Nils de Neubourg

De mythische 80 procent tewerkstelling

De regeringen willen tegen 2030 vier op de vijf Belgen aan het werk, maar volgens voorspellingen halen we dat niet. Experten pleiten er daarom voor in te zetten op onder meer betere kinderopvang, beter openbaar vervoer en volwaardige arbeidscontracten. Een hoge werkzaamheidsgraad volgt dan vanzelf, klinkt het.

dinsdag 13 juni 2023 13:09
Spread the love

 

Ongeveer drie op de vier mensen van 20 tot 64 jaar is momenteel officieel aan het werk. Te weinig om de toekomst betaalbaar te houden, vinden zowel de Vlaamse als federale regering. Daarom mikken ze tegen 2030 op een werkzaamheidsgraad van 80 procent. Over zeven jaar moeten dus vier op de vijf mensen op zogenoemde actieve leeftijd aan de betaalde arbeid. De vraag is wel hoe haalbaar dat is, en of het ook echt zal opbrengen.

‘Om tegen 2030 die 80 procent te halen, moeten er nog evenveel mensen bijkomend aan het werk als er de laatste twintig jaar bijkwamen’, zegt Matthias Somers, wetenschappelijk medewerker van de denktank Minerva. ‘Dat wordt een bijzonder moeilijke opdracht, want wie nu nog niet aan het werk is, botst vaak op maatschappelijke drempels. Extra mensen aan het werk helpen is op zich geen slecht idee, maar op dit moment is onze maatschappij daar onvoldoende op georganiseerd.’

Kortgeschoolden

Het ligt volgens Somers voor de hand om te focussen op de groepen die momenteel minder aan het werk zijn, zoals kortgeschoolden. Daarvan is net de helft aan de slag. Ter vergelijking: onder hooggeschoolden is dat negen op de tien. ‘Alleen komen kortgeschoolden vaak terecht in banen met onregelmatige uren. Daar is bijvoorbeeld onze kinderopvang – zeker met de huidige opvangcrisis – of het openbaar vervoer niet op voorzien. Omdat zij daarvan afhangen, kunnen ze momenteel gewoon moeilijker aan de slag. Ook wanneer ze dat zelf graag willen.’

‘Extra mensen aan het werk helpen is op zich geen slecht idee, maar op dit moment is onze maatschappij daar onvoldoende op georganiseerd.’

Matthias Somers, Denktank Minerva

‘Daarnaast moeten we er ook voor zorgen dat die jobs werkbaar zijn, zodat mensen niet vroegtijdig uitvallen.’ De uitval, daarmee valt het woord van een andere pijnlijke realiteit van onze arbeidsmarkt. Heel wat mensen vallen uitgeblust uit, steeds vaker voor lange tijd. Tussen 2016 en 2021 tekende het Riziv een stijging op van 46 procent van het aantal langdurig zieken door burn-outs en depressies. In 2021 betekende dat zo’n 170 000 Belgen. ‘Mensen moeten hun werk ook kúnnen volhouden’, zegt Somers daarover.

Hoewel de werkzaamheidsgraad zich onder de 80 procent bevindt, zijn we al heel wat meer uren gaan werken. ‘De laatste 25 jaar groeide het aantal gewerkte uren met ongeveer een derde. Dat is fenomenaal.’ Wie werkt, doet dat met andere woorden steeds harder.

Investeren in werkbaar werk

Somers: ‘Dat is ook een van de redenen waarom de werkzaamheidsgraad onder 60-plussers relatief laag ligt: zij zijn gewoon op.’ Maar dat is tegelijkertijd ook goed nieuws, geeft de expert aan. Want investeren we nu in werkbaar werk, dan vertaalt zich dat in de toekomst automatisch in een hoger aantal mensen dat aan het werk blijft, ook onder ouderen. Tot slot vult Karim Dibas van de ACV-werkzoekendenwerking aan dat al die feiten er nogmaals op wijzen dat verder knippen in de uitkeringen werkzoekenden niet sneller aan werk zal helpen, maar dat andere maatregelen nodig zijn.

‘Sociale zekerheid bouw je niet op met studentenwerk’

‘Hoog genoeg om ijdele ambitie uit te stralen, onbereikbaar genoeg om als voorwendsel te dienen voor pijnlijke maatregelen, en makkelijk genoeg om te onthouden.’ Zo omschrijft Chris Serroyen de oorsprong van de beoogde 80 procent werkzaamheidsgraad in 2030. Die woorden van het hoofd van de ACV-studiedienst weerklinken ook bij Minerva-wetenschapper Matthias Somers: ‘Er is geen enkele wetenschappelijke basis voor dat specifieke getal. De werkzaamheidsgraad omhoog brengen is geen slechte ambitie, maar het streefdoel had evengoed 78 of 82 procent kunnen zijn.’ Ook de Vlaamse en federale regeerakkoorden waarin het cijfer expliciet wordt genoemd, geven geen concrete berekening van wat het al dan niet behalen van die 80 procent betekent voor bijvoorbeeld de begroting.

‘Door veranderingen in de samenleving zal de werkzaamheidsgraad nog wel even automatisch blijven stijgen.’

Matthias Somers

Wat het streefcijfer ook moge zijn, hoe zit het ondertussen met onze werkzaamheidsgraad? In het vierde kwartaal van 2022 was 72,3 procent van de 20-64-jarigen in België aan het werk, in Vlaanderen was dat iets hoger met 77,2 procent. Beide cijfers liggen in lijn met de gemiddelde werkzaamheidsgraad op de Europese arbeidsmarkt: 74,5 procent. ‘In de nabije toekomst gaan die cijfers trouwens vanzelf nog naar boven’, geeft Somers aan. ‘Door veranderingen in de samenleving, zoals het tweeverdienersmodel dat meer dan vroeger de norm is, zal de werkzaamheidsgraad nog wel even automatisch blijven stijgen.’

Ook de Vlaamse onderzoeksinstelling Steunpunt Werk komt tot die conclusie. Tegelijkertijd berekende het Steunpunt wel dat we in 2030 die 80 procent niet zullen halen. Daarvoor zijn er in 2030 zogenaamd 131 800 Vlamingen te weinig aan het werk.

Creatief rekenen

Het gevaar dreigt dat die 80 procent een fetisj wordt binnen de arbeidsmarkthervorming, zonder dat de toegenomen activiteit de toekomst wezenlijk meer betaalbaar houdt. Eind 2022 kwam de Nationale Bank van België met het triomfantelijk bericht dat er vorig jaar flink 100 000 jobs bijkwamen. Op het eerste gezicht misschien goed nieuws.

‘Maar niet per se als je dieper in de arbeidscijfers graaft’, zegt ACV-deskundige Erik Van Laecke. ‘Er is inderdaad een schijnbaar spectaculaire stijging in het aantal jobs, maar dat is slechts oppervlakkig. Een groot deel daarvan bestaat eigenlijk uit studentenarbeid, flexijobs en platformwerk.’

Zulke banen helpen net niet om de toekomst betaalbaar te houden, zegt Serroyen: ‘Als de regeringen meer jobs willen creëren en meer mensen aan het werk willen krijgen om het begrotingstekort op te lossen, moeten mensen met degelijke contracten kunnen werken. Want een pensioen en sociale zekerheid bouw je niet op met een contract voor studentenwerk, of met bijklussen als fietskoerier.’

 

Dit artikel was eerder gepubliceerd op Visie

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!