De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Jonas Van der Slycken

Fair trade: mag het wat meer zijn?

Fair trade. Als ik denk aan fair trade, dan denk ik aan fair trade bananen, fair trade chocolade en aan die verrukkelijke fair trade seasampasta. Of een combinatie van de drie – werkelijk om duimen en vingers bij af te likken. Fair trade? Zeker en vast als je het mij vraagt. Maar mag het wat meer zijn?

woensdag 10 januari 2024 15:10
Spread the love

 

Mag het wat meer zijn, vraag ik ook aan de klanten van bioboer Jarno. Sinds kort werk ik in Jarno’s groente- en fruitkraam op de zaterdagmarkt hier op ’t Zand in Brugge. Hoeveel mag dat zijn? ‘Kwartje kilo’, zeggen de lokale Bruggelingen mij. Waarop ik soms antwoord: ‘mag het wat meer zijn?’ Omdat ik soms wat gretig ben en kwartje kilo’s nog niet altijd goed in de vingers heb.

Mag het wat meer zijn? Zekers, zeggen onze klanten mij. Ze malen er immers niet om hun boer te steunen. Rechtstreeks bij de boer kopen, elimineert onnodige tussenschakels, voorkomt dat er veel geld blijft plakken bij al die tussenpersonen en garandeert dat boeren en boerinnen een faire vergoeding krijgen voor hun noeste arbeid. En eerlijk handelen gaat in twee richtingen. Zonder boeren en boerinnen valt er geen gemeenschap te onderhouden. En zonder gemeenschap die haar boeren en boerinnen van levensonderhoud voorziet, valt de gemeenschap als los zand uit elkaar. Levensonderhoud draait niet om nemen maar om geven.

Boeren en boerinnen geven veel. Dus ja, mag het wat meer zijn? Reinier een andere boer en leeftijdsgenoot vertelde dat hij 2 à 3 euro per uur verdiende. ‘Dat is niet veel’, zei ik. Is dat een faire vergoeding? Of mag het wat meer zijn?

Ik moet ook denken aan de vele kleinschalige boeren die cacao cultiveren. Wist je dat 5 à 6 miljoen landbouwers negentig procent van de wereldwijde cacaoteelt produceert?

Maar deze boeren telen geen cacao voor eigen consumptie, maar verkopen het aan multinationale ondernemingen. Cacao is immers een belangrijk West-Afrikaans exportproduct – Ivoorkust, Ghana, Nigeria en Kameroen voorzien samen in ongeveer drie kwart van de mondiale markt. De cacaobonen worden grotendeels geteeld in, maar geëxporteerd uit Afrika, waardoor Afrikanen zelf nauwelijks chocolade produceren of consumeren. En toch hebben wij het over Belgische chocolade. Kunnen we het niet gewoon hebben over chocola? Het zal even goed smaken.

Wat een luxeproduct is voor de ene vertaalt zich in een kaalslag en een kaakslag voor de andere. De cacaoconsumptie van het Globale Noorden knabbelt aan de bossen in het Globale Zuiden en beknibbelt op het levensonderhoud van cacaoboeren. Een Oxfamrapport van begin dit jaar concludeerde dat de Ghanese cacaoboeren hun inkomens sinds corona zagen dalen met 16%, exact hetzelfde percentage waartegen de vier grootste chocoladecorporaties hun winsten zagen aandikken. Tot 90% van de Ghanese cacaoboeren ontvangt geen levensonderhoud, waardoor ze niet genoeg hebben voor voedsel, kledij, onderdak of gezondheidszorg. Veel van de 800.000 Ghanese cacaoboeren overleven met amper twee dollar per dag. Mag het wat meer zijn? Ze verdienen beter.

Eerste lezing uit Genoeg voor iedereen:

Ook door zijn landbouwexport te oversubsidiëren ontwricht het Globale Noorden de levensonderhoudseconomieën in het Zuiden. Dumpingprijzen maken van het leven van kleine boeren een lijdensweg, leiden tot onteigeningen en werkloosheid, en resulteren finaal in een neerwaartse loon-, armoede- en hongerspiraal. In Ghana, bijvoorbeeld, is de binnenlandse tomaten- en kippenvleessector in elkaar geklapt door spotgoedkope voedselinvoer. Volgens een onderzoek van Oxfam uit 2005 was 65% van een blik tomatenpasta al betaald door de Europese belastingbetaler. Door deze reusachtige subsidies konden Italiaanse producenten hun blikken op de Ghanese markt dumpen. Het gevolg is dat er in de voormalige tomatengordels van Ghana in de regio’s Brong-Ahafo en Navrongo geen tomatenboer meer te bespeuren valt. Velen verlieten de regio en zochten in steden werk. Sommige families zonden hun kinderen uit naar Italië, waar ze in Ghanese getto’s wonen om – ironisch genoeg – tomaten te plukken. Dit voorbeeld illustreert hoe de goedkope invoer van voedsel de voedselsoevereiniteit van landen aanvreet en gedwongen migratie voedt.

(Van der Slycken, 2023, p.194-195)

Dat de huidige internationale handel onfair is, hoef ik jullie niet te  vertellen. Om deze onfaire handel te illustreren wil ik jullie graag laten kennismaken met ecologisch ongelijke handel. Want de ongelijkheden snijden veel dieper dan oppervlakkige win-winmarktprijzen laten vermoeden. Het komt erop aan om te kijken naar het aantal ton materialen, het aantal joules energie, het aantal hectares land en het aantal uren arbeid die in handelsstromen vervat zitten. Want wat we via deze biofysische indicatoren vinden, is helemaal geen fair trade, maar wel ecologisch ongelijke handel, waarbij er onevenredige grondstoffenstromen zijn van arme naar rijke landen. Sinds mijn geboorte stroomden er meer dan 200 miljard ton aan materialen, meer dan 550 triljoen joule energie, meer dan 30 miljard hectare land en meer dan 5,5 miljard werkjaren naar hoge-inkomenslanden.

Het resultaat van deze ongelijke ecologische handelsdiefstal? Het Zuiden verliest zijn totaal ontvangen ontwikkelingshulp meer dan dertig keer.

Laat ons de drainage stoppen. Eerlijke handel? Mag het wat meer zijn?

Tweede lezing:

De koloniale periode is voorbij, maar het imperialisme en de grondstoffenstromen gaan in deze postkoloniale tijden onverminderd voort. Via internationale handel eigent het Globale Noorden zich massaal veel grondstoffen toe. Via handel onderhoudt het Noorden zijn eigen hoge inkomens- en consumptieniveaus. Ongelijke handel verklaart de ongelijkheden tussen arme en rijke landen en de onderontwikkeling van het Globale Zuiden. Deze ongelijkheid helpt ook om een ander licht te laten schijnen op de term ontwikkelingslanden en ontwikkelde landen. Ontwikkelingslanden zijn ontwikkelingslanden omdat ze ontwikkelde landen helpen ontwikkelen. Of beter: rijke landen zijn rijk omdat ze arme landen verarmen, en arme landen zijn arm omdat ze rijke landen verrijken. De economische groei in het Globale Noorden is gebouwd op grondstoffen en arbeid uit het Globale Zuiden. Het is neokolonialisme – kolonialisme 2.0.

(Van der Slycken, 2023, p. 195-196).

Het gaat vaak over duurzame ontwikkeling ook vandaag, maar zouden we niet beter op een andere manier naar ontwikkeling kijken? Duurzame ontwikkeling heeft volgens het Brundlandt-rapport van voor mijn geboorte te maken met een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen. Ik las onlangs wat een inheemse Algonquin-oudere zei over duurzame ontwikkeling – duurzame ontwikkeling klinkt alsof we willen blijven nemen zoals we altijd gedaan hebben. Het gaat altijd over nemen. Volgens deze oudere gaat het niet over ‘Wat kunnen we nemen?’, maar wel over ‘Wat kunnen we Moeder Aarde geven? Dat is waar het om draait.

Maar ik kan mij goed inbeelden dat jullie wel weten wat het betekent om aan de wereld te geven. Maar mag het wat meer – ik bedoel mogen het wat meer mensen zijn, alsjeblief?

Duurzame ontwikkeling. Mag het wat meer zijn?

Het probleem met duurzame ontwikkeling en de SDG’s – de alomtegenwoordige Sustainable Development Goals – is dat deze duurzame ontwikkelingsdoelen niet breken met economische groei. Als we kijken naar SDG 8, dan gaat die doodgewoon over eerlijk werk en economische groei. Waarom zetten we hier vandaag op 6 oktober 2023 in Brugge tijdens deze faire gemeententrefdag geen eigen versie van de SDG’s op poten? Een versie waarbij we economische groei voorgoed schrappen en vervangen door een faire economie? Eerlijk werk en een faire economie, mag het wat meer zijn? Het heeft een beetje een rebels kantje, maar het kan misschien geen kwaad om wat meer jongeren aan te spreken en hen te betrekken in het fairtrade-verhaal?

Economische groei. Mag het wat meer – ik bedoel – mag het eens iets anders zijn?

Zouden we niet beter ontgroeien en groei laten varen om maatschappelijk wel te varen? Een goed leven voor iedereen. Een faire economie binnen planetaire grenzen. Mag het wat meer zijn, alsjeblief?

Derde lezing:

Ontgroei wordt vaak bekritiseerd als betuttelend of paternalistisch. Zullen we het Globale Zuiden verbieden te groeien? Dit is incorrect. Ontgroei wil net grondstoffen beter verdelen tussen het Globale Noorden en Zuiden precies vanwege de onderconsumptie in het Zuiden en de overconsumptie in het Noorden. Dit is nodig opdat mensen in het Globale Zuiden beter in hun levensonderhoud zouden kunnen voorzien. Ontgroei brengt in de praktijk wat Mahatma Gandhi zei: ‘Leef eenvoudig zodat anderen eenvoudigweg kunnen leven.’

De ontgroeibeweging is voornamelijk actief in het Globale Noorden, maar ze smeedt actief allianties met bewegingen met andere wereldbeelden, zoals Ubuntu in Afrika, Buen Vivir uit Zuid-Amerika en Swaraj uit India. Door zijn compatibiliteit met andere wereldbeelden is ontgroei een interessante piste die het bewandelen waard is om de nodige economische systeemverandering te bereiken. Ontgroei is niet de piste, maar een mogelijke piste net zoals Ubuntu en Buen Vivir dat zijn. Er zijn meervoudige paden naar de toekomst. Net zoals er een pluriversum is aan transformatieve alternatieven voor het duurzame ontwikkelingsdenken, waarbij we de hele wereld niet omvormen tot uniforme eenheidsworst zoals bij het ontwikkelingsdenken het geval is. Buen Vivir, ontgroei, Ubuntu en vele andere zijn compatibel met elkaar in zo’n ‘pluriversum’ – ‘een wereld waar meerdere werelden in passen’ zoals de Zapatistas uit Chiapas in Mexico het zo mooi verwoorden.

Een pluriversum en een wereld waarin meerdere werelden passen. Mag het wat meer zijn, alsjeblief?

Dank u wel.

Deze tekst is gebaseerd op de keynote lezing die Jonas Van der Slycken gaf op de Trefdag Faire Gemeente op de 6 oktober 2023 in Brugge. De lezingen komen uit zijn boek ‘Genoeg voor iedereen. Naar een economie die zorgt voor mens en planeet’ dat in september 2023 verscheen bij Standaard Uitgeverij.

 

Jonas Van der Slycken (1991) is doctor-econoom, schrijver en opiniemaker. Hij promoveerde met een proefschrift over brede welvaartsmaatstaven die verder kijken dan het bijzonder beperkte perspectief van het bruto binnenlands product.

 

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!