Het is niemand ontgaan dat de sector van de kinderopvang in een diepe crisis zit. Aanleiding is het verschrikkelijk overlijden van een zes maand jonge peuter in een West-Vlaams kinderdagverblijf. Deze crisis zat er echter al lang aan te komen.
De betrokken sector wijst er op dat er al jaren signalen worden gegeven aan de bevoegde minister dat “structurele en financiële veranderingen” dringend zijn “want onze sector is aan het doodbloeden”.
De sector ontkent niet dat de betreffende medewerkers in het kinderdagverblijf waar de feiten zich voordeden zwaar in de fout zijn gegaan, maar wijst naar de overheid en het Vlaams Agentschap Zorg Opgroeien (VAZG – het vroegere Kind&Gezin) als hoofdverantwoordelijken die het zover hebben laten komen door hun wanbeleid.
Daarom roept de sector op om deel te nemen aan een actiedag op vrijdag 25 maart in Brussel voor het kabinet van Vlaams minister van Welzijn en Volksgezondheid Wouter Beke (CD&V), waar ze ook ouders en grootouders, studenten en leerkrachten op uitnodigen. De sector stapt naar de minister met 5 eisen:
- Een gelijke subsidiëring met gelijke kansen voor elke organisator van kinderopvang.
- Een structurele oplossing voor de hoge werkdruk, de huidige norm van 9 kinderen per begeleider is te hoog.
- Gelijk en eerlijk loon voor gelijk ‘hart’ werk.
- Betaalbare opvang voor iedere ouder
- Een vernieuwde werking van inspectie en handhaving.
Het kinderdagverblijf De Sproetjes in de Brabantse gemeente Schepdaal start een actie ‘1000stilleluiers’, een briefschrijfactie gericht aan de minister, waar iedereen aan kan deelnemen.
De vakbondsafdeling BBTK van het ABVV legt zes concrete maatregelen voor aan de minister:
- Het aantal kinderen per begeleider moet naar beneden. Vlaanderen heeft de hoogste kind/begeleider ratio van Europa, dit is onhoudbaar. Wij eisen een ratio van 1 op 5.
- Meer en voldoende opgeleid personeel: opleidingsvereisten zijn één element maar ook tijd en ruimte voor permanente bijscholing en doorgroeimogelijkheden voor alle medewerkers zijn belangrijk. Dit houdt ook in dat er tijd en ruimte moet zijn voor vorming zodat levenslang leren mogelijk is.
- Betere loon- en arbeidsvoorwaarden om de sector aantrekkelijker te maken. Essentieel daarin is de realisatie van een werknemersstatuut met de bijhorende sociale bescherming voor elke onthaalouder.
- Meer professionele ondersteuning op de werkvloer, denk maar aan pedagogische coaches. Groei van de sector richting Trap 2A (onderdeel van het trappenplan van de Vlaamse overheid voor uitbreiding van capaciteit en subsidiëring, nvdr) zodat ouders voldoende keuze hebben in een toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief aanbod.
- Monitoring met specifieke aandacht voor pedagogische kwaliteit.
Federaal secretaris van het BBTK Johan Van Eeghem verklaart hierover: “… (het is) essentieel dat de werkdruk omlaag gaat en de sector aantrekkelijker wordt om verder uitstroom te vermijden. Daarom moet er snel een werknemersstatuut voor elke onthaalouder gerealiseerd worden. Dit zal belangrijk zijn om de opvangcapaciteit te behouden en zelfs te laten toenemen. De sector heeft voldoende gemotiveerd en goed opgeleid personeel nodig. Controle is goed, degelijke loon- en arbeidsvoorwaarden zijn beter”.