Abortusverbod en gigamoskee in Turkije

Abortusverbod en gigamoskee in Turkije

vrijdag 1 juni 2012 11:24
Spread the love

Toen ik las dat de Turkse premier Erdogan abortus moord noemt, dacht ik eerst nog dat het een bliksemafleider was voor de recente uitlatingen van Idris Sahin, zijn minister van Binnenlandse Zaken. De 34 jonge Koerdische smokkelaars die in december door Turkse gevechtsvliegtuigen aan flarden werden geschoten zijn volgens Sahin dood beter af, omdat ze anders voor hadden moeten komen. Excuses namens de regering waren daarom overbodig. Een ongehoorde uitspraak, Sahin verbijsterde er zelfs een aantal van zijn partijgenoten mee. Erdogan zal hem echter nimmer laten vallen en daarom leek de tijd gekomen om de discussie naar een ander onderwerp over te hevelen.

Maar Erdogan meent het serieus! Twee dagen geleden lanceerde minister van Volksgezondheid Recep Akdag een wetsvoorstel om het recht op abortus te beperken tot de eerste vier weken van de zwangerschap. Omdat vrouwen dan meestal nog niet eens weten dat ze zwanger zijn, komt het in de praktijk neer op een verbod. Vrouwenorganisaties reageerden als door een wesp gestoken. Logisch, want door de nieuwe wet zullen ongewenst zwangere vrouwen aangewezen zijn op engeltjesmakers met breinaalden in onhygiënische achterkamertjes. Dat gaat slachtoffers eisen, daar kun je donder op zeggen.

Momenteel is abortus in Turkije nog mogelijk in de eerste tien weken van de zwangerschap. Die wet is een erfenis van het militaire regime dat begin jaren tachtig de scepter zwaaide. Juntaleider generaal Kenan Evren was een misdadiger, maar vond vrouwenrechten erg belangrijk. Hij sprak zich uit tegen de dwang in het conservatief islamitische milieu om vrouwen met een zwarte sluier over straat te laten gaan. Tegen Afghaanse vluchtelingen die destijds asiel kregen in Turkije zei hij: ‘Als jullie je vrouwen geen onderwijs geven, stuur ik jullie terug.’ Dat hij voor legalisering van abortus zorgde past in dit plaatje. Laat het duidelijk zijn dat Evren al lang geleden tot een langdurige gevangenisstraf veroordeeld had moeten worden. Het zou echter verkeerd zijn de feiten te verloochenen.

De woorden van Erdogan en het wetsvoorstel om abortus vrijwel te verbieden, zijn een reflectie van veranderingen binnen de Turkse samenleving. In 1990 vond 61 procent van de bevolking abortus nog acceptabel wanneer een stel geen kind wilde. In 2008 was dat cijfer teruggelopen tot 29 procent. Die verschuiving volgt uit de toegenomen hang naar conservatieve waarden binnen het religieus gestemde deel van de bevolking. Overigens is de islam niet eenduidig over abortus. Er zijn theologen die het toestaan, met als argument dat een foetus pas na een aantal maanden een ziel krijgt. Anderen zijn er zwaar op tegen.

De zojuist genoemde cijfers zijn afkomstig uit een onderzoek van professor Yilmaz Esmer van de Bahcesehir Universiteit in Istanbul. Hij komt tot drie conclusies.

A.     Naarmate religieus conservatisme toeneemt, groeit de weerstand tegen abortus.

B.     Naarmate het opleidingsniveau stijgt, wordt de weerstand tegen abortus minder.

C.     Naarmate het inkomen stijgt, vermindert de weerstand tegen abortus.

Aan de conclusies en cijfers van Esmer kunnen andere constateringen worden verbonden:

A.     Het religieuze conservatisme is sterk gegroeid in Turkije.

B.     Het onderwijs in Turkije wordt weliswaar hervormd in religieuze richting, maar niet inhoudelijk verbeterd, waardoor het sterk achterblijft bij het West-Europese niveau.

C.     Ondanks de claim van Erdogans Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP) dat het de Turken zo goed gaat, blijven de lonen van de arbeiders laag.

De nieuwe abortuswetgeving is een volgende klap in het gezicht van de seculiere Turken, voor wie vrijheid belangrijker is dan religieus conservatisme. Steeds vaker  ervaren zij dat hun rechten en vrijheden ondergeschikt raken aan de ethische beginselen van de conservatieve meerderheid, zoals die door de AKP en haar autoritaire premier vertegenwoordigd worden.

Zoals Erdogan het voor doet komen maakt abortus deel uit van een samenzwering om Turkije te ontvolken. Onzin, want onderzoekers voorspellen dat Turkije tegen 2050 negentig miljoen inwoners telt. Dat is tien miljoen meer dan nu. Ook beriep Erdogan zich op het belang voor Turkije van een jonge bevolking. Al evenmin steekhoudend, want de Turkse bevolking is nu al relatief jong, met meer dan 25 procent onder de vijftien jaar. Waarom dan toch die drang op Turkse vrouwen om minstens drie kinderen te krijgen? Het ontbrak er nog aan dat Erdogan een ‘konijnen-orde’ in het vooruitzicht stelde. Is hij wellicht beducht voor demografische veranderingen als blijkt dat Koerden gemiddeld meer kinderen op aarde zetten dan Turken?

Op 29 mei, de dag waarop de bloedige verovering van Constantinopel door de Ottomanen in 1453 werd herdacht, had de premier nog een nieuwtje. Niet over bestrijding van de armoede, een verbetering van het onderwijs, of het verbeteren van de mensenrechtensituatie. Nee, Erdogan kondigde de bouw aan van een gigantische moskee op de hoogste heuvel van Istanbul. Door de locatie, en de geplande omvang van 15.000 vierkante meter, zal iedereen in de stad met de neus op het feit worden gedrukt dat de islam heerst in Turkije.

Wil iemand nog tegenspreken dat de invloed van het geloof op de Turkse samenleving zienderogen toeneemt? Laat dat land toch zo snel mogelijk lid worden van de EU.  Europa mag de westers georiënteerde seculiere Turken niet in de steek laten. Dan bestaat er tenminste nog enige kans op dat de resterende vrijheden intact blijven. De conservatief religieuze moslims kunnen dan zelf bepalen hoeveel vrijheid zij wensen. Voor hen de vrijheid van religie, voor de seculiere Turken vrijheden zoals abortus. Dat is het mooie van een echte democratie. De meerderheid beslist over haar eigen vrijheden, maar niet over die van de minderheden.

Geen democratie zonder vrijheid. Premier Erdogan dringt toch zo aan op democratisering? Of is democratisering zijn dekmantel om een vorm van theocratie te vestigen en minderheden de les te leren? In dat geval is hij geen spat veranderd sinds hij in de jaren negentig opmerkte: ‘democratie is als een bus, wanneer je de juiste halte hebt bereikt stap je uit.’ Kort voordat hij premier werd zou Erdogan radicaal van mening zijn veranderd over democratie. Dat zegt zijn AKP, maar voor seculiere Turken is dat een zuiver gevalletje takkiya. Ze hebben een punt.

Op 18 juni verschijnt van Peter Edel: De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen).

take down
the paywall
steun ons nu!