De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Nog enige feiten en visie over moeder- en vaderrol, crèches, familie en emancipatie

vrijdag 7 oktober 2022 13:29
Spread the love

Met “De tweede shift van de hulp” heeft de opmerkelijke journaliste Bieke Prunelle, die onder andere uitstekende commentaren bij de koers schrijft in de zomer, een rijke synthese geboden, een evenwichtig beeld (in De Standaard van 7 oktober, als voorlopige bekroning van een hele week intens krant-aangestuurd debat over ouderschap, het crèche-systeem, emancipatie en wat de kleinste kinderen nodig hebben, begonnen na de uitschuiver van het Vlaamse Parlement en voorzitster Homans, die veel ouders en crèche-uitbaters in het verkeerde keelgat is geschoten). Ik heb dat graag gedeeld op sociale media. Omdat u zou weten wat Purnelle zegt, geef ik wat citaten, en daarna laat ik een paar kritische bedenkingen volgen.

 

Purnelle:

“De meeste baby’s en peuters in dit land brengen hun prilste levensjaren grotendeels door in de kinder­opvang. Je moet het grut wel ergens kwijt natuurlijk, terwijl er brood op de plank wordt verdiend. De tijd dat fabrieksarbeidsters hun baby’s in kartonnen dozen met een touw aan het plafond van de fabriek hingen, is al even voorbij.

Wat het grut daar zelf van vindt, ­ weten we niet. De communicatieve vaardigheden van baby’s en peuters zijn niet van die aard dat je er ­gemengde gevoelens uit kunt afleiden. Dat moeders altijd al gejongleerd hebben met werk om den ­brode en de zorg voor hun kroost, weten we dan weer wel. Overal en ­altijd hebben vrouwen kinderen ­verzorgen gecombineerd met voedsel verzamelen en bereiden, spinnen, naaien, looien, brouwen, wassen, repareren, fabriceren en handel drijven.

Dat lukte omdat kinderen niet alleen verzorgd werden door hun moeders, maar door de ­gemeenschap, waar vooral vrouwen ­elkaars kinderen in de gaten hielden, voedden en opvoedden. Pas aan het einde van de 19de eeuw werden huis en werk twee artificieel gescheiden werelden.

Het in sommige conservatieve kringen verheerlijkte ‘ideaal’ van de moeder aan de haard is weinig meer dan een kortstondig 20ste-eeuws randverschijnsel en een gedateerd statussymbool. Vrouwen van wel­gestelde kostwinners bleven thuis, een model dat onder christelijke ­invloed ook wettelijk werd verankerd door vrouwen financieel handelingsonbekwaam te maken en gehuwde vrouwen uit publieke functies te ­weren. Niet hoger opgeleide en ­minder fortuinlijke vrouwen ploe­terden ook toen al onderbetaald.

Niet dat huisvrouwen buiten­gewoon gelukkig werden van hun monotone bestaan. Het collectieve ongenoegen van vrouwen die thuis als kamerplanten achter de gordijnen wegkwijnden, met het avondmaal en de was als enige ambitie, was een van de motoren van de tweede feministische golf, een beweging die werd aangestuurd door hoog­opgeleide vrouwen die zich intellectueel, maatschappelijk en persoonlijk wilden ontwikkelen. Naar de ­grote groep arbeidsters en andere ­lageloonsters werd amper geluisterd.”

Economische onafhankelijkheid werd een doel op zich. Het mainstream feminisme ging meer en meer over het glazen ­plafond, waar vrouwen nietsontziend en op hoge hakken doorheen zouden stoten. ­Geëmancipeerd werd zo ­synoniem voor economisch ­rendabel. Kinderen werden obstakels.

Natuurlijk bracht kinderopvang veel kansen. Vrouwen gingen ­massaal aan het werk. Maar mannen ­gingen niet massaal aan het zorgen en poetsen. Viel dat even tegen.

De eenzijdige focus op arbeidsparticipatie van het mainstream ­feminisme heeft geleid tot een ­gapende kloof tussen de hoog­opgeleide carrièremoeder, die zorg en huishouden kan uitbesteden in ruil voor geld, en de lageropgeleide, ­onderbetaalde moeder die niets uit te besteden heeft en na het zorgen voor de kinderen van een ander nog haar eigen gezin moet zien te bestieren; tussen de goed boerende tweeverdieners en de single ouders die nooit hoeven te onderhandelen over wie de boodschappen doet of de was vouwt.”

“Ouders, ook ­vaders, beginnen zich af te vragen in welke val ze zijn getrapt, nu de mythe dat werk en ­gezin vlot te combi­neren vallen, wordt doorgeprikt.”

De doorgeslagen kapitalistische kijk op zorg, en op de rol van die zorg in de samenleving, heeft de ­poten onder het meubilair weg­gezaagd. Op alles wat deze samen­leving in stand houdt – reproductieve en niet-winstgevende activiteiten als opvoeden, zorgen en onderwijzen – is de afgelopen decennia beknibbeld en bespaard. Wie werk en zorg niet gecombineerd krijgt of er alleen voor staat, had maar beter moeten nadenken of geen kinderen moeten krijgen. Wie zorgend uitvalt, is zwak en moet zo snel mogelijk gereac­tiveerd worden. Eerst persen we je uit met onhaalbare normen, belachelijke eisen en ondermaatse arbeidsvoorwaarden. Vervolgens, als je ­uitgeteld in de touwen ligt, jagen we je op tot je weer aan de slag gaat. (…)”

 

Kritische toevoegingen.

Dit vind ik dus een briljante, noodzakelijke status questionis. Ik voeg nog een paar gedachten en een getuigenis toe.

Mij lijkt de tijd rijp om weer wat bij te gaan sturen. Na decennia waarin feministen fel aan het stuur van het schip van de samenleving hebben gerukt, mogen andere stemmen weer meer betrokken worden en mee marsrichtingen bepalen, me dunkt. Dat dit op verantwoorde manier mogelijk is, en dat het verwijt “seksistisch” te denken vaak te onpas, en niet wetenschappelijk verantwoord wordt ingezet, weten we nu iemand als Greet Vandermassen al een paar jaar die “bio-logische”  waarheden en visies brengt.

De man komt van Mars, zo wisten sommigen in de jaren tachtig en negentig, de vrouw is van Venus.

Je kunt mannen, zoals u terecht opmerkt, mevrouw Purnelle, niet zomaar een schort omdoen en aan de afwas en de luiers zetten.

Even goed ben ik natuurlijk blij dat vele verstandige, denkende vrouwen (met kleinere behoefte moeder te worden en te zijn), sinds Virginia Woolf konden weggaan uit die rollen.

 

Omvolking?  Of natuurlijk-menselijke verlangens die in de kou gezet worden voor een cocktail van productie en consumeren…

De slinger van de mentaliteit is ver doorgeslagen, me dunkt, sinds een jaar of vijfentwintig. Roos is een buurvrouw met Vlaamse blanke stamboom. Achteraan de dertig en moeder van vier blakende kinderen. Intussen is zij drie soorten Arabisch machtig en zij is gehuwd met een Marokkaans-Belgische man. Een stabiel en gelukkig, tevreden huwelijk. Roos getuigde in een interview dat zij deze beslissingen ook juist nam omdat zij vanuit diep in haarzelf heel graag kinderen wilde. Moeder zijn, een familie besturen. Reeds op school in de jaren negentig, leek de maatschappelijke druk meisjes in een heel andere richting te duwen. Seks en “voortplanting” kwam vooral ter sprake in de lessen rond “anti”-conceptie. “Een meisje zoals ik, die met passie uitkeek naar moeder mogen worden, die bleef op haar honger. Je leerde in het secundair zo goed als niets over hoe je een huishouden doet of hoe je een goede moeder kunt worden”. Bepaalde dappere, nijvere, intelligente vrouwen hebben dit wellicht toch ook juist op het geweten!

 

Overigens, beste journaliste, lijkt u mij er zich zeer welsprekend maar wel al te gemakkelijk van af te maken wat de traceerbaarheid van de kwaliteit van ouderschap voor baby’s betreft. Kunnen we echt niet te weten komen wat zij ervan vinden/voelen? Zou geen enkele moeder daar iets kunnen over zeggen? Ik las met grote interesse een paar werken die daar heel veel over zeggen. Zoals “Het natuurlijke continuüm” van Jean Liedloff, die na langere tijd te leven tussen en met een inheemse stam in Latijns-Amerika, indringende maatschappijkritiek levert op het westerse consumentisme en die krachtig pleit om heel veel lichaamscontact met baby’s te onderhouden. U weet dat met jaren vertraging de WHO daarin is gevolgd, met zijn advies aan jonge ouders om kindjes vanaf de geboorte zoveel mogelijk op het lichaam te houden en te transporteren. De voordelen blijken immens, voor geest en lichaam. Lees verder zeker “De spiegel van het paradijs”, de biografie van de vooraanstaande ethologe Biruté Galdikas, die in Borneo werkte.

Aan verstandige mensen zoals de schrijfster zou ik ten slotte nog deze overweging willen meegeven. Denkt u niet dat de kans groot is dat in deze kwestie, die ons verbindt met de hogere zoogdieren in het Dierenrijk, de kans bestaat dat wij, en dan vooral de baby’s, de driejarigen en de ouders, het slachtoffers zijn van een fenomeen, een kloof die ons als westerse moderne maatschappij ook in andere domeinen sterk parten speelt? Ik bedoel de vervreemding van de mens ten opzichte van de natuur. Zoals in die andere gevaarlijke maar zeer laattijdig opgemerkte domeinen als ecocide, milieuschade, de bijna ondenkbare, massieve, planetaire klimaatverstoring, de voor millennia doorwerkende bedreiging van biodiversiteit (het uitsterven van soorten) en natuurverloedering door giften allerhande, en uitputting van allerlei eeuwig geachte voorraden en grondstoffen.

 

Toemaatje

Een reactie in de lijn die ik verdedig, van iemand anders.

Lore:

Misschien schrijven er zoveel columnisten over de kinderopvang omdat er ook écht iets moet veranderen. Wie daarvoor de kosten moet betalen (ouders of overheid) kan onderwerp zijn van discussie. Maar iedereen die tijd doorgebracht heeft in een crèche waar 18 baby’s het met twee begeleidsters moeten stellen zou tot dezelfde conclusie moeten komen: dit is onmenselijk. De taferelen die je ziet in een crèche die het wettelijk toegestaan minimum aan personeel inzet zijn hartverscheurend: een baby’tje van 3 à 4 maanden dat trilt van het huilen zonder dat er iemand tijd heeft om het te troosten, kindjes die rood-doorlopen ogen hebben van vermoeidheid omdat ze tussen al het gehuil de slaap niet kunnen vatten, baby’tjes die gebeten en geduwd worden door grotere peuters zonder dat er iemand kan ingrijpen. 9 baby’s per begeleider is écht véél te veel. Dit weglachen is immoreel.

 

Mijn stukje over “Samen slapen” en de kracht die deze praktijk, en bij uitbreiding het samen leven met de kleinsten in veelvuldig warm contact, zowel aan ouders als aan de kinderen, tot ver in de volwassen tijd geeft, is in het kader van dit debat zeer actueel. Het werd intussen bijna tienduizend keer gelezen:

mogen-we-samen-slapen-aub-zo-wordt-het-leven-werkelijk-een-geschenk/

 

Illustraties

“Home” en “Morning Paper” door Haynes King (1831 – 1904)

Home, Haynes King, eind 19de eeuw

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!