigt Antwerpen immers haar morele status van ‘wereldstad’ te verliezen. De Vlaams-Regionalisten, waartoe ik ook mezelf reken, hebben de slag om ’t Stad verloren. Terwijl een barmhartige BV de tranen droogde van onze verslagen burgervader, begon ik mij zorgen te maken. Hoe moet het nu verder met al die rode soldaatjes? Wat gaat er met ons gebeuren na deze verpletterende nederlaag?

Bij de gedachte aan een ‘War on drugs’ en een tros veiligheidscamera’s op de hoek van elke straat staken een hoop paranoïde gevoelens de kop op. Bij het zien van de beelden van De Wevers triomfantelijke mars op het stadhuis was het hek helemaal van de dam. ‘Straks ontaardt dit hier in een wilde jacht op alles waar een socialistisch geurtje aan hangt en word ik als krijgsgevangene meegenomen voor verhoor; laf als ik ben, zal ik dan alles en iedereen verraden om in leven te  mogen blijven, en zo de komende zes jaar doorbrengen in een vuil achterkamertje op ‘t Schoon Verdiep als seksslaafje van Liesbeth Homans…’, raasde er door mijn arme hoofd. ‘Nee’, zei ik tegen mezelf, ‘als het zo zit, kan je er beter meteen zelf een einde aan maken.’ Ik nam dan ook het zekere voor het onzekere, en nog voor de euforie bij de N-VA helemaal bekoeld was, ben ik in de schaduw van de zwart-gele leeuwenvlaggen de Scheldestad ontvlucht.

Als rode duiveltjes uit een neoliberaal doosje

In een vlaag van puberale rebellie tegen mijn nieuwe burgervader, trok ik in richting Gent, het Mekka van links Vlaanderen, om er een lezing van Paul Verhaeghe over zijn nieuwste boek ‘Identiteit’ bij te wonen. Niet geheel toevallig wonnen de Rode Duivels diezelfde avond opnieuw overtuigend, dit keer van Schotland. Vincent Kompany, in Vlaanderen zowaar nog populairder dan Bart De Wever, stak na afloop een hart onder de riem van iedereen die zijn Belgische identiteit liever koestert dan aan haar lot overlaat. Later op de avond heb ik het gezelschap van enkele (Frans- en Nederlandstalige) vrienden uit het Brusselse opgezocht. We hebben tot diep in de nacht verbroederd door op alles behalve rituele wijze allerlei drugs uit te proberen. Voor de gemiddelde N-VA’er klinkt dit wellicht als een akelig accurate beschrijving van de hel, voor mij was het echter de ideale avond om de opgeklopte heisa rond mijn thuisstad te doen vergeten. Even waande ik me opnieuw een echte ‘wereldburger’…

Mijn (mogelijks druggeïnduceerde) gevoelens van wereldburgerschap bereikten hun hoogtepunt toen we rond een uur of twee ‘s nachts op het schitterende idee kwamen om het tweede grote verkiezingsdebat tussen Obama en Romney rechtsreeks te volgen op het internet. Kansen om een tv-programma te zien waarbij zo ontzettend veel op het spel staat, zijn schaars en moeten dan ook ten volle gegrepen worden. Het was een cruciaal debat waarin Barack Obama zich moest herpakken na zijn tegenvallende optreden tijdens de eerste confrontatie. Bij verlies zou de balans wel eens definitief kunnen doorslagen in het voordeel van Romney.

Daar zaten we dan: in het midden van de nacht gebiologeerd en geïntoxiceerd te kijken naar een wedstrijdje retoriek tussen de leider van de sterkste militaire macht ter wereld en zijn uitdager. Het was een beklijvende en bevreemdende ervaring: de democratie herleid tot de banaliteit van een twee uur durende show met op het einde een winner en een loser. Een show die aan de andere kant van de oceaan aandachtig wordt gevolgd door vier escapisten onder invloed die het hele gebeuren ervaren als één grote kick. Jonge mensen die hun grenzen niet meer kennen binnen het neoliberalistische schouwspel. Dit klinkt als een hapklare brok voor het psycho-duo Verhaeghe & De Wachter.

Zwart goud bekleed met sterren en strepen

Door onze instinctieve afkeer voor zowat alles waar Mitt Romney voor staat, duurde het niet lang of onze meest kritische blikken waren volledig op hem gericht. En maar goed ook, de dingen die hij zei waren soms ronduit verbazingwekkend, zeker vanuit Europees perspectief. Zo was Romney absoluut niet te houden toen het thema energie ter sprake kwam. De Verenigde Staten moeten en zullen absoluut zelfvoorzienend worden op het vlak van olie, gas en steenkool. Gedaan met de afhankelijkheid van die verdomde Golfstaten – daar komt toch alleen maar miserie van. Het was volgens Romney dan ook een regelrechte schande dat de productie van olie en gas de afgelopen jaren met tien percent was gedaald. Om de ‘Stars and Stripes’ hun waardigheid terug te geven, beloofde hij nieuwe bronnen te zullen aanboren, en de productie van de reeds bestaande bronnen aanzienlijk te verhogen.

Begrijpen wie begrijpen wil, maar ik dacht dat het ondertussen overal ter wereld wel zou zijn doorgedrongen dat de voorraad fossiele brandstoffen eindig is. Bovendien meen ik ergens te hebben gehoord dat er bij de verbranding van fossiele brandstoffen een molecule, genaamd CO2,vrijkomt in de atmosfeer waardoor ons klimaat, en bijgevolg ook onze voedselproductie, behoorlijk in de war kunnen worden gebracht. Er zou ook ergens een oplossing voor de hand liggen, namelijk investeren in alternatieve energievormen en ons huidige verbruik terugdringen. ‘Duurzaamheid’ is hier toverwoord dat er voor moet zorgen dat we de toekomstige generaties niet regelrecht het stenen tijdperk insturen. Waarom Romney een daling van de olieproductie beschouwt als een kwalijke trend eerder dan als een positieve evolutie, blijft dus voorlopig een raadsel. Misschien dat diverse lobbygroepen ons kunnen helpen bij het oplossen ervan…

Gelukkig had Obama wél enkele woorden over om even op het belang van alternatieve energie te wijzen. Hij sprak daarbij expliciet over onze verantwoordelijkheden ten opzichte van de komende generaties. Op dat moment schoten de gevleugelde woorden van de Amerikaanse politieke filosoof John Rawls (1921-2002) me te binnen: “The politician looks to the next election, the statesman to the next generation.” Oef, dan toch een uitermate geldige reden om Obama te blijven steunen. En terwijl ik mij luidop afvroeg hoeveel petrolheads Obama vanavond bekeerd zou hebben, kon je Romney tot in de huiskamer horen denken: ‘Drill, baby, drill!’.

Voetbalminnende vampieren dezer aarde, verenigt u!

Mijn verbazing om Romney’s kortzichtigheid was echter snel weggeëbd. De figuur van Romney weerspiegelt eigenlijk niet meer dan een weerbarstige karaktertrek van onze maatschappij, en misschien ook van de mens in het algemeen: duurzaamheid wordt nogal snel uit het oog verloren, wanneer er andere (kortere termijn) belangen meespelen. Het is nu ondertussen bijna tien jaar geleden dat ik in de les Nederlands een pleidooi heb gehouden voor een meer spaarzame omgang met fossiele brandstoffen. Toch heeft het tot een paar weken terug geduurd vooraleer ik bereid was naast mijn reisgedrag ook mijn voedingsgedrag te laten leiden door het principe van duurzaamheid. En zelfs dan, voor je het weet stap je op weg van het station naar huis toch weer stiekem een McDonalds binnen en heb je voor Nieuwjaar een weekendje Warschau gepland – met het vliegtuig uiteraard, gemakkelijk en (relatief) goedkoop… We zijn eigenlijk allemaal vampieren die proberen af te kicken in een bloedtransfusiecentrum. ‘Duurzaamheid’, zegt u, ‘wat benik daar nu mee?’

Wel, duurzaamheid levert nu misschien niet zoveel op, maar later wel. En voortgaand op het genadeloos voortschrijden van de tijd, kan dit laterwel eens sneller dan verwacht nu zijn. Zelfs in het voetbal lijkt men het belang van de toekomst te hebben begrepen en investeert men nu volop in nieuwe opleidingscentra voor de jeugd. Ik ben dan ook een fervente voorstander om via het voetbal de idee van duurzaamheid écht ingang te doen vinden bij het volk. Het zal in ieder geval meer effect hebben dan het ‘Sing for the climate’ van Nic Balthazar. Net zoals de Rode Duivels erin geslaagd zijn om via de ‘Duiveluitdagingen’ een sfeer van eenheid en verbondenheid te creëren waarin heel België zich als één man achter een gemeenschappelijk doel (het WK 2014 in Brazilië) schaart, kunnen wij ook op het vlak van ecologie en world poverty de uitdaging aangaan. Eendracht maakt macht, en kan naast mooi voetbal ook een mooie toekomst met zich meebrengen.

De onmacht waarmee de term ‘duurzaamheid’ zich momenteel een weg baant door het politieke en economische discours zou op die manier (eindelijk) ingeruild kunnen worden voor een pertinent beleid dat kan rekenen op de steun van de bevolking. We moeten hierbij leren uitgaan van onze eigen kracht, onze eigen sterkte op het gebied van duurzaam leven en ondernemen. Er schuilt een rood duiveltje met een groen ecolabel in elk van ons. Als we nu allemaal samenwerken hoeven we geen enkele duiveluitdaging voor de toekomst uit de weg te gaan.

‘Brood en spelen’, ook voor de kleinkinderen van onze kleinkinderen…

Nieuwbakken burgervaders die beweren dat voetbal niets met politiek te maken heeft, trappen volgens mij compleet naast de bal. Als geschiedkundige moet De Wever toch al eens hebben gehoord van de uitdrukking ‘Brood en spelen’. En als briljant geslepen populistische diamant moet hij toch beseffen dat weinig zaken in ons land zo’n breed maatschappelijk draagvlak hebben als het voetbal. Waar we vroeger op zondagvoormiddag met z’n allen naar de kerk gingen, trekken we tegenwoordig op zondagnamiddag gezamenlijk richting de plaatselijke voetbalkantine om er onze doordeweekse zorgen te vergeten. Het is natuurlijk begrijpelijk dat een separatist als De Wever zich eerder terughoudend opstelt tegenover zo’n krachtig sociaal bindmiddel als het voetbal, zeker wanneer Kompany, de onberispelijke leider van onze Rode Duivels, niet te verlegen blijkt om een communautaire steek te twitteren aan het adres van magere Bart.

En terwijl media en politici enkel oog lijken te hebben voor ‘the next election’, investeert Kompany volop in ‘the next generation’ door een platenlabel op te richten voor jonge artiesten. Dit is het soort gedrag dat inspirerend kan werken voor het rode duiveltje in ons. Wanneer de wereldleiders zich blindstaren op hun eigen nationalistische navel en amper de tijd nemen om over de landsgrenzen heen te kijken naar de toekomstige generaties, is het onze morele taak om als opkomende generatie volwassenen voor onszelf uit te maken welke richting we uit willen, zonder na te laten de belangen van diegenen die na ons zullen volgen te verdedigen. Het is aan ons om ons te verenigen achter de idee van een duurzame toekomst en ons vizier te richten op doelen die verder liggen dan de volgende verkiezing. Wie heeft er trouwens nog verkiezingen nodig? Wat mij betreft ligt de uitslag van de komende verkiezingen al lang vast: Kompany for president!!’

take down
the paywall
steun ons nu!