Eye on Palestine sprak met Hasan Nakhleh van Toot ARD

Eye on Palestine is een festival dat kwaliteitsvolle en prikkelende Palestina-gerelateerde film en kunst in België promoot. Raadpleeg het volledig programma op www.eyeonpalestine.be

donderdag 27 maart 2014 14:16
Spread the love

Mountain Reggae van de
Golan

Maandag jl. opende
de vierde editie van Eye on Palestine in de Brusselse KVS. Op het programma
stonden de film Apples from the Golan en een concert van Toot Ard, een groep
van vijf twintigers uit Majdal Shams. Toot Ard wordt één van de meest
veelbelovende groepen uit de levant genoemd. Ze charmeerden het publiek met
muziek die de vertrouwde categorieën moeiteloos overstijgt.

Eye on Palestine
had een openhartig gesprek met zanger en pianist Hasan Nakhleh over genres,
grenzen en identiteit – of de overdosis daarvan.

De muziek die Toot
Ard speelt, past niet in een hokje. Hoe beschrijven jullie het zelf?

We spelen met reggae- en skaritmes, waar we allerlei
elementen inbrengen, vanuit klassieke Arabische muziek, maar ook uit jazz en
Afrikaanse muziek. Verschillende bandleden starten binnenkort studies aan het
conservatorium en de meeste zullen verdergaan in jazz. De klassieke Arabische
muziek hebben we allemaal van thuis uit meegekregen. Het genre bestaat nog niet
denk ik, wij noemen het mountain reggae.

Hoe liep jullie
muzikale pad tot wat jullie nu spelen?

Toen we tieners waren hadden we een andere band, met
dezelfde leden. We heetten Red Line, en komt misschien als een verrassing, maar
we zijn begonnen bij metal. Dat was waar we als tieners naar luisterden. De
klassieke Arabische muziek kregen we van thuis mee. We allemaal op de
muziekschool in Majdal Shams waar we de klassieke Arabische instrumenten
leerden bespelen. Rami (drums, broer van Hasan) en ik komen uit een
muzikale familie waar veel ‘serieuze’ Arabische muziek gespeeld wordt – de ‘heavy
stuff’ (lacht)
. Later ontdekten we The Beatles en Bob Marley en toen zijn
we covers beginnen spelen. Ongeveer vijf jaar geleden zijn we gestart met eigen
composities. Daarmee was Toot Ard geboren.

Toot Ard. Waar
komt de naam vandaan?

In de Golan is het Arabische woord voor aardbeien toot ard.
We luisterden veel naar reggae en het was tijd om het nieuwe project een naam
te geven. Zhet mocht niet te vergezocht zijn, maar toch symbool staan voor de
muziek die we maken. We spelen omdat we willen spelen, meer vanuit een gevoel
dan vanuit ons hoofd. We kwamen per toeval op Toot Ard en we hebben er niet
veel meer over nagedacht, het klopte.

Er komt veel samen
in jullie muziek. Verschillende muzikale genres, Arabisch en Engels, de stem
van een nieuwe generatie naast poëzie van een vorige generatie. Hoe wordt deze
mix geapprecieerd?

Over het algemeen zijn er twee uiteenlopende reacties.
Enerzijds is er een nood aan alternatieve Arabische muziek. We worden
overspoeld met Arabische popmuziek, die plastieken business waar enorm veel
geld mee gemoeid is en die je overal tegenkomt. Anderzijds zijn er mensen die
niet akkoord zijn met de manier waarop we met de klassieke Arabische muziek aan
de slag gaan. Die liever bij de wortels van het genre blijven en niet verrast
willen worden met nieuwe interpretaties ervan. We worstelen zelf nog met het
evenwicht.

We werken aan een nieuw album met veel meer Engelse teksten.
Van het Arabische publiek hebben we hier al teleurgestelde reacties over
gekregen. Mensen daar hebben niet per se nood aan dat Engelse. Maar we spelen
vaak voor publiek dat geen Arabisch begrijpt, en hoewel het interessant kan
zijn om naar Arabische teksten te luisteren zonder ze te begrijpen, is het fijn
om ook te zingen in een taal die dat publiek wel begrijpt.

In één van jullie
nummers is een gedicht van Mahmoud Darwish verwerkt, in het Engels. Hoe ben je
daartoe gekomen?

Dat ging per toeval. Ik las in een boek een gedicht van
Darwish, Ahmad Al-Za’atar. Het is en fel gedicht, over een Palestijns vluchtelingenkamp
in het zuiden van Libanon. Er stond een prachtige Engelse vertaling naast die
op zichzelf een nieuw, ander gedicht werd. Darwish is geliefd en geprezen
vanwege zijn talent om Palestina in woorden te vatten. Maar als je uit het
nieuwe gedicht de typisch Arabische elementen weglaat, vat het iets even sterk
en universeel. Het gaat over identiteit, of de zoektocht daarnaar, op zo’n
manier dat iedereen er zich in kan herkennen. Ik vind mezelf geen groot
schrijver, maar aan deze tekst moest weinig veranderd worden. Ik kon de
verschillende stukken zo in de muziek passen.

Majdal Shams ligt
dichter bij Damascus en Beiroet dan bij Tel Aviv en Jeruzalem. Maar jullie zijn
er nog nooit geweest. Jullie muziek overstijgt de grenzen van genres, maar
jullie zitten vast tussen de politieke grenzen.

Het is absurd. Zowel in Syrië als in Libanon wonen vrienden
en fans, en we hebben al verschillende uitnodigingen ontvangen om daar op te
treden, maar we kunnen er niet naartoe. Damascus is het dichtste bij, op anderhalf uur 
rijden. Jeruzalem en Ramallah drie uur, Haifa en Beiroet twee uur. We staan met onze rug
tegen de grens en kunnen enkel naar het zuidwesten kijken. In één van onze
nummers vertellen we hierover. Het gaat over een vogel die vrienden gaat
groeten in de steden waar we niet naartoe kunnen. Onbereikbare steden en
plaatsen, we spreken bewust niet van landen en naties, van grenzen en
nationaliteiten die amper honderd jaar geleden zijn uitgevonden.

Plaatsen waar we niet naartoe kunnen, bedienen we met Youtube. Naar Jordanië
en Egypte kunnen we wel reizen, en daar hebben we al opgetreden. Tunesië is
misschien ook een mogelijke bestemming, misschien Marokko ook. Maar that’s
it
wat de landen in de regio betreft. Daarom is het voor ons ook belangrijk
om hier te komen spelen, in Europa, en op alle mogelijke plaatsen ter wereld.
We zijn op zoek naar de ruimte die we thuis missen.

De Golanhoogte
werd bezet in 1967 en in 1982 door Israël geannexeerd. Israël biedt de inwoners
ook de Israëlische nationaliteit aan. Wordt die nog steeds geweigerd door de
oorspronkelijk Syrische bevolking?

Ja, maar minder fel dan vroeger. Toen de Golan geannexeerd
werd in de jaren ’80, was het verzet bij de bevolking groot. Toen de Israëlische
nationaliteit werd aangeboden was bijna iedereen het erover eens: ‘wij zijn
Syriërs en willen Syriërs blijven’. Er was een bijna volledige boycot van het
aanbod, slechts een paar honderd mensen aanvaardden de Israëlische
nationaliteit. Dus wij zijn nu ‘permanent resident’, we betalen belastingen aan
Israël, maar we zijn geen Israëlische burgers. We kunnen niet gaan stemmen, en
we krijgen geen paspoort. Syrische papieren zijn er ook niet meer, of ze zijn
niets meer waard. Dus de nieuwe generaties krijgen allemaal hetzelfde document
waarop staat ‘Nationaliteit: onbepaald’.

Voorheen was er meer strijdlust en eenheid binnen de
bevolking van de Golan, maar de mensen beginnen moe te worden. Israël pakt de
annexatie-operatie ook anders aan. De Golan is een prachtig gebied. Ondertussen
wordt er geïnvesteerd in de oorspronkelijke dorpen, in landbouw, in
toeristische infrastructuur, enz. Het is wrang, maar het werkt. Mensen die
voorheen in een uitzichtloze situatie zaten verdienen nu hun boterham met het
Israëlische toerisme dat op gang gekomen is. Tegelijkertijd worden op school
kleine of grote projecten opgezet door de overheid, die het gevoel van Israëlisch burgerschap moeten
vergroten.

We zitten vast. Steeds meer mensen nemen stiekem de
Israëlische nationaliteit aan, wat vooral reizen naar het buitenland veel
gemakkelijker maakt. Stiekem, want het wordt ervaren als een vorm van verraad
waarop je afgerekend wordt. Tot een paar jaar geleden, voor het conflict in
Syrië uitbrak, probeerden veel jongeren naar Syrië te gaan om te gaan studeren.
Maar ook die optie is verdwenen sinds het conflict in Syrië uitbrak.

Als je zelf een
nationaliteit zou mogen invullen op je documenten, zonder dat de keuze deuren
opent of sluit, wat zou het dan zijn?

Als het echt niets zou uitmaken? Dan zou ik niets veranderen.
Ik hou van het idee, ik heb altijd wel iets gezien in een piratenbestaan. Ik
heb niet voor grenzen gestemd, ik hoef geen ambassade – prima zo! Maar het
maakt wel iets uit, ik heb nood aan een uitweg, ik wil reizen. Dat blijft een ongelooflijk
moeilijk dilemma.

Toot Ard is nog te beleven in Brussel op woensdag 26
maart in Collectif au quai (quai du Hainaut 23, 1080 Molenbeek), op 28 maart in
Epinal (F), op 29 maart in Nancy en op 4 april in Berlijn.

Meer info op https://www.facebook.com/tootard

Vanavond vertonen we om 20u in Sphinx (Gent) de documentaire Genius and Madness, in de KVS (Brussel) worden om 18u Massaker en om 20u Genet à Chatilla gedraaid.

take down
the paywall
steun ons nu!