Cartoon: Carlos Latuff
Ann Wright, Covert Action

Waarom zou iemand zichzelf doden om een oorlog te stoppen?

Zes jaar geleden, in 2018, schreef gepensioneerd VS-kolonel Ann Wright een artikel met dezelfde vraag als in de titel van dit artikel in 2024. Zij stelt de vragen die de politieke elite en mainstream media in de VS en daarbuiten weigeren te stellen. De vraag stellen is ze beantwoorden.

vrijdag 8 maart 2024 14:35
Spread the love

 

Vier jaar geleden in 2018, na mijn terugkeer van een bezoek aan Viëtnam met Veterans For Peace (VFP), schreef ik een artikel met de titel “Waarom zou iemand zichzelf doden om een oorlog te stoppen?

Nu, zes jaar later, hebben, de laatste drie maanden, twee personen in de Verenigde Staten hun eigen leven ontnomen, om het beleid van de V.S. ten opzichte van Palestina proberen te veranderen, om tot een staakt-het-vuren op te roepen, en om financiële steun aan Israël te stoppen, als die wordt gebruikt voor de Israëlische genocide in Gaza. Een tot op heden onbekende vrouw wikkelde zich in de Palestijnse vlag, en zette zichzelf in brand voor het Israëlische Consulaat in Atlanta, Georgia, op 1 december 2023. Drie maanden later hebben instanties de naam van de vrouw nog steeds niet vrijgegeven.

Op zondag, 25 februari 2024, stak Aaron Bushnell, die actief in dienst was bij de Amerikaanse luchtmacht, zichzelf in brand bij de Israëlische Ambassade in Washington, D.C., terwijl hij verklaarde “Free Palestine” en “Stop the Genocide”. Een citaat: “Mijn naam is Aaron Bushnell. Ik ben actief in dienst bij de luchtmacht van de Verenigde Staten, en ik wil niet langer medeplichtig zijn aan genocide. Ik ga een extreme protestactie ondernemen, maar vergeleken met de omstandigheden van  mensen in Palestina, onderdrukt door hun kolonisten, is mijn actie helemaal niet extreem. Onze heersende klasse heeft beslist dat dit normaal wordt – Free Palestine!”

Zoals ik vermeldde in mijn artikel in 2018, hebben veel Amerikanen respect voor de jonge mannen en vrouwen die in het leger stappen, en die beweren hun leven te willen opgeven voor eender wat de Amerikaanse politiek of regering beslist wat het beste is voor een ander land – “vrijheid en democratie” voor diegenen die niet over de Amerikaanse versie beschikken, of zelfbestuur ten val brengen die niet compatibel is met de zienswijze van de regering van de V.S. De nationale veiligheid van de V.S. heeft in feite zelden iets te maken met invasies en bezettingen in andere landen door de V.S.

Maar, wat te doen met een individuele burger die haar of zijn leven opgeeft om de politiek of de regering te doen stoppen om beslissingen te nemen over wat beter is voor andere landen? Zou een ‘gewone’ burger zo bezorgd kunnen zijn over de acties van politiekers of regeringsleden, zodat zij of hij bereid is om te sterven om de publieke aandacht  te vestigen op die acties? Eén bekend en vele minder bekende daden van burgers van de laatste vijf decennia, bieden een antwoord.

Tijdens een bezoek aan Viëtnam met Veterans For Peace in 2014, en gedurende een andere zending met VFP in maart 2018, zag onze delegatie de iconische foto van de bekende boeddhistische monnik Tchich Quang Duc die zichzelf in brand stak in juni 1963, op een drukke straat in Saigon, om te protesteren tegen de onderdrukking van boeddhisten door de regering Diem, tijdens het begin van de Amerikaanse oorlog in Viëtnam. Deze foto staat gebrand in ons collectieve geheugen.

De foto’s tonen honderden monniken rondom het plein die de politie weerhouden, en ervoor zorgen dat iemand die heeft beslist om zich op te offeren, zijn daad kon voltooien. De zelfverbranding werd een keerpunt voor de boeddhistische crisis en was een cruciale daad in de val van het Diem-regime tijdens de beginfase van de Amerikaanse oorlog in Vietnam.

Maar wist je dat verschillende Amerikanen zich ook in brand staken om de militaire acties van de V.S. trachten te beëindigen, in die turbulente oorlogsperiode van de jaren zestig?

Ik wist dit niet, tot onze VFP delegatie, bij de Vietnam-USA Friendship Society in Hanoi, de portretten zag van vijf Amerikanen die hun leven opofferden om te protesteren tegen de Amerikaanse oorlog in Vietnam, en die, samen met mensen van een andere nationaliteit, worden herdacht in de Vietnamese geschiedenis. Ook al zijn deze Amerikaanse vredesactivisten vergeten in hun eigen land, zijn zij vijftig jaar later, bekende martelaren in Vietnam.

Onze zending in 2014 telde zeventien mensen – 6 veteranen van de Vietnamoorlog, 3 veteranen van conflicten uit dezelfde periode, 1 veteraan van de oorlog in Irak, en 7 niet-militaire vredesactivisten – die samen met 4 leden van Veterans For Peace die in Vietnam wonen, leden van de Vietnam-USA Friendship Society ontmoetten op hun hoofdkwartier in Hanoi. Ik keerde terug naar Vietnam in maart 2018, met een andere delegatie van VFP. Na het weerzien van één specifiek portret – van Norman Morrison, besloot ik te schrijven over deze Amerikanen die bereid waren om hun eigen leven te beëindigen, om de Amerikaanse oorlog tegen Vietnamese mensen te doen stoppen.

Wat deze Amerikanen van de Vietnamezen onderscheidde was dat, terwijl Amerikaanse soldaten Vietnamezen doodden, er Amerikaanse burgers waren die hun eigen leven beëindigden, om zo de terreur van de oorlog, invasie, en bezetting ten koste van Vietnamese burgers, naar de Amerikaanse bevolking te brengen, door middel van de horror van hun eigen dood.

De eerste persoon die in de Verenigde Staten stierf door zelfverbranding, als verzet tegen de oorlog in Vietnam, was de 82-jarige Quaker Alice Herz, die in Detroit, Michigan woonde. Zij stak zichzelf in brand op een straat in Detroit, op 16 maart 1965. Voor ze tien dagen later stierf aan de gevolgen van haar brandwonden, zei Alice dat ze zichzelf in brand had gestoken om te protesteren tegen “de wapenwedloop en tegen een president die zijn hoge ambt gebruikt om kleine landen met de grond gelijk te maken.”

Zes maanden later, op 2 november 1965, stierf Norman Morrison, een 31-jarige Quaker uit Baltimore en vader van drie jonge kinderen, door zelfverbranding, aan het Pentagon. Morrison vond dat traditionele protesten tegen de oorlog weinig hadden gedaan om de oorlog te stoppen, en hij besloot dat als hij zichzelf in brand stak bij het Pentagon, dat dit genoeg mensen zou mobiliseren om de regering van de Verenigde Staten te dwingen om hun inmenging in Vietnam op te geven.

Morrisons keuze voor zelfverbranding was bijzonder symbolisch, volgend op President Johnsons beslissing om het gebruik van napalm – een brandbare gel die aan de huid kleeft en smelt – in  Vietnam goed te keuren.

Blijkbaar, zonder dat Morisson het wist, verkoos hij zich in brand te steken onder het Pentagon-venster van de Defensieminister Robert McNamara.

Dertig jaar later, herdacht Defensieminister Robert McNamara de dood van Morisson, in zijn biografie van 1995 In Retrospect: The Tragedy in Lessons of Vietnam:

“Protesten tegen de oorlog waren tot dan toe sporadisch, beperkt, en kregen weinig aandacht. Dan kwam de namiddag van 2 november 1965. Die dag, rond zonsondergang, stierf een jonge Quaker, Norman R. Morrison genaamd, vader van drie, en een officier bij de Stony Run Friends Meeting in Baltimore, door zichzelf te verbranden, op 12 meter van mijn raam in het Pentagon. De dood van Morrison was niet alleen een tragedie voor zijn familie, maar ook voor mij, in dit land. Het was een protest tegen het moorden en vernietigen van zo veel Vietnamese en Amerikaanse jeugd.
Als reactie op de horror van zijn actie, verdrong ik mijn emoties en vermeed ik om erover te praten met iedereen – zelfs met mijn familie. Ik wist dat (zijn vrouw) Marge en onze drie kinderen dezelfde gevoelens hadden over de oorlog als Morisson. En ik geloofde dat ik zijn gedachten begreep en enkele daarvan deelde. Het incident creëerde spanning thuis dat enkel erger werd naarmate de kritiek op de oorlog bleef groeien.”

Voor zijn memoires In Retrospect werd gepubliceerd, had McNamara, in een artikel in Newsweek van 1992, mensen en gebeurtenissen opgesomd die een impact hadden, en die hem ertoe brachten om de oorlog in vraag te stellen. Eén van deze gebeurtenissen, beschreef McNamara als “de dood van een jonge Quaker.”

Een week na de dood van Norman Morisson, werd Roger LaPorte, een katholiek werker van 22 jaar, de derde oorlogsdemonstrant die zich van het leven beroofde. Hij stierf als gevolg van de wonden die hij onderging door zelfverbranding op 9 november 1965, op het United Nations Plaza in New York City. Hij liet een bericht achter waarin stond, “Ik ben tegen oorlog, elke oorlog. Ik deed dit als een religieuze daad.”

De drie doden als protest in 1965 mobiliseerde de anti-oorlog gemeenschap om wekelijkse waken te houden aan het Witte Huis en Congres. En elke week werden Quakers gearresteerd op de trappen van het Capitool terwijl ze de namen voorlazen van Amerikaanse doden, volgens David Hartsough, één van de deelnemers aan onze VFP reis in 2014.

Hartsough, die vijftig jaar voordien participeerde in waken tegen de oorlog, beschreef hoe hij enkele congresleden overtuigde om met hen mee te doen. Congresman George Brown van Californië was het eerste congreslid die protesteerde tegen de oorlog op de trappen van het Congres. Nadat de Quakers werden gearresteerd en opgesloten voor het lezen van de namen van oorlogsslachtoffers, zou Brown verdergaan met het voorlezen van de namen, profiterend van onschendbaarheid van arrestatie als congreslid.

Twee jaar later, op 15 oktober 1967, stak Florence Beaumont, een Unitarische 56-jarige moeder van twee, zichzelf in brand voor het Federal Building in Los Angeles.

Haar echtgenoot George vertelde later, “Florence was overtuigend tegen de slachting in Vietnam… Ze was een perfect normaal, toegewijd persoon, en ze vond dat ze moest doen wat diegenen, die zich in Vietnam verbrandden, deden. Dat barbaarse napalm dat de lichamen van de Vietnamese kinderen verbrandt heeft de ziel van allen verschroeit die, zoals Florence Beaumont, geen bevroren bloed hebben, en geen versteend hart.”

“De lucifer die Florence gebruikte om haar kleren, doorweekt met benzine, te ontsteken, heeft een vuur doen branden dat nooit meer uitgaat – een vuur dat brandt onder onze zelfgenoegzame, zelfvoldane vetzakken die zo verdomd veilig zitten in onze ivoren torens, 15.000 km ver van exploderend napalm, en DAT, daar zijn we zeker van, is het doel van haar daad.”

Drie jaar later, op 10 mei 1970, stak de 23-jarige George Winne, Jr., zoon van een kapitein bij de marine en student aan de universiteit van Californië te San Diego, zichzelf in brand op Revelle Plaza van de universiteit, naast een bord waarop stond “In Gods naam, stop deze oorlog.”

Winne’s dood kwam enkel zes dagen nadat de Nationale Garde van Ohio op een groep demonstranten van Kent State University schoot – vier stierven en negen raakten gewond – tijdens de grootste golf van protesten in de geschiedenis van het Amerikaanse hoger onderwijs.

Tijdens onze vergadering in 2014, op het kantoor van de Vietnam-USA Friendship Society in Hanoi, presenteerde David Hartsough het boek “Held in the Light”, geschreven door Ann Morrison, de weduwe van Nornan Morrison, aan Ambassadeur Chin, een gepensioneerde Viëtnamese Ambassadeur bij de Verenigde Naties, en nu een functionaris bij de Society. Hartsough las ook een brief van Ann Morrison aan de mensen van Viëtnam.

Ambassadeur Chin antwoordde door de groep te vertellen dat de daad van Norman Morrison, en andere Amerikanen die hun leven beëindigden, goed wordt herinnerd door de mensen van Vietnam. Hij voegde toe dat elke Vietnamese leerling een lied en gedicht leert, geschreven door de Vietnamese dichter Tố Hữu getiteld Emily, Mijn Kind, opgedragen aan de jongste dochter, die Morrison enkele momenten voor hij zichzelf in brand stak aan het Pentagon, in de armen hield. Het gedicht helpt Emily te herdenken dat haar vader stierf omdat hij vond dat hij, op de meest zichtbare manier, moest protesteren tegen het doden van Viëtnamese kinderen door de regering van de Verenigde Staten.

Revoluties aanwakkeren

In andere delen van de wereld, hebben mensen hun leven beëindigd om de aandacht te trekken naar bijzondere gebeurtenissen. De Arabische Lente begon op 10 december 2010, met Mohamed Bouazizi, een 26-jarige Tunesische verkoper, die zichzelf in brand stak nadat een politievrouw zijn eetkraam in beslag nam. Hij was de enige kostwinner voor zijn familie, en moest regelmatig de politie omkopen om zijn kraam te kunnen openhouden.

Door zijn dood ontsprong de vonk bij burgers door heel het Midden-Oosten, om te protesteren tegen hun repressieve overheden. Sommige regeringen werden uit de macht gezet door de burgers, Tunesisch President Zine El Abidine Ben Ali inbegrepen, die 23 jaar lang met een ijzeren vuist bestuurde.

Of genegeerd worden als irrationele daden

In de Verenigde Staten, worden gewetensdaden, zoals zichzelf het leven ontnemen voor een buitengewoon belangrijke zaak, gezien als irrationeel, en de overheid en media minimaliseren hun belang.

Voor deze generatie, terwijl duizenden Amerikaanse burgers worden gearresteerd en velen een straf uitzitten in lokale en federale gevangenissen omdat ze protesteerden tegen het beleid van de Amerikaanse regering, sloot een jonge Leo Thornton zich in april 2015 aan bij een kleine maar belangrijke groep vrouwen en mannen die ervoor kozen om publiekelijk hun leven te beëindigen, met de hoop dat de Amerikaanse gemeenschap attent wordt om bepaalde Amerikaanse beleidsbeslissingen te veranderen.

Op 13 april 2015, pleegde de 22-jarige Leo Thornton zelfmoord met een vuurwapen, op de West Lawn van het Amerikaanse  Capitool. Hij had een plakkaat aan zijn pols gekleefd waarop stond “Belast de 1%”. Had deze gewetensdaad enig effect op Washington – het Witte Huis of Congres? Helaas niet.

Een week later, stemde het Huis van Afgevaardigden, geleid door de Republikeinen, een wet die de belasting op vastgoed zou afschaffen voor de rijkste 1 %. En Leo Thornton werd niet vermeld, en zijn beslissing om zijn leven te geven voor oneerlijke belastingen, werd beschreven in de media als protest tegen wetgeving ten gunste van de rijken.

Tien jaar geleden, in oktober 2013, zette John Constantino, een 64-jarige Vietnamveteraan, zichzelf in brand op de National Mall in Washington, D.C. – voor iets waarin hij geloofde. Een ooggetuige van Constantino’s dood zei dat Constantino sprak over ‘kiesrecht’ of ‘stemrecht’. Een andere getuige zei dat hij een “fel saluut” gaf richting Capitool, voor hij zichzelf in brand stak. Een buur die was gecontacteerd door een lokale reporter vertelde dat Constantino geloofde dat de regering “niet voor ons zorgt, en enkel hun eigen zakken vult”.

De media onderzocht niet verder naar de beweegredenen die Constantino had om zijn leven op te geven, op een publieke plaats in de hoofdstad van het land.

In het geval van Aaron Bushnell, Senior Airman bij de Amerikaanse luchtmacht, vertelde Aaron aan de wereld over zijn redenen: “Ik wil niet meer medeplichtig zijn aan de genocide in Gaza! Free Palestine!” Zijn gevoel vindt weerklank bij honderden miljoenen rondom de wereld, die de afschuwelijke Israëlische genocide in Gaza erkennen. Voor Amerikaanse burgers, is het onze taak om druk te blijven uitoefenen op de regering Biden, om de financiering voor Israëls genocide in Gaza, en het geweld op de Westelijke Jordaanoever, te stoppen.

 

Dit artikel verscheen op Covert Action. Vertaald door Katrien Vandegaer

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!