Indringende berichtgeving op 16 februari bij Wim De Vilder in het journaal van VRT Eén en straks in Pano.
Het is mij triest en boos te moede: liever had ik niet zo duidelijk gelijk gekregen. Ik schrijf al sinds 1997, dit is sinds 25 jaar, in kranten en op fora als van De Standaard en Knack en in mijn blog bij dewereldmorgen.be over de vele depressies, de angstproblematieken, de onaanvaardbaar hoge zelfdodingscijfers. Zoals De Vilder het adequaat samenvat, schrijf ik het al een jaar of zeven: “als wij een fysiek letsel hebben, kunnen wij direct terecht, maar bij mentale nood niet. Dat moet veranderen ; er moet een grote verschuiving van middelen plaatsvinden!”
Er is niet eens plaats voor een op de twee jongeren met mentale problemen” horen wij. En dat was de situatie voor Corona!
De hoeveelheid mentale problemen bij jongeren is sterk toegenomen in Corona tijd. Ook iets waar ik voor gewaarschuwd had.
Medestanders in dit debat vond ik onder andere in Dirk De Wachter, Peter Adriaenssens,
Guy Tegenbos de senior journalist van De Standaard met een knack voor het sociale, het politieke en de geestelijke gezondheid,
Ingrid Jongeneelen, voorzitster van patiëntenvereniging Uilenspiegel,
Els Van Hoof volksvertegenwoordiger op het nationale, federale niveau en geworteld te Leuven, Eddy Van Tilt, voormalig therapeut in de jongerenopvang Oikonde te Leuven, Katrien Cornette, de spirituele pastor van UZ Bierbeek Sint Kamillus en anderen.
Laat ons hopen dat de acute crisis bij studenten en de Pano-alarmbel (vanavond op Eén) iets grondigs gaan veranderen.
In de diepte is het overigens mijn overtuiging dat ouders, en dan vooral moeders weer meer van nabij bij de opvoeding kunnen betrokken zijn. In de eerste duizend levensdagen leggen wij een basis. Daar ontwikkelt een mens een vlot werkend brein en een stevige ruggengraat. Soms moet een algemeen geldende opvatting in vraag worden gesteld. De veralgemeende crèchecultuur maakt slachtoffers, en dat geldt vrij letterlijk.
De dringende wijziging in perspectieven, mensbeeld en waarden zal nog iets anders moeten behelzen.
Geloof als medicijn voor de geest?
Een authentiek gelovig mens is volgens mij op diverse manieren beter af. Zo is hij of zij ook beter beschermd, ceteris paribus, tegen grote innerlijke onrust. Tegen eenzaamheid. Dat laatste is een risicofactor voor depressie. En dit dan weer voor zelfdoding… dat weet elke therapeut.
– De katholiek (of evangelical, Lutheraan of Anglicaan, Boedhist of Shintoïst…) heeft vaak steun aan de parochiegemeenschap. De mens is van nature een ‘gezellig’ wezen. Maar vandaag ontrafelt het sociale netwerk voor velen.
– Bidden met God, Jezus en heiligen kan veel oriëntatie en steun en inspiratie bieden. En kan stoom helpen aflaten.
– De heilige teksten lezen en overdenken, zoals de 150 psalmen, kan helpen de levensmoed op peil houden.
– Rituelen zijn evident een grote kracht. Des te meer als zij in een sociaal kader zoals de Kerk kunnen plaatsgrijpen.
Dit alles schreef ik al in Tertio in een brief, een jaar of tien geleden. Daar kreeg ik van bepaalde personen met veel levenservaring en mensenkennis, uitermate positieve reacties op.
Intussen is dit alles acuut relevant. Vandaar dat ik in de pen meende te moeten kruipen.
Ik hoop dat mijn tekst een kleine steen kan bijdragen, een klein stapje vooruit mag zijn.