Eerst en vooral, ik heb nog geen fluit gelezen over wat de #helfie nu eigenlijk moet betekenen. Eerlijk gezegd, het kan me wat. Maar welke uitleg men er ook aan probeert te geven de keuze van de hand ligt dieper, het legt de ideologie van een partij volledig bloot.
Adam Smith (1723 – 1790) is voor het kapitalisme wat Karl Marx is voor het socialisme en Smith is vooral bekend van het beeld van de ‘onzichtbare hand’.
Smith veronderstelt dat zijn onzichtbare hand een rechtvaardige samenleving maakt, omdat verantwoordelijke burgers op verstandige wijze hun eigenbelang nastreven. Bovendien trachtte hij egoïsme in te kleden als sociaal zijn omdat mensen wel degelijk naar elkaar keken en met mekaar meevoelden.
Hij illustreert beide stellingen met het beroemde voorbeeld van de lokale middenstanders: “Niet van de welwillendheid van de slager, brouwer of bakker verwachten wij ons middagmaal, maar van de overweging van hun eigenbelang. Wij doen geen beroep op hun goedheid, maar op hun eigenliefde, en wij onderhouden hen niet over onze behoeften, maar over hun belangen”.
Als economen en politici naar zijn theorie verwijzen dan zien ze gemakshalve twee dingen over het hoofd:
- Smith bedacht zijn onzichtbare hand in een tijd waarin mensen hun leven doorbrachten op een paar vierkante kilometer. Dat is die al lang verloren wereld waarin mensen zich op elkaar richtten en zich in de ander verplaatsten, meevoelden.
- De onzichtbare hand is van de bakker en de slager. Anders gezegd: Van mensen dus. Ondernemingen moesten immers nog worden uitgevonden. Pas aan het eind van de negentiende eeuw werd de onderneming een zelfstandige juridische entiteit en komt de aansprakelijkheid van de onderneming los te staan van die van haar eigenaren. Van mensen dus.
Maar ondernemingen beschikken nu eenmaal niet over dezelfde sociale ethiek als individuen, zij kennen slechts de ethiek van de groep. De onderneming is hét product van het economisch systeem dat kapitalisme heet. Dat had evengoed kannibalisme mogen heten want iedere onderneming is eigenlijk niets meer of minder dan een bundeling van krachten in de strijd om de schaarse middelen. Only the strong survive.
En ondernemingen hebben maar één doel voor ogen: winst maken.
In die zin is de partij van de onzichtbare hand niets anders. Ook zij streeft naar meer winst, niet enkel electoraal maar ook voor de ondernemingen en hun beleidsmensen in de praktijk. De term regering voor de rijken past dan ook perfect in de palm van die hand.
Adam Smith schreef in 1759: ‘The rich are led by an invisible hand to make nearly the same distribution of the necessaries of life, which would have been made, had the earth been divided into equal portions among all its inhabitants, and thus without intending it, without knowing it, advance the interest of the society.’
Kijkend naar de financiële crisis van de laatste jaren, en vandaag, is dit idee niet langer houdbaar. Wanneer egoïsme en hebzucht overheersen, lijdt uiteindelijk de hele samenleving daaronder.
Ook dat is die onzichtbare hand.
Alternatief: de onzichtbare hand van het werkvolk
De Spaanse auteur Isaac Rosa schreef een boek met de titel: De onzichtbare hand. Een boek waarin beschreven staat welke mechanische routines mensen dagelijks moeten ondergaan. De arbeid.
Het opzet van het boek is simpel: in een grote, vervallen fabriekshal werken enkele arbeiders – een metselaar, een slager, een typiste, een automonteur, een naaister, een bandwerkster… – onder de ogen van een uitgelaten publiek. Verblindende spots verhinderen de werknemers naar het publiek te kijken, maar ze horen de opmerkingen en het gelach, ze zien af en toe een fototoestel flitsen, ze weten dat er een tribune staat, ze weten zich geobserveerd.
De werknemers werken alle dagen, en zij werken hard. Bovendien is dat werk niet meteen creatief of intellectueel. Daardoor beginnen ze te zweten, geraken ze vermoeid, worden ze ziek en maken ze ruzie of vervelen zich.
Bovendien beginnen ze te wanhopen, vol vragen over een onzichtbare hand, een organisatie, die ze niet kennen en die hen heeft gecontracteerd voor een werk waarvan ze de zin minder en minder kunnen vatten.
Ze werken alleen maar, en terwijl ze werken maken ze reflecties over hun werkend bestaan. De arbeiders bedenken van alles om zich opnieuw mens te voelen, en minder dier, minder machine.
In elk hoofdstuk brengt een ander personage als ik-verteller zijn wedervaren en zitten we een week verder in de tijd, in het verhaal. Zo repetitief als de arbeid is, zo genuanceerd en verrassend worden de verschillende overwegingen en ervaringen bij het experiment weergegeven. De schrijfstijl zorgt ervoor dat de personages en de lezer gedwongen worden na te denken over de plaats van arbeid in een samenleving en in het eigen leven.
En laat nu net dat iets zijn dat vandaag ontbreekt: “Het nadenken over beslissingen, de situaties waarin ze ons brengen en onze arbeid in al zijn aspecten.”
Voor mij dus geen #helfie zoals hij gisteren gelanceerd werd maar wel een rode ‘onzichtbare hand’, die arbeid terug de waarde geeft die ze verdient. Die staat voor de sociale cohesie tussen werknemers, vervuld van solidariteit, ver weg van het egoïstische kapitalisme van het gele handje.