Khaing Zar werkte eerst zelf in een kledingfabriek voor ze voorzitter van IWFM werd. Bron: Screenshot YouTube van CTUM Myanmar
Reportage -

Vakbondsleider Khaing Zar: Zolang Europese merken produceren in Myanmar, investeren ze in militair bewind

Khaing Zar was een van de vele textielarbeidsters die in Myanmar jarenlang dag in dag uit onder barre werkomstandigheden kleding maakte voor onder andere merken die wij in het Westen massaal shoppen. Nu is ze voorzitter van de vakbond IWFM. Tijdens het Fair Fashion Fest in Gent vertelt ze ons over de arbeidsomstandigheden in de kledingfabrieken in haar land, wat zij als vakbond hieraan doen en de impact van de staatsgreep.

maandag 16 mei 2022 09:08
Spread the love

 

“Ik heb nooit politieke ambities gehad, en voor het grootste deel van mijn leven wist ik niets over arbeidsrechten of vakbonden.” Toch werd Khaing Zar, die als textielarbeidster in een sweatshop werkte, vijftien jaar geleden voor de eerste keer lid van een vakbond. Vandaag is ze voorzitter van IWFM (Industrial Workers’ Federation of Myanmar) en penningmeester van CTUM (Confederation of Trade Unions Myanmar).

Altijd werken, nooit rondkomen

Khaing Zar ging in 2001 op haar zestiende voor het eerste aan de slag in een kledingfabriek. Ze had net haar middelbare school afgemaakt en zou de komende jaren haar werk combineren met een studie economie aan de universiteit.

“Bestellingen op tijd verzenden was altijd prioriteit, de omstandigheden waarin ze werden gemaakt bijzaak.”

“De arbeidsvoorwaarden waren ronduit slecht: ik werkte gemakkelijk vijftien uur per dag, en dat zeven dagen per week. Een dag per maand kregen we vrij, de dag nadat we ons loon kregen. Bestellingen op tijd verzenden was altijd prioriteit, de omstandigheden waarin ze werden gemaakt bijzaak.”

“Mijn loon schommelde tussen de zeven à tien dollar per maand. Huur was gemakkelijk drie dollar, en heel wat werknemers stuurden de helft van hun loon huiswaarts. Hoewel er een socialezekerheidsbijdrage van ons loon werd afgetrokken, stond wie ziek was er alleen voor. Voor textielarbeiders was gezondheidszorg een luxegoed.”

In Thailand was het beter

Tot 2010 was Myanmar een militaire dictatuur. Vakbonden waren verboden en wie er toch een opstartte riskeerde het om opgepakt of het land uitgezet te worden. Openlijk protest werd onmiddellijk neergeslagen.

Nadat Khaing Zar haar middelbareschooldiploma haalde vertelde een vriendin haar over de betere arbeidsvoorwaarden in Thailand. Niet veel later verhuisde ze dan ook naar het buurland, waar de interesse in vakbonden werd aangewakkerd.

“In Thailand werkte ik negen uur per dag en verdiende ik 180 dollar in de maand. Mijn maandelijkse kosten waren vergelijkbaar met die in Myanmar, wat betekende dat ik ineens een pak meer verdiende.”

Door de betere werkomstandigheden in Thailand geraakte Khaing Zar geïnspireerd om lid te worden van een vakbond. Foto: Greg Walters / CC BY 2.0

“Hoe kon het dat het in Thailand zo veel beter was dan thuis? Door erover te spreken met mijn collega’s ontdekte ik dat ik er niet alleen op uit was om de situatie voor mezelf te verbeteren. Ik wilde jonge mensen ook die kans op een beter leven geven, maar dan in mijn thuisland.”

“Toen hoorde ik voor het eerst over het bestaan van vakbonden. Ik besloot om op mijn vrije dag een vakbondsopleiding te gaan volgen, en dat ben ik uiteindelijk wekelijks blijven doen. Mijn plan was om alles te leren wat ik moest weten, en dan terug te keren naar Myanmar om de situatie daar te verbeteren.”

Veel vooruitgang op korte tijd

Na de eerste democratische verkiezingen in Myanmar in 2010 openden de deuren voor de eerste officiële vakbonden. In 2012 keerde Khaing Zar terug, in de negen jaar erop slaagde ze er met IWFM in heel wat vooruitgang te boeken op vlak van arbeidsrechten.

“In 2015 slaagden we er in het minimumloon op te trekken naar 3,6 dollar per dag, in 2019 werd dit nog verhoogd naar 4,8 dollar per dag. We zorgden er ook voor dat iedereen recht kreeg op een vrije dag per week en op feestdagen. Daarnaast zorgden we ervoor dat de socialezekerheidsbijdrage waarvoor werknemers betaalden ook effectief sociale zekerheid bood.”

“Na een aantal jaar kregen we veel klachten over fysiek geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover vrouwen. Als reactie daarop voerden we een zerotolerancebeleid in: we daagden belagers voor de rechter wat in de meeste gevallen tot veroordeling leidde. Dat heeft zeker een verschil gemaakt.”

Op een korte tijd slaagde ze er in om, samen met een land dat volop op weg leek te zijn naar democratie, een betere werk- en leefsituatie voor velen te creëren. Jammer genoeg werd dit succesverhaal al snel een voorbeeld van hoe verworven rechten niet vastgebeiteld zitten.

“Door de pandemie en de staatsgreep is zo goed als alle vooruitgang die we boekten verdwenen.”

Een pandemie en een staatsgreep doen alles instorten

Door de pandemie sloten heel wat fabrieken gedwongen hun deuren, en in fabrieken die wel open bleven vielen ontslagen. Naar schatting verloren zo’n zestienduizend kledingarbeiders in dat eerste jaar hun job. De situatie werd nog penibeler toen het leger op 1 februari 2021 een staatsgreep pleegde.

“We staan bijna terug waar we stonden in 2001, alle vooruitgang die we hebben geboekt is verdwenen.”

“Werknemers draaien weer overuren zonder er voor betaald te worden, de sociale zekerheidsbijdrage steeg maar niemand krijgt er iets voor terug, elke bonus of vakantiedag die we in de afgelopen jaren verworven hebben, is weer afgeschaft, en klachten over fysiek geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag nemen terug toe.”

Inmiddels gingen meer dan anderhalf miljoen jobs verloren, waarvan zo’n tweehonderdduizend in de kledingindustrie. Een gigantisch aantal, al toont dat cijfer volgens Khaing Zar slechts de halve waarheid.

“Die getallen tonen enkel de mensen die definitief ontslagen werden. In de realiteit werken de meeste werklozen in fabrieken die slechts tijdelijk dicht zijn. Daardoor worden ze niet meegerekend in de nationale werkloosheidscijfers, en omdat ze ook geen uitkering hebben of een andere vorm van financiële steun, wordt die groep een beetje vergeten.”

Staking? Leger bellen!

In twee jaar tijd zijn de werkomstandigheden in Myanmar steeds onleefbaarder geworden, en met de omnipresentie van het leger op elke straathoek wordt het voor vakbonden met de dag moeilijker om iets te doen.

“Ik spreek dagelijks met leden van de vakbond, mijn eerste vraag is telkens weer wie gearresteerd is die dag.”

“Werkgevers doen hun uiterste best om vakbonden uit de weg te ruimen, en als het niet lukt schakelen ze de hulp van het leger in. Vorig jaar nog werden werknemers van een schoenenfabriek neergeschoten nadat ze in staking gingen omdat hun loon niet werd uitbetaald. Nu durft haast niemand nog in opstand te komen.”

“Ik spreek dagelijks met de leden van de vakbond, en de eerste vraag die ik elke keer stel is wie er gearresteerd werd die dag. Meerdere van onze leden zijn al neergeschoten tijdens een protestactie, vele anderen gearresteerd. Jammer genoeg weet ik dat wie gearresteerd wordt in de meeste gevallen wordt gemarteld tot de dood.”

Internationale afspraken worden genegeerd

Internationale richtlijnen bestaan, maar als ze niet worden omgezet in praktijk halen ze natuurlijk niks uit.

Bedrijven die produceren in gebieden die zijn getroffen door conflict moeten ‘heightened human rights diligence’ toepassen, dat betekent dat die bedrijven de risico’s van de productie moeten erkennen en de bescherming van hun werknemers moet verzekeren.

“Vakbonden zijn belangrijker dan ooit.”

Daarbovenop is Myanmar onderdeel van de Europese ‘Everything but Arms’-overeenkomst, dat is een speciale regeling die ervoor zorgt dat import vanuit onderontwikkelde landen naar de Europese Unie vrijgesteld wordt van belastingen en douanerechten. Daar staat natuurlijk tegenover dat de fundamentele arbeidersrechten in dat land gerespecteerd worden. Dat is in Myanmar op dit moment niet het geval.

“Vakbonden zijn nu belangrijker dan ooit. Wij staan al sinds het begin van de staatsgreep aan de frontlinie van de protesten tegen het militaire bewind. In een land dat zo veel mogelijk wordt afgesneden van de buitenwereld zijn wij ook de enigen die in staat zijn verhalen naar buiten te brengen.”

Actie voeren wordt steeds moeilijker

Verhalen naar buiten brengen alleen is niet genoeg, bedrijven die produceren in Myanmar moeten ook bereid zijn iets te doen met die informatie. Maar die bereidheid lijkt er jammer genoeg niet te zijn.

“De enige oplossing is dat deze Europese merken Myanmar verlaten. Ze beweren al jaren dat ze de werknemersrechten onmogelijk kunnen beschermen, maar nu lijkt dat ook echt de realiteit te zijn.”

Sinds de staatsgreep is het leger overal, actievoeren wordt steeds moeilijker. Foto: Mil.ru / CC BY 4.0

“Ook voor ons is het heel moeilijk geworden om de werknemers te beschermen, vakbondsleiders zijn op de vlucht (Khaing Zar woont nu zelf in Duitsland, nvdr.) en de werking van de vakbonden is door de controle van het leger haast onmogelijk. Hoe zou een buitenlands bedrijf er dan plots in slagen de werknemers te beschermen?”

Zwijgen is toestemmen

Gedwongen arbeid, kinderarbeid, verbod op vakbonden, … Dat is slechts een greep uit de schendingen die op dit moment plaatsvinden in Myanmar. Op dit moment negeert de Europese Unie de standaarden die ze zelf heeft opgelegd. Hiermee maakt de EU zich ook onrechtstreeks medeplichtig aan de gruweldaden van het Myanmarese leger.

“Zolang het geld bij het leger binnenstroomt zal de situatie in Myanmar niet verbeteren.”

“We mogen ook niet vergeten dat bedrijven die investeren in productie in Myanmar, in principe investeren in het militaire bewind. Daarbovenop betalen producenten ook heel wat smeergeld om te verzekeren dat alle illegale praktijken in productiecentra, en niet enkel in de kledingsector, door de mazen van het net glippen.”

“Daarom eisen we met IWFM dat de Europese Unie in eerste instantie de EBA-overeenkomst intrekt. Daarnaast moeten er ook economische sancties genomen worden, want zolang het geld bij het leger binnenstroomt zal de situatie in Myanmar niet verbeteren.”

Op dit moment lijkt de Europese Unie er vooral op uit om de grote bedrijven te beschermen, zodat ze kunnen blijven produceren in Myanmar. Zolang de Europese Unie en andere beleidsmakers er geen prioriteit van maken om de opgelegde internationale standaarden ook echt te handhaven, zullen grote merken kunnen blijven profiteren van de lage productiekost buiten de Europese Unie. Dit altijd met de schending van fundamentele mensenrechten tot gevolg.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!