Tussen 2014 en 2020 steeg het aantal gevallen van moslimdiscriminatie met 500% en deze kwamen voor in 17 staten van India. Dit is heel de regeerperiode van Modi en tegenwoordig is er iedere dag een georganiseerde samenkomst waar moslims worden gediscrimineerd. Dit gaat niet alleen maar over pesterijen, maar over het feit dat er voor moslims geen plaats is in India. Ondertussen zijn er 200 milljoen moslims in India en is dit het tweede grootste moslimland.

Op 24 september werd het Hindutva rapport gepubliceerd, het is een halfjarig rapport om moslimhaat in beeld te brengen in India. Islamofobie is sinds dit jaar verboden door de VN. Het gaat niet om Modi, maar om extreem-rechts in India.

In de eerste helft van ’23 zijn er 255 mensenrechtendossiers opgesteld in India omwille van mensenrechtenschendingen tegen moslims. 80% gebeurdeurde in territoria van de BJP of van haar vakbonden. Deze kwamen vooral voor in het noorden en 29% in Maharashtra. Zeven op de acht grootste staten in handen van de BJP staan bekend om ‘hate speech’. En 52% van alle ‘hate speech’ samenkomsten in BJP staten waren georganiseerd door RSS (de extreem-rechtse hand van Modi). In 12% van de gevallen werd er om de gewapende strijd geëist.

Sinds Narendra Modi in 2014 aantrad als premier van India, hebben verschillende mensenrechtenorganisaties een toename van schendingen van de mensenrechten van minderheidsgroepen, waaronder moslims en christenen, opgemerkt. Sinds 2020 heeft de Amerikaanse Commissie voor Internationale Religieuze Vrijheid opgeroepen om India aan te duiden als een ‘land van bijzondere zorg’ of CPC, vanwege de ‘systematische, voortdurende en flagrante schendingen van religieuze vrijheid in het land’.

‘Het is te gemakkelijk om na te denken over haatspraak in abstracte termen, als een intellectueel debat over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting’, aldus het rapport.

‘Maar… haatspraak heeft gevolgen. Het kan het dagelijks leven verstoren, gemeenschappen destabiliseren en verdrijven, huizen verwoesten en dodelijke rellen en pogroms tegen gemarginaliseerde groepen veroorzaken.’