Maria van der
Hoeven, vice-directeur van het Internationaal Energieagentschap (IEA)
deed haar oproep in een opiniestuk Cheap Oil’s Make-Or-Break Moment for Clean Energy in het tijdschrift Huffington Post.
Ze waarschuwt
daarin dat de prijsdaling het verbruik van fossiele brandstoffen
opniuew kan stimuleren en het verduurzamen van onze energieproductie
in de weg staat. “Beleidsmakers over de hele wereld kunnen dit
voorkomen door de huidige goedkope olie te gebruiken om de prijs van
energie fors te beïnvloeden. Dan moet dat wel nu gebeuren”,
schrijft ze.
Prijstrends
Op amper een half
jaar tijd zijn de olieprijzen met bijna 40 procent gedaald. Sommige
experts vergelijken de trend van de huidige prijsdalingen met een
gelijkaardige periode tijdens de jaren 1980. “Beleidsmakers
hadden toen de kans om energiezuinigere voertuigen te promoten, om zo
de consument te beschermen tegen prijsstijgingen. Uiteindelijk kozen
de overheiden er voor niet in te grijpen, waardoor consumenten veel
grotere auto’s gingen kopen”, legt van der Hoeven uit.
Vandaag liggen de
zaken anders, denkt ze. “De aanhoudende stijging van olieprijzen
gedurende de laatste jaren is daarvoor verantwoordelijk. Zo heeft de
Amerikaanse overheid, die traditioneel achterop liep bij
energiehervormingen, tussen 2008 en 2013 wetgeving goedgekeurd om
nieuwe voertuigen veel energiezuiniger te maken. In de toekomst wil
de VS nog minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen.”
Van der Hoeven
benadrukt dat er desondanks een radicale koerswijziging nodig is.
“Het huidige energieproductiesysteem werkt een globale verhoging
van de gemiddelde temperatuur met 4 graden in de hand. Uit het
jaarlijkse beoordelingsrapport van het IEA blijkt dat het gebruik van
hernieuwbare energie de enige manier is om deze klimaatverandering af
te remmen. Tot nu toe zijn er echter weinig inspanningen gebeurd”,
aldus de directeur.
Hoop
Toch gelooft Van
der Hoeven dat er hoop is. Beleidsmakers hebben dankzij de daling van
de olieprijzen een kans om maatregelen te nemen die een jaar geleden
nog onbespreekbaar waren. De directeur stelt twee concrete
maatregelen voor:
-
Een eerste is
het afschaffen van subsidies voor het gebruik van fossiele
brandstoffen. Afgelopen jaar gaven overheden wereldwijd nog 448
miljard euro uit aan zulke bedrijfssubsidies. Dit afschaffen zal op
korte termijn een bittere pil betekenen voor bepaalde doelgroepen,
maar volgens Van der Hoeven zal de maatregel worden verzacht door de
lage olieprijzen. - Een tweede
maatregel is het invoeren van belastingen op de uitstoot van CO2
en het uitbreiden van energiezuinige maatregelen. “Zulk beleid
kan de aanzet geven tot een efficiënter gebruik van energie en het
promoten van duurzame energievormen. Bovendien kunnen hogere
brandstoftaksen het onderzoek naar schonere technologieën
financieren. Studies tonen aan dat zulke plannen economisch voordelen
opleveren.”
Voor Van der
Hoeven staat het in elk geval vast dat beleidsmakers niet stil mogen
blijven zitten. “Dertig jaar geleden was de klimaatopwarming
nauwelijks een zorg van politici wereldwijd. Vandaag weten we beter:
politici moeten naar de lange termijn kijken. Ze hebben nu een unieke
kans om toch nog iets te doen aan de klimaatverandering. Laten we
hopen dat ze deze kans grijpen”.
Bronnen:
Cheap Oil’s Make-Or-Break Moment for Clean Energy
Maria
van der Hoeven, IEA: Use cheap oil to put a price on carbon