Alléén op stal gehouden melkgeiten kunnen de Sahel nog redden

Alléén op stal gehouden melkgeiten kunnen de Sahel nog redden

donderdag 21 juni 2012 14:44
Spread the love

Remi Schiffeleers van geitencoöperatief De Levende Aarde te Alken is sinds jaar en dag een dissidente stem in de samenwerking tussen Noord en Zuid. Net terug uit Burkina Faso, waar hij vijfendertig jaar geleden zijn eerste stappen in de landbouw in het Zuiden zette, is hij mijn ideale sparringpartner in globaal denken vanuit voedselperspectief. Vandaag zitten we samen rond de tafel om een inventaris op te maken van zijn bevindingen.

“Denk globaal, eet lokaal!”. Ook het eerste deel van onze slagzin vraagt om aandacht. Wereldwijd lijden 950 miljoen mensen honger, hebben nog eens dubbel zoveel mensen een tekort aan vitaminen en mineralen en tonen 186 miljoen kinderen duidelijke indicatoren van ondervoeding. Tegelijkertijd kampen mensen meer dan ooit tevoren met overgewicht en wordt er per Europeaan 179 kilogram aan voedsel verspild. Als socio-culturele vereniging werkzaam rond voeding kan VZW Voedselteams onmogelijk blind zijn voor dergelijke absurde cijfers. Deze cijfers worden sinds een tiental jaren gegenereerd door tal van internationale
organisaties. Worldwatch Institute publiceerde onlangs het rapport Eating Planet 2012, het Barilla Center for Food & Nutrition kwam een week later met straffe analyses en de Europese Rekenkamer berekende de doeltreffendheid van de Europese ontwikkelingshulp voor de voedselzekerheid in Afrika bezuiden de Sahara.

Evidence based worden oorzaken en oplossingen voor de mondiale voedselproblematiek tussen de kantoormuren bedacht met cijfers en analyses uit het veld. Ik vroeg me af hoe dergelijke analyses door de boer in het veld werden gemaakt. Noem het boerenwijsheid, niet in functie van, maar als een aanvulling op de wetenschap. Daarvoor zocht ik een Voedselteamproducent op die sinds dertig jaar op een vrij unieke wijze protesteert tegen honger in de wereld. Het begin van een drieluik over mondiale landbouw vanuit het standpunt van de boer.

“Alléén op stal gehouden melkgeiten, miljoenen vlinderbloemige voederbomen en tonnen stalmest kunnen de Sahel nog redden”

Vandaag zitten we samen rond tafel om een inventaris op te maken van zijn bevindingen. De tafel waaraan we zitten is zelf een toonbeeld van interculturele uitwisseling. Een uitwisseling waar zowel wetenschap als praktijkervaring centraal staan. Op onze plaats hebben reeds honderden mensen uit de hele wereld naast elkaar gezeten. Hier wordt samen gegeten, gediscussieerd en gelachen … en vooral kennis uitgewisseld. De tafel van Trakomula is op deze manier een stille getuige in de strijd tegen honger in de wereld vanuit een brede waaier aan perspectieven en culturen. Aan de hand van een interview probeer ik de vrucht van deze
jarenlange uitwisseling tastbaar te maken.

Wat is Trakomula?

We hebben dertig jaar geleden gekozen om het [d.i. geïntegreerde, familiale landbouw] zélf te doen in de praktijk. We opteerden om niet enkel een ongesubsidieerde economische activiteit te organiseren, maar hiernaast ook aan kennisoverdracht te doen via uitwisseling en  solidariteit. Voor dit tweede, pedagogische, luik werd Trakomula opgericht. Hieronder verstaan we TRAining & COnsulting MUndiale LAndbouw. De vzw wil samen met mensen die duurzame landbouw in de praktijk willen realiseren naar hun mogelijkheden zoeken. Vervolgens proberen we deze ideeën samen in de praktijk te brengen. Uniek aan ons project is de focus op het Zuiden.”Denk globaal, eet lokaal!”. Ook het eerste deel van onze slagzin vraagt om aandacht. Wereldwijd lijden 950 miljoen mensen honger, hebben nog eens dubbel zoveel mensen een tekort aan vitaminen en mineralen en tonen 186 miljoen kinderen duidelijke indicatoren van ondervoeding. Tegelijkertijd kampen mensen meer dan ooit tevoren met overgewicht en wordt
er per Europeaan 179 kilogram aan voedsel verspild. Als socio-culturele vereniging werkzaam rond voeding kan VZW Voedselteams onmogelijk blind zijn voor dergelijke absurde cijfers. Deze cijfers worden sinds een tiental jaren gegenereerd door tal van internationale organisaties. Worldwatch Institute publiceerde onlangs het rapport Eating Planet 2012, het Barilla Center for Food & Nutrition kwam een week later met straffe analyses en de Europese Rekenkamer berekende de doeltreffendheid van de Europese ontwikkelingshulp voor de voedselzekerheid in Afrika bezuiden de Sahara.

Gedurende dertig jaar bezocht je verschillende Afrikaanse landen. Welke landen zijn dit?

Mijn verhaal in Afrika loopt van Marokko tot Zuid-Afrika. Onderweg zie je – en dit klinkt misschien een beetje gek – dat vele van de mensen waarmee ik in contact kom, besmet zijn met “ontwikkelingshulp denken” in de zin dat men vooral denkt aan krijgen wanneer men een blanke ziet. Wij zijn echter uitgegaan van het principe van kennis en inzicht leren in de praktijk. In plaats van materialen en geld, schenken wij arbeid.

Wat zijn de grootste uitdagingen voor de landbouw in deze Afrikaanse landen?

Als je West-Afrika bekijkt, zal iedereen je zeggen dat de droogte het grootste probleem is, maar in landen als Congo, Kenia, Kameroen, … heeft men overal eigenlijk hetzelfde probleem: veel te lage opbrengsten in functie van de beschikbare oppervlakte. In bepaalde gebieden is water het meest zichtbare probleem, maar het fundamentele probleem is het gebrek aan organisch materiaal, organische stof in de grond. Problematisch is dat de opbrengsten hierdoor dalen terwijl net deze landen met een constante demografische groei te maken hebben. In de meeste Afrikaanse landen zie je een demografische groei van 4% per
jaar. Dat betekent dat men om de vijfentwintig jaar de opbrengsten net zou moeten laten verdubbelen. Op het eerste gezicht lijkt het alsof het in Afrika allemaal aan het uitdrogen is. We moeten ook de vraag durven stellen naar de oorzaak van deze droogte. Volgens mij is dat, landbouwkundig gezien, niet zo zeer een probleem van water, maar van hoe men met het ecologisch systeem omgaat.

Bedenken we ook dat de grond van Marokko tot Zuid-Afrika de laatste honderd jaar nooit meer fatsoenlijk gevoed werd. Deze grond moest immers altijd blijven produceren. Een andere factor is dat de grond ook zwaar getergd wordt door broussebranden en loslopend vee. Dat vee graast alles af, maar geeft niets in de plaats. De plaatselijke fauna is hierdoor zwaar aangetast. Vaak gaat het om een combinatie van factoren: veehouders stoken grote gebieden land af om een nieuwe opkomst van gras te forceren. Een even bepalende factor is de erfenis van koloniale teelten. De intensieve monoculturen van toen zijn vandaag nog steeds medeverantwoordelijk voor droogte en een laag humusgehalte. Kijken we bijvoorbeeld naar het Senegalbekken, het gebied van Kaolack tot voorbij Thiès, dat vele jaren gediend heeft als grote toeleverancier van aardnoten en katoen
voor Europa. De grond voor deze teelten werd nooit fatsoenlijk gevoed. Er werd daarentegen nog eens extra veel gekapt om de velden groter te maken. Op die manier krijg je natuurlijk een volledige aantasting van de bodemstructuur en een degradatie van het plaatselijke ecosysteem. Dit heeft een enorme daling, zelfs bijna een afwezigheid, van organisch materiaal oftewel humus in de grond tot gevolg. Op die manier kan er weinig water vastgehouden worden. Hierdoor geraak je als boer al snel in een negatieve spiraal.

Als iemand in West-Afrika bijvoorbeeld duizend kilogram gierst per hectare produceert, dan kan je spreken van een fantastische opbrengst. In Congo, een land waar veel meer neerslag valt per jaar, haalt men slechts opbrengsten van hetzelfde niveau. Moeten we dan van een probleem van water spreken? Toegegeven, ze hebben in Congo soms wel twee teelten per jaar, maar op een uitgeputte grond twee teelten per jaar zetten is even catastrofaal. Indien Afrika zichzelf wil voeden is de grote uitdaging volgens mij om na te denken over hoe organisch materiaal, het humusgehalte in hun grond, verbeterd kan worden en dat is
uiteraard veel meer dan een beetje water geven.

Deze tekst is van Bart Thoelen, medewerker van Voedselteams. Voor de volledige tekst en bijhorende foto’s, zie hier.

take down
the paywall
steun ons nu!