De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

9 december: dag van de “laïcité” in Frankrijk – maar welke laïcité?

Frankrijk is een wonderlijk land. Onlangs vierde de gendarmerie weer het feest van haar patroonheilige, Sainte-Geneviève. Een staatsinstelling als de gendarmerie kan zich ongehinderd als katholiek afficheren en in het publiek katholieke activiteiten ontplooien, zonder problemen.  Maar een leerlinge met een islamitische hoofddoek in een staatsschool is absoluut ontoelaatbaar, laat staan een lerares met zo’n hoofddoek.

woensdag 8 december 2021 22:48
Spread the love

De scheiding van kerk en staat waar Frankrijk prat op gaat, is dus helemaal niet consequent en niet neutraal: wat katholieken mogen, mogen moslims helemaal niet. Maar zeg niet dat de Franse staat aan islamofobie lijdt!

Op 9 december is het in heel Frankrijk Dag van de ‘laïcité’. Een themadag (soms zelfs uitgegroeid tot een themaweek) voor de scholen, maar ook lezingen en debatten in het hele land over dat centrale onderdeel van de Franse politieke cultuur, dat rammelt aan alle kanten.

Op 9 december 1905 werd in Frankrijk de wet goedgekeurd die de scheiding van kerken en staat regelde, de laïcité. Dat was een compromis dat bepaalde dat de staat neutraal was tegenover de godsdiensten, en dat de godsdienst buiten de staat stond. Het ging erom de overheersende invloed van de Katholieke Kerk terug te dringen. Die Kerk was daar uiteraard niet gelukkig mee, maar ze kreeg veel in ruil voor het verlies aan directe politieke invloed, en leerde met de nieuwe situatie te leven.

In het debat over de wet stonden de toleranten en de hardliners tegenover elkaar. De voorstanders van de harde lijn, rabiate atheïsten, wilden de godsdienst zoveel mogelijk verbannen uit het openbare leven. Zij kregen hun zin niet, maar hun strekking herleeft vandaag: godsdienst moet weg uit het openbare leven, mag niet op straat of in het openbaar vervoer – als je godsdienstig wil zijn, doe dat dan binnenshuis en laat het daarbuiten nergens blijken!

De laïcité mag niet kwetsen (Jules Ferry)

De wet van 1905 was voorafgegaan door de uitbouw van het staatsonderwijs, dat het monopolie van het katholieke onderwijs doorbrak. Maar ook dat staatsonderwijs was voorzichtig en gericht op het vermijden van conflicten. Jules Ferry, een spilfiguur in de ontwikkeling van het openbaar onderwijs, hield de onderwijzers voor: “Vraag u af of een vader, ik zeg één enkele, als hij in de klas aanwezig zou zijn en naar u zou luisteren, in alle oprechtheid zou kunnen weigeren in te stemmen met wat hij u zou horen zeggen. Zo ja, zeg het dan niet; anders: spreek dapper door!” (17 november 1883)

In het parlement zei Jules Ferry het, in de discussie over de schoolplicht en de laïciteit van het basisonderwijs, nog krasser: “Als een onderwijzer van een openbare school zichzelf zozeer zou vergeten dat hij een onderwijs zou organiseren dat vijandig, ja kwetsend zou zijn voor de religieuze overtuiging van eender wie, dan zou hij even streng en even snel gestraft worden als wanneer hij die andere wandaad begaan had, namelijk het slaan van zijn leerlingen of het zich tegenover hen te buiten gaan aan schuldige mishandelingen.” (11 maart 1882)

Kwetsen is ok!

De wetgeving en de praktijken die ontwikkeld werden om de staat en de Katholieke Kerk te scheiden, werden universeel en golden ook voor de andere erkende godsdiensten, zoals jodendom, protestantisme, evangelisme… Maar inmiddels is de islam daarbij gekomen, en heeft de spanning tussen die godsdienst en de staat geleid tot het uithollen van de klassieke laïcité en het omvormen daarvan tot een wapen tegen de islam. Het respect voor alle godsdiensten dat de grondwet en het “Charter van de laïciteit voor de scholen” iedereen in het onderwijs voorhoudt, heeft plaats gemaakt voor het soort onderwijs waar Samuel Paty aan ten onder gegaan is, met lesmateriaal dat de leerlingen, zowel moslims als andere, confronteert met de goorste beledigingen van de islam.

De scheiding van godsdienst en staat wordt in de nieuwe laïciteit ook doorbroken, maar nu is het niet meer de godsdienst die zich mengt in staatszaken, maar de staat die zich bemoeit met de godsdienst en dwang en controle gaat uitoefenen. Dat is allemaal gericht tegen de islam, maar ook vertegenwoordigers van katholicisme, protestantisme en joodse godsdienst hebben al blijk gegeven van verontrusting.

De moord op Samuel Paty werd door president Macron aangegrepen als een welkome aanleiding om de islam aan te pakken, hinderlijke organisaties te verbieden, en controlemaatregelen te laten uitwerken en invoeren. Samuel Paty, in feite een ontspoorde leraar – al moet je hem dat niet al te kwalijk nemen, want hij werd aangestuurd met lesmateriaal en -instructies van de overheid – werd heilig verklaard, een modelleraar. De eindeloze reeks herdenkingen van de man dienen om de publieke opinie en het onderwijs te sturen in de richting van de neolaïciteit, die offensieve, agressieve herformulering van de laïciteit als een wapen tegen de islam.

Offensieve of pacifistische laïciteit?

Wat een gedegenereerd land, Frankrijk! Toch is er hoop. Niet alleen omwille van de schooljeugd waarvan heel wat elementen niet akkoord gaan met de zwendel van Macron, en omwille van de jonge werkende bevolking die nogal andersdenkend is. Maar terwijl de minister van Burgerschap, Marlène Schiappa, die een “laïcité offensive” promoot en die de onafhankelijke overheidsdienst Observatoire de la Laïcité, verdediger van de klassieke laïciteit van 1905, heeft afgeschaft en vervangen door een dienst die moet werken volgens haar instructies, verschijnt er een boek als La laïcité à l’école (Les Editions de l’Atelier, oktober 2021). Het heeft een ondertitel die herinnert aan de klassieke laïciteit: Pour un apaisement nécessaire, voor een noodzakelijke pacificatie.  En het kreeg een voorwoord van Nicolas Cadène, die “rapporteur général” was van het opgedoekte Observatoire en die een verdediger van de klassieke laïciteit is.

Het boek is een bundeling van essays die vaak de onderwijspraktijk en de klaservaring centraal stellen, en hier is geen sprake van een “laïcité offensive”, maar van een “laïcité de concorde” en worden de woorden van Jules Ferry over het respect voor de religieuze overtuiging van de ouder met instemming geciteerd. Het boek ontsnapt niet aan de ongefundeerde loftuitingen voor Samuel Paty en onthoudt zich van kritiek op diens pedagogisch geknoei, maar het biedt toch een andere denktrant dan die van Macron en Schiappa.

Nu even afwachten wat de vele door de overheid gestimuleerde inititatieven rond de laïcité opleveren, behalve zalvende, ronkende of agressieve woorden van de blablaïcité.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!