Abdellatif Riffi over diabetes bij allochtonen

Abdellatif Riffi over diabetes bij allochtonen

dinsdag 26 juni 2012 11:34
Spread the love

Diabetesproject Foyer: medisch en sociaal nuttig? Een wetenschappelijke evaluatie door Dr. Abdellatif Riffi

Diabetes bij de allochtone bevolking: een probleem waar Integratiecentrum Foyer al een hele tijd tracht op in te spelen. Met vallen en opstaan, want het is nog een werkterrein waar weinigen op actief zijn. Dr. Abdellatif Riffi wijdde er een wetenschappelijke studie aan en doet een aantal vaststellingen en aanbevelingen. Je leest er ook over op Mikadonet.nl.

“Een paar jaar geleden werd er mij door de Foyer van Molenbeek de vraag gesteld, hoe het nu eigenlijk komt dat Marokkanen en Turken met diabetes zo moeilijk te behandelen zijn en dat hun bloedsuikerwaarden zo aan de hoge kant stonden.
De interculturele bemiddelaarsters wisten me er ook te melden dat ze tijdens de consultaties dikwijls merkten dat de patiënten maar weinig kennis hadden over hun ziekte (diabetes) en dat ze vaak de dieetmaatregelen en medicamenteuze behandeling niet correct opvolgden.”

Gezien het feit dat deze groep van patiënten sowieso weinig bekend is in het medisch landschap leek het ons interessant om dit eens van dichterbij te bekijken. Het gaat hier om een ernstig probleem dat onze grotere binnensteden kenmerkt, vooral in volkse middens.
Het is nuttig om te achterhalen welke tussenkomsten hierbij wèl en welke niet efficiënt zijn, en hoe een voorlichtings-DVD best ineen zit en omkaderd wordt, eventueel ook in de tijd bij herhaling geconstrueerd wordt, als men echte efficiëntie beoogt.

In Mechelen was al eens een studie uitgevoerd waarbij Marokkaanse met Belgische diabetici werden vergeleken. Hieruit bleek dat de glycemie 23% hoger lag bij de Marokkaanse diabetici. De Hba1c (parameter die de diabetesregulatie weergeeft) lag tevens significant hoger bij de Marokkaanse diabetici, (hoe hoger de Hba1c, hoe slechter de diabetesregulatie).
Verder bleek uit de studie dat het aantal Marokkaanse patiënten met complicaties ten gevolge van diabetes op 33% lag, terwijl dit slechts 13% was bij de Belgen. Deze studie toonde dus duidelijk aan dat de Marokkaanse diabetici duidelijk slechter geregeld waren dan de Belgische diabetici

Dit is de context van waaruit dan een literatuurstudie uitgevoerd werd, die aantoonde dat ook in het buitenland werd vastgesteld dat diabetes vaker voorkwam bij de allochtonen, dat de diabetesregeling er minder goed in de hand gehouden werd bij allochtone,  en dat de diabeteskennis zelf ook veel zwakker was bij de allochtone groep van diabetici dan bij de anderen.
Men stelde daar tevens vast  dat een verbetering van de kennis over diabetes bij allochtone patiënten er voor zorgde dat de diabetes beter geregeld raakte. Vraag is: hoe kom je tot verbeterde kennis, en hoe kom je tot een type kennis dat ook tot betere regeling leidt?

We hebben  toen de studie gekozen uit Texas, Starr County, waarbij men bij Mexicaanse immigranten met diabetes de diabeteskennis is gaan nakijken door middel van een gevalideerde 24-vragenlijst die men met “ja-neen” of “ik weet het niet” moest beantwoorden.
Het idee groeide toen om die vragenlijst te vertalen naar het Nederlands, Turks, Arabisch en Berbers en deze te gebruiken in een eigen diabetesproject hier in België. De Berberse versie werd op een geluidsband opgenomen aangezien het praktisch ondoenbaar was om het Berbers alfabet te gebruiken.

Methode
Er werd contact opgenomen met de dienst diabetes van het UZ Brussel aangezien men daar een aanzienlijke groep van Marokkaanse diabetici heeft.
In samenspraak met de diabetologen hebben we een wetenschappelijk diabetesproject uitgewerkt. Marokkaanse diabetici werden gerekruteerd en ze werden ad random verdeeld in drie groepen. Elke groep kreeg bij de rekrutering een 24-vragen-enquete waarmee men de diabeteskennis zou nagaan.
Samen met de mensen van de Foyer werd er een “cultureel aangepast” diabetespaspoort ontwikkeld. Dit was zeer visueel opgesteld en bevatte ook en aantal typische aspecten zoals bv. de ramadan en de jaarlijkse reizen naar het land van herkomst._
Belangrijke vragen voor ons: Hoe wordt een voorlichting (zeg maar: een cultureel aangepaste diabeteseducatie) best gebracht en leidt ze tot verbetering? Is een diabetespaspoort een nuttig instrument?

De eerste groep van Marokkaanse diabetici kreeg enkel de normale zorg die ze altijd kregen, de tweede groep kreeg ook de normale zorg zoals groep 1 maar tegelijk kregen de mensen er  ook een exemplaar mee van het diabetespaspoort.
De derde groep kreeg zoals groep 2 een diabetespaspoort, de normale zorg en een afspraak voor een cultureel aangepaste diabeteseducatie. Deze educatie werd gegeven door de interculturele bemiddelaarsters die een bijkomende opleiding hadden genoten op het vlak van diabetes.

De educatie vond plaats in het UZ Brussel. De educatie bestond uit een film in het Marokkaans Arabisch of Berbers die alle aspecten beschreef van diabetes. Daarnaast werd er ook een presentatie gegeven door de intercultureel bemiddelaarster en kregen de patiënten achteraf ook nog de mogelijkheid om vragen te stellen.
Bij de drie groepen werd de enquête telefonisch herhaald na één maand en zes maanden.

Resultaten
Momenteel is er een groot gedeelte van de gegevens geanalyseerd en kunnen we reeds enkele conclusies trekken. We zijn eigenlijk naar twee grote zaken gaan kijken, namelijk de diabetesregeling en de diabeteskennis.
De diabetesregeling hebben we kunnen bepalen via de glycemie en de Hba1c (parameter die de diabetesregeling weergeeft). De diabeteskennis daarentegen hebben we kunnen bepalen via de 24-vragen-enquête die we in de verschillende talen hadden vertaald. Daarnaast hebben we ook nagekeken welke mensen welke alternatieve therapieën ooit hebben gebruikt voor hun diabetes.

Na selectie van alle valide enquêtes kwam men op 127 Marokkaanse diabetici die gerekruteerd werden via de dienst diabetologie van het UZ Brussel, waaronder 60 mannen en 67 vrouwen.

Diabeteskennis
Men heeft de drie groepen vergeleken op basis van de scores die ze gemiddeld behaalden op de enquêtes die op de drie tijdstippen werden afgenomen, namelijk op het moment van de rekrutering, een maand later en zes maand later.

In groep 1 (diegene die de normale zorg kregen) was er geen verbetering van de gemiddelde score vastgesteld.
Bij de groep van mensen die ook een diabetespas meekregen (groep 2),  werd er maar een lichte verbetering vastgesteld, maar deze had geen statistische waarde.
De laatste groep 3, namelijk diegenen die van de intercultureel bemiddelaarsters ook een cultureel aangepaste diabeteseducatie kregen, scoorde wel significant beter op de enquêtes.

We vroegen ons toen af hoe lang zo’n verbeterde kennis blijft aanhouden. Daarom werd er 12 maand later een steekproef gehouden waarbij we zagen dat de kennis na 12 maand terug zakt naar het oorspronkelijke niveau.
Dit is een belangrijke vaststelling. Het wijst erop dat zelfs een cultureel aangepaste diabeteseducatie met positief effect, zelfs bij diabetici, meer dan waarschijnlijk moet herhaald worden na één jaar wil men het effect blijvende houden en dat er bij herhaling best telkens een nieuwe aanpassing gebeurt.

Diabetesregeling
Voor de drie groepen heeft men de Hba1c en de glycemie vergeleken om een idee te krijgen van de verbetering van de diabetesregeling.
Daar zagen we dat groep 1 slechts een lichte verbetering kende, groep 2 zelfs een lichte verslechtering, maar groep drie (diegene met de bijkomende educatie) vertoonde wel degelijk een significante verbetering van de diabetesregulatie. Deze verbetering zou zelfs op klinisch vlak een significant verschil kunnen betekenen.

Alternatieve therapieën
Hier hebben we ons vooral gericht op planten en kruiden die werden gebruikt als behandeling van diabetes.
Bij de mannen zagen we dat bij de eerste generatie 62% en bij de tweede generatie 15% reeds dergelijke behandelingen hebben gebruikt voor hun diabetes.
Bij de vrouwen was dat respectievelijk 83% en 33%.

Men kwam uit op 23 verschillende planten en kruiden die gebruikt werden als behandeling, zoals bijvoorbeeld: bittere amandelen, kappertjes, look, olijfolie enz.

Het lijstje:
Marokkaanse naam  vs  Wetenschappelijke naam 
dafla                    Nerium oleander L. 
ghizou                 Daucus carota 
kebbar                Caparis spinosa 
chiba                  Artemesia absynthium 
khzama               Lavandula  dentata L. 
Ain larnab           Globularia alypum L. 
mkhinza              Chenopodium ambrosioides L. 
bachna               Phalaris  canariensis L 
fliou                    Mentha pulegium 
zahtar                 Origanum compactum 
touma                 Allium Sativum 
elkherchouf        Cynara scolimus L. 
Halba                 Trigonella foenum 
Foul elgnawiya    Vigna sinensis 
kermos               Ficus carica L. 
sanouj                Nigella sativa L. 
Ellouz mer          Prunus amygdalus 
A’sandal             Santalum album 
harmal               Peganum harmala 
harragua            Urtica urens L. infusie
Kchour roumman Punica granatum Infusie
zitoun                 Olea europea 
  

Besluit

We moeten er weliswaar rekening mee houden dat we nog een gedeelte van de resultaten moeten analyseren, maar toch kunnen we al enkele conclusies trekken:

We zien wel degelijk zeer positieve resultaten bij het gebruik van een cultureel-aangepaste diabeteseducatie gegeven door interculturele bemiddelaarsters die opgeleid zijn op vlak van diabetes en die werken met een goed opgemaakte film.
Dit positieve effect doe zich voor zowel op vlak van de diabeteskennis als op vlak van de diabetesregulatie. Maar we merken tegelijk ook dat na 12 maand de kennis terug naar het oorspronkelijke niveau zakt.
Dus een regelmatig weerkerende educatie zou wellicht langduriger resultaat kunnen geven. Maar die herhaling zou dan vermoedelijk best telkens met een andere aanpak en inhoud gebeuren.

Hetgeen opviel in dit onderzoek is dat de patiënten zelf aangaven dat ze niet zo happig waren om zich naar een ziekenhuismilieu te begeven voor een educatie. De drempel leek daar blijkbaar toch iets te hoog.
Een vertrouwde omgeving zoals jeugdhuizen, ontmoetingscentra, moskeeën enzovoort waren locaties die wel veel volk zouden kunnen aantrekken. Ook dit is een opmerkelijke vaststelling en ik heb zelf in de praktijk ondervonden dat dit klopt.

Een ander aandachtspunt is dat het diabetespaspoort dat samen met de Foyer is opgesteld eigenlijk geen enkel nut naar voren bracht op vlak van diabeteskennis of -regulatie.
Men zou eens moeten nadenken of zulk paspoort misschien in een andere vorm moet worden opgesteld, maar het zou natuurlijk ook kunnen zijn dat het hier om een totaal onnuttig instrument gaat voor deze populatie en/of voor deze problematiek.
Een ander punt dat naar voren kwam was dat een klassieke voedingspiramide niet zo aansloeg bij deze groep van allochtonen.

Op termijn moet men uiteraard ook nakijken op welke manier de opleiding van de interculturele bemiddelaarsters, in functie van een diabeteseducatie, eventueel nog beter of anders ingevuld zou kunnen worden. Ook de locatie waar de educatie aan diabetici zou plaatsvinden zou moeten gekozen worden met de bedoeling om zo veel mogelijk patiënten te kunnen bereiken.

Gezien het feit dat de ziekte diabetes de komende decennia zal toenemen en zeker in de groep van allochtonen, is het toch wel belangrijk om deze vorm van educatie verder uit te werken.

Dit project lijkt me  een zeer nuttige aanzet hiertoe. Zulke verdere uitwerking zal hoogstwaarschijnlijk wel wat geld kosten, maar langs de andere kant kunnen we door dergelijke educatie de diabetesevolutie bij een aantal patiënten vermoedelijk vertragen. Misschien zal men zelfs een aantal complicaties sterk kunnen reduceren bij deze groep. Dit zal dan voor de samenleving op zijn  beurt ongetwijfeld besparingen opleveren.

Een artikel van Dr. Abdellatif Riffi, gepubliceerd op Mikadonet.nl van het Nederlands kenniscentrum Interculturele Zorg.

Bronnen:

UKPDS

The Starr County diabetes education study

Effect of culturally appropriate health education on glycaemic control and knowledge of diabetes in British Pakistani women with type 2 diabetes mellitus K. Hawthorne

Bio van Dr. Abdellatif Riffi:

Marokkaanse origine, geboren te Mechelen. Huisarts te Mechelen.
Halftijds spoedarts geweest in Janportaelsziekenhuis (2000-2007).
Van 2004  tot en met 2006: consultatiebureau-arts in Zeeland, Nederland.

Van 2006 tot 2011: halftijds doctoraatsassistent aan de VUB.

Synopsis

Diabetes scoort heel hoog bij Marokkaanse allochtonen. Bij Turken ook.
In samenspraak met diabetologen werd een educatieproject uitgewerkt, samen met de Brusselse Foyer vzw (Molenbeek): een film, gepresenteerd door een intercultureel bemiddelaarster, met vraag en antwoord nadien, en een voorstel aan de cliënt om een taal- en cultuur-aangepast diabetespaspoort bij te houden.
Na een vergelijking tussen drie groepen, toont de evaluatie  aan dat een filmpresentatie met gesprek nadien met een intercultureel bemiddelaarster positief effect ressorteert, maar wel jaarlijks – zij het op aangepaste wijze – zou moeten overgedaan worden.
Het bijhouden van een paspoort blijkt geen effect te hebben.

Info & Contact Foyer: Loredana Marchi,  directeur Foyer en Hamida Chikhi, coördinator Interculturele Bemiddelaars 02/411.74.95

take down
the paywall
steun ons nu!