De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Aguaraguë: Een vergeten stukje pachamama in Bolivia

Aguaraguë: Een vergeten stukje pachamama in Bolivia

vrijdag 1 april 2011 01:39
Spread the love

Auteur: Suzanne Kruyt LA Ruta

Het Nationale Park Aguaraguë is de belangrijkste watervoorziening van de provincie Gran Chaco, gelegen in het droge zuidoosten van Bolivia. Maar verlaten petroleumputten, die nooit goed zijn afgesloten, vervuilen al jarenlang het drinkwater van de families in dit park. Bedrijven en overheid schuiven de verantwoordelijkheid van zich af en zo blijft dit natuurpark één van de meest vervuilde plekken van het land. Ondanks de mooie woorden van president Evo Morales, moet ook in Bolivia de Moeder Aarde het nog altijd afleggen tegen de economische macht van de gas- en petroleumindustrie.

Het park Aguaraguë ligt in de Chaco, een enorm gebied dat Bolivia, Paraguay en Argentinië doorkruist en bekend staat om haar warme en droge klimaat. Aguaraguë is van onschatbare waarde als waterbron, omdat er dankzij de gevarieerde en dichte begroeiing sprake is van een soort sponswerking, waardoor er een enorme hoeveelheid beekjes en stroompjes uit het park stromen. Er wonen 33 inheemse gemeenschappen in het park dat een totale oppervlakte van ongeveer 108 duizend hectare heeft.

Sinds de jaren negentig hebben milieugroepen zich beziggehouden met dit gebied, met als resultaat dat in 2000 de wettelijke creatie van het Nationale Park Aguaraguë een feit werd. De status van Nationaal Park is de hoogste status van natuurbescherming die bestaat in Bolivia. Toch duurde het tot 2007 tot er geld vrij werd gemaakt om er personeel van de SERNAP aan te stellen, de overheidinstelling die verantwoordelijk is voor bosbeheer. In 2008 tekende SERNAP een overeenkomst voor gezamenlijk beheer met de Consejo de Capitanes Guaraní y Tapiete de Tarija (CCGTT), de vertegenwoordigende raad van de inheemse guaraní bevolking in het departement Tarija.

De Guaraní bevolking is de grootste inheemse bevolkingsgroep in de Boliviaanse Chaco en in het Aguaraguë park. Het lijkt een mooi voorbeeld: gezamenlijk beheer tussen de overheid en de inheemse bevolking om de natuur te behouden, maar in de praktijk is er een totaal gebrek aan middelen en personeel om het park te beheren. Danir Vaca, directeur van het park namens SERNAP klaagt: “We begonnen met vier boswachters voor het hele park, het afgelopen jaar waren het er drie en nu is er nog maar één. Ik heb minstens zes boswachters nodig maar er wordt geen geld beschikbaar gesteld”.

Sanandita

De eerste petroleum en gasboringen in het park dateren van de jaren twintig van de vorige eeuw, lang voordat er natuurparken bestonden in Bolivia. Zowel transnationale bedrijven als het staatsbedrijf YPFB  (Yacimientos Petrolíferos Fiscales Bolivianos) hebben in de twintigste eeuw petroleum en gas uit dit gebied gehaald. Het gevolg: minstens 150 ‘pasivos ambientales’ oftewel bronnen van vervuiling in het park. De meeste putten zijn zo’n dertig jaar geleden verlaten, maar nooit goed afgesloten, met het gevolg dat er op veel plekken petroleum lekt in het water en in de grond.

Een goed voorbeeld is Sanandita, één van de oudste petroleumgebieden van Bolivia en van Aguaraguë, die in gebruik was tussen 1920 en 1982. David Benitez woont al zijn hele leven aan de rand van Sanandita. Al die tijd drinkt hij water uit dezelfde beek, die hij ook gebruikt om het land te bewateren. Ook zijn zes kinderen drinken en wassen zich met dit water. David neemt ons mee naar de hoger gelegen Put X 31, één van de putten die al zeker dertig jaar deze beek vervuilt. Voordat we bij de put aankomen, komen we langs één van de mitigatiewerken die YPFB nog geen jaar geleden heeft geïnstalleerd, in het kader van gemaakte afspraken over schadebeperking.

Een stuk of 12 overlopende en roestende vaten met daarboven een knullig opgehangen plastic buis. Roberto, de boswachter, kan het niet geloven: ‘Is dit nu het werk van ingenieurs die jarenlang gestudeerd hebben en goed betaald worden door ons staatsbedrijf?’. We lopen verder omhoog langs de plastic buizen die de olie af zouden moeten voeren, maar op verschillende punten lekkage vertonen. Deze buizen kruisen op verschillende plaatsen de beek, die niet alleen de familie van David, maar ook drie complete gemeenschappen van water voorziet. Bovendien komt de beek uiteindelijk uit op de Pilcomayo rivier, die vervolgens doorstroomt naar Argentinië en Paraguay. De geur van petroleum wordt steeds sterker en het water heeft op verschillende plekken een groen chemisch kleurtje.

Uiteindelijk komen we bij Put X31, waar vanuit met petroleum vermengd water de lager gelegen beek insijpelt. In de poeltjes om de put drijven dode insecten en vlinders. Deze put is zo’n dertig jaar geleden achtergelaten en is nooit goed afgesloten. De boortoren ligt naast de put weg te roesten; er drijven plastic flessen en bidons rond. Deze bende zou YPFB  vorig jaar ‘opgeruimd’ hebben met de constructie van plastic buizen. Volgens Roberto en David is de situatie juist alleen maar erger geworden. Alleen al in Sanandita bevinden zich 32 putten, waarvan er minstens drie in dezelfde kritische staat zijn als Put X31.

Genationaliseerde verantwoordelijkheid

Hoe kan het dat in een nationaal park niemand de verantwoordelijkheid neemt voor deze vervuiling? Eén van de belangrijkste oorzaken is dat, dankzij de ´nationalisatie´ van de grondstoffenindustrie in Bolivia in 2006, de overheid nu verantwoordelijk is voor alle bestaande vervuiling in het land, ook vervuiling die al eerder veroorzaakt werd door multinationale bedrijven. In theorie zou dit betaald moeten worden uit de royalty’s die de petroleumbedrijven aan de overheid betalen om grondstoffen te ontginnen. In de praktijk blijkt echter dat YBFB hier geen geld voor heeft.

Dat gebrek aan middelen blijkt uit de eerder beschreven ´mitigatiewerken´die we in Sanandita aantroffen. Een ander structureel probleem is dat de instantie die nu de milieuvergunning afgeeft aan de petroleumbedrijven, onderdeel uitmaakt van het ´Ministerio de Hidrocarburos´, hetzelfde ministerie dat er belang bij heeft dat er zoveel mogelijk gas en petroleum geëxporteerd wordt. Het voor Bolivia grote economische belang van de gas- en petroleumindustrie laat zich sterk voelen. De royalty’s en andere belastingen die de bedrijven betalen in de olie- en gasindustrie, zorgen voor flinke inkomsten voor Bolivia.

Deze worden voor een deel terug gegeven aan de lokale overheden in de Chaco, en daarnaast besteed aan de bij de arme bevolking populaire ´bonos´: subsidies voor schoolgaande kinderen, ouderen en zwangere vrouwen. Dit maakt het moeilijk om het thema van de vervuiling op de politieke agenda te houden, aldus de directeur van Aguaraguë, Danir Vaca. 

De tegenstelling tussen de hoge inkomsten uit het gas en petroleum voor de staatskas en de verslechterde leefsituatie in het park is groot. David Benitez vertelt: “Wij, de inwoners van dit gebied, waar decennialang gas en petroleum uitgehaald is, hebben niet allen geen schoon drinkwater, maar niet eens gas om op te koken, noch elektriciteit. De gasleidingen en elektriciteitskabels gaan gewoon over en langs ons heen. Volgens de wet hebben we allemaal dezelfde rechten, maar onze rechten worden hier niet gerespecteerd.”

Nieuwe bedreigingen

Ondertussen zijn er al vergevorderde plannen voor nieuwe gas- en petroleumactiviteiten in Aguaraguë. Er liggen voorstellen op tafel van Petrobras (Brazilië) en Petroandina SAM (alliantie tussen Venezuela en YPFB) om nieuwe bronnen aan te boren. Het Chinese bedrijf Eastern Petrogas wil samen met YPFB een aantal van de verlaten putten in Sanandita opnieuw activeren. Ook zijn er plannen om een tunnel dwars door het park aan te leggen, als onderdeel van de snelweg tussen Yacuiba y Caraparí.

In de nieuwe Boliviaanse Grondwet staat dat de inheemse volkeren recht hebben op inspraak over dergelijke activiteiten in hun leefomgeving, maar in de praktijk is daar weinig van te merken. Boos over het totale gebrek aan informatie vanuit de YPFB, zijn de Guaraní organisaties in april 2010 overgegaan tot stakingen, protestmarsen en wegblokkades. Cesar Aguilar, de huidige ´capitan grande´ van de CCGTT geeft aan: “ Wij zijn niet tegen de ontwikkeling van Bolivia, maar laat ze eerst dit hier opruimen voordat we over nieuwe activiteiten spreken.”

De vraag is of de bedrijven dit standpunt zullen respecteren. De Boliviaanse overheid is van plan de gas- en petroleumboringen steeds verder uit te breiden, ook naar de Amazonegebieden in het Noorden van het land. Als de inheemse bevolkingen van daar een bezoekje zouden brengen aan David in Aguaraguë, dan weten ze wat hen te wachten staat.

take down
the paywall
steun ons nu!