Structureel racistisch politieoptreden blijft onbestraft
“Stanislav Tomáš, Joseph Chovanec, Semira Adamu, Adama Traoré, Ousman Sey, Amad Ahmad, en Tomy Holten zijn slechts enkele van de vele slachtoffers die zijn gevallen door racistisch politiegeweld in Europa”, schrijft ENAR. Hoewel de plaatsen en omstandigheden rond hun dood verschillend zijn, bewijst het rapport dat het resultaat altijd hetzelfde is: de politieagenten worden zelden of nooit veroordeeld.
Volgens het nieuwe ENAR-rapport is racistisch politiegeweld veel meer dan geïsoleerde incidenten van geweld, en meer dan alleen haatdragende handelingen tussen individuen. “Het is een product van structureel racisme en een symptoom van onrechtvaardigheid door racisme.”
Gebaseerd op informatie verzameld over incidenten van gewelddadig politieoptreden in vijf lidstaten – Kroatië, Frankrijk, België, Zweden en Bulgarije tussen 2015 en 2020 – toont het rapport dat het politieoptreden deel uitmaakt van een bredere structuur met een reeks normen, die actief etnische minderheidsgroepen en mensen van kleur ontmenselijkt. “Er wordt een cultuur van straffeloosheid bevorderd waarin daden van racisme vaak onbestraft blijven. Daardoor worden minderheidsgroepen met een migratieachtergrond enerzijds vaker door politieagenten gecontroleerd, en anderszijds kunnen zij ook veel minder rekenen op bescherming van politie-instanties.”
Handhaving covidmaatregelen: gemarginaliseerde groepen geviseerd
Uit het rapport blijkt ook dat de gevolgen van de politiehandhaving van de covidmaatregelen tijdens de pandemie disproportioneel groter waren voor etnische minderheidsgroepen. Vooral groepen in arme stedelijke gebieden werden geviseerd, in openbare ruimten, informele nederzettingen of vluchtelingenkampen. “Gemarginaliseerde groepen zijn de eerste slachtoffers van deze uitbreiding van politiemacht en het inzetten van politie voor volksgezondheidskwesties”, schrijft ENAR.
Zelfs mensenrechtenschendingen blijven onbestraft
Karen Taylor, voorzitter van het ENAR-bestuur, besluit: “Ook al druisen bruut geweld, buitensporig gebruik van geweld en onderdrukking van de rechten van mensen in tegen ons rechtskader, het feit dat er bijna geen veroordelingen tegen de politie zijn in gevallen bij racistisch geweld in heel Europa, toont duidelijk dat de lidstaten die acties goedkeuren. Institutioneel racisme maakt dit geweld mogelijk. Als we op grote schaal gegevens zouden verzamelen, zou snel duidelijk worden dat het hier niet om geïsoleerde incidenten gaat, maar om symptomen van een wijdverspreid probleem.”
Belang van verzet van gemeenschappen
Bovendien analyseert de groep in het rapport hoe het verzet en de protesten van verschillende gemeenschappen de betrokkenheid bij dit institutioneel probleem hebben vergroot, niet alleen bij slachtoffers van racistisch geweld, maar ook bij maatschappelijke organisaties die met andere thema’s en in andere sectoren werkzaam zijn. De opstand van de beweging tegen racistisch geweld (Black Lives Matter-protesten) heeft de noodzaak van juridische vergoedingen en aansprakelijkheid bij geweld sterk benadrukt.
Oproep voor een nieuw, bottom-up systeem met centraal: welzijn
ENAR Senior Research Officer en hoofdauteur van het rapport, Ojeaku Nwabuzo, vertelt: “Het is belangrijk om na te denken over een politiewerking die afstand neemt van de gewelddadige, hiërarchische, en dwingende instellingen van het politieapparaat zoals we het vandaag kennen. Als we ons een ander soort politieinstituut zouden inbeelden, kan het misschien iets helemaal anders betekenen. Bijvoorbeeld, een soort van bottom-up systeem dat het welzijn van onze gemeenschappen centraal stelt en zich niet alleen (met geweld) inzet tegen de onderdrukking van criminaliteit, waarvan een kleine elitegroep profiteert.”
De groep wijst erop dat de Europese Unie twintig jaar geleden baanbrekende wetten heeft aangenomen om discriminatie op grond van ras of etnische achtergrond te verbieden. “Op de Dag van de Mensenrechten onthullen we samen met onze 180 leden de stijgende trend van racistisch geweld, de hardnekkige discriminatie en raciale ongelijkheid op het niveau van de lidstaten, en eisen we een sterker publiek engagement van de Europese Commissie om politiegeweld en structureel racisme in Europa aan te pakken”, schrijft ENAR.
Karen Taylor concludeert: “Wij vragen beleidsmakers en lokale gemeenschappen om opnieuw na te denken over wat veiligheid en zekerheid betekenen. De politie is een instelling die is gebaseerd op beginselen van ongelijkheid en vernedering; het instituut is verrot tot op haar wortels. Het herdefiniëren van veiligheid en zekerheid, het investeren in gemeenschapsdiensten en minder in gevangenis- en gesloten systemen en instellingen zou het sociale leven grondig veranderen.”