Moeten we bij verkiezingen kunnen stemmen op kandidaten van zowel Nederlandstalige als Franstalige partijen? Als die vraag aan de kiezers gesteld wordt, antwoordt altijd een ruime meerderheid positief.
Dat dit vandaag toch niet kan, is een logisch gevolg van de manier waarop de Belgische politieke partijen georganiseerd zijn. Maar het betekent wel dat verkiezingen geen bevredigende federale volksvertegenwoordiging opleveren. Het goede nieuws is dat dit gemakkelijk en met een relatief kleine ingreep kan bijgestuurd worden.
Een federale kieskring is de oplossing
Dat een volksvertegenwoordiging door verkiezingen moet worden aangeduid, is een evidentie voor een democratisch regime. Kiessystemen zijn echter geen neutrale rekenkunde. Elke manier om verkiezingen te organiseren heeft gevolgen voor de manier waarop de vertegenwoordigers hun rol invullen, en heeft gevolgen voor de wijze waarop kiezers hun stem uitbrengen.
De grootte van de kieskringen is daarbij erg belangrijk. Kieskringen kunnen heel klein zijn, met slechts één enkele te verkiezen vertegenwoordiger per kieskring. Dat levert een assemblee op met vertegenwoordigers die zich sterk focussen op wat zij voor de kiezers van hun eigen kleine kieskring kunnen betekenen.
Aan de andere kant van het spectrum staat een kieskring die het hele land omvat, waar dus alle kiezers, waar ze ook wonen, dezelfde kandidaten op hun stembrief zien staan. Dat is bijvoorbeeld het geval in Nederland, waar de lijsttrekkers en de belangrijkste kandidaten op de lijsten dezelfde zijn in alle provincies. Dat levert politici op die nauwelijks een lokale verankering (nodig) hebben, maar wel verantwoording moeten afleggen aan het hele land.
Het bestuurlijk compromis dat op het einde van de rit altijd nodig is, wordt met provinciale kieskringen onnodig moeilijker gemaakt.
België zit daar tussenin, met provinciale kieskringen. Maar daarbovenop komt dat de meeste partijen – PVDA/PTB uitgezonderd – geen kandidaten presenteren in alle provincies. Zo kunnen kiezers in Vlaanderen niet stemmen voor Franstalige kandidaten en kiezers in Wallonië niet op Nederlandstalige kandidaten.
Een democratisch bestel veronderstelt een dialoog tussen de bevolking en de verkozen politici die in naam van de bevolking beslissingen nemen, en dat loopt op die manier toch een beetje mank. In een federale staat is het logisch dat het bestuur van de deelstaten wordt gelegitimeerd door de bevolking van elk van de deelstaten en dat het federale bestuur wordt gelegitimeerd door de bevolking van het hele land.
Dat laatste is nu niet echt het geval. De verdeling van de publieke opinie én van de electorale ruimte langs de grenzen van de taalgemeenschappen zet politici – ook indien ze federale ambities hebben – haast vanzelf aan om binnen de eigen taalgroep tegen elkaar op te bieden, terwijl besturen toch moet gebeuren door samenwerking op het federale niveau.
Het bestuurlijk compromis dat op het einde van de rit altijd nodig is, wordt dan onnodig moeilijker gemaakt en ligt door het pre-electorale opbod altijd verder van de wensen van de eigen kiezers dan nodig is.
En die kiezers kunnen bij de volgende verkiezing de helft van hun bestuurders niet beoordelen. Zowel de legitimiteit als de efficiëntie van de besluitvorming lijdt zo onder de manier waarop vandaag de federale volksvertegenwoordiging verkozen wordt.
Niets belet partijen om in het hele land aanwezig te zijn, maar allemaal hebben ze redenen om dat niet te doen. Ofwel omdat hun programma expliciet slechts de belangen van één taalgroep verdedigt (waar niets mis mee is), ofwel omdat ze geen concurrenten willen zijn van partijen die tot dezelfde ideologische familie behoren of met wie ze een zelfde fractie vormen.
Door naast de bestaande provinciale kieskringen ook een federale kieskring te gebruiken voor de verkiezingen van een aantal parlementsleden, kan een stuk electorale dynamiek gecreëerd worden die tot een betere vertegenwoordiging op het federale niveau kan leiden.
Naast de bestaande provinciale kieskringen kunnen we ook een federale kieskring gebruiken voor de verkiezingen van een aantal parlementsleden.
Het principe is eenvoudig
Alle kiezers krijgen twee stemmen, één voor de lijsten en kandidaten die per provincie verkozen worden, en één voor de lijsten en kandidaten in de federale kieskring, waar die lijsten en kandidaten dus dezelfde zijn in alle provincies.
In die federale kieskring zouden dan bijvoorbeeld 15 volksvertegenwoordigers verkozen worden die campagne gevoerd hebben in het hele land en die om herverkozen te worden ook contact moeten houden met de kiezers in het hele land. Wie op die federale lijst verkozen wordt, hoeft nadien niet te verloochenen waar zij of hij vandaan komt.
Een federale kieskring dient immers niet om de verschillen en tegenstellingen tussen noord en zuid op wonderlijke wijze te laten verdwijnen, om de gesplitste nationale partijen uit hun as te laten herrijzen, om het unitaire België weer tot leven te roepen of om bij kiezers en verkozenen een of ander Belgisch gevoel aan te wakkeren.
Een federale kieskring moet precies toelaten om die verschillen en tegenstellingen beter te beheren en om oplossingen te zoeken – welke die ook mogen zijn – die toch een klein beetje ook door kiezers van het hele land gedragen worden. Een federale kieskring levert geen specifiek beleid op, maar is een eenvoudige en toch belangrijke correctie op de manier waarop het beleid tot stand komt en verdedigd wordt.
Een federale kieskring levert geen specifiek beleid op, maar is een belangrijke correctie op de manier waarop het beleid tot stand komt en verdedigd wordt.
Een federale kieskring toevoegen aan de bestaande provinciale kieskringen is niet zo moeilijk. Het vraagt om slechts een paar kleine wijzigingen van de Grondwet, om iedereen niet één maar twee stemmen te geven (Artikel 61), en om een kieskring toe te voegen met een vast aantal zetels en niet een fractie van 150 in functie van het bevolkingsaantal van de provincies (Artikel 63§2). Er zijn al complexere en meer ingrijpende grondwetsherzieningen doorgevoerd.
Ook mooi meegenomen is dat met een federale kieskring de verkiezingen voor het federale parlement er een beetje anders uitzien dan de verkiezingen voor de deelstaten. Ook dat draagt bij tot een betere vertegenwoordiging.
Zolang alle verkiezingen op dezelfde dag georganiseerd worden – geen goed idee trouwens voor een goed werkende federatie – kan een lichtjes ander kiessysteem er toch voor zorgen dat kiezers uitgenodigd worden om in hun oordelen en keuzes een onderscheid te maken tussen de verschillende overheden met hun verschillende bevoegdheden.
Hoog tijd dus voor een federale kieskring. Een draagvlak bij de bevolking is er al. Nu nog de moed om met die grondstroom mee te gaan.
De bijdrage Voer een federale kieskring werd overgenomen van de Zomerreeks 2023: 5 minuten politieke moed van het maandblad Samenleving & Politiek.