In 1974 maakte ik voor het eerst kennis met Italië. Ik was er vroeger al eens geweest, tijdens een schoolreis aan het eind van de humaniora, maar zoiets laat je niet toe een land te leren kennen. Dit veranderde eind 1974 toen ik in het kader van mijn beginnend doctoraatsonderzoek lange tijd op Sicilië mocht verblijven. Van dan af ben ik elk jaar opnieuw minstens één maand, meestal meer, in Italië geweest. Een beetje overal, niet alleen op Sicilië. Ik heb het einde van de regering(en) Andreotti meegemaakt, de opkomst en afgang van Craxi, de overgang van een communistische partij naar een sociaal-democratie, de implosie van de christendemocratie, de opkomst van Berlusconi (Forza Italia, nadien PDL, binnenkort opnieuw Forza Italia), de opkomst en afgang van de Lega Nord.
ItalIë is een land met enorm veel mogelijkheden: kunst, cultuur, toerisme, kleine en middelgrote bedrijven, het klimaat, de Middellandse zee, de creativiteit van zijn mensen. Van een rurale cultuur is het tussen 1960 en vandaag geëvolueerd naar een land dat zich voortdurend spiegelt aan de VSA, in grandeur, levensstijl, of toch naar het beeld dat men ervan in de Italiaanse media voorhoudt. Die media zelf worden via Mediaset (het media-imperium van Berlusconi) zeer sterk gekleurd. Alle media trouwens, want Mediaset is dominant. Politiek is het land geëvolueerd van een politieke cultuur gebaseerd op drie grote assen, namelijk links, centrum en rechts, naar een bipolair landschap: links (door Berlusconi steevast communistisch genoemd) versus rechts (door Berlusconi vereenzelvigd met de vrijheid). Cultureel is het land gaan stagneren, al blijft de filmindustrie er interessant.
Als je de televisie opzet, en er voor de gelegenheid eens geen spelprogramma of een zoveelste product van een of andere Amerikaanse (en een zeldzame keer Italiaanse) serie opstaat, is er gegarandeerd een debat aan de gang tussen aanhangers van Berlusconi (vrijheid!) en aanhangers van links (uitleggend waarom ze anti-Berlusconi zijn!). Het enigste politieke agendapunt, voorwerp van debat, al jaren lang, kan herleid worden tot de vraag of Berlusconi een zegen dan wel een kwaad is voor Italië. Zijn er dan geen varianten? Absoluut, maar altijd draait het om Berlusconi. Zijn privé-leven, zijn economische en financiële belangen, de punten die hij politiek geagendeerd wenst te zien en waarop de anderen geacht worden een antwoord te moeten bieden. En jawel, het gaat ook wel, zeker sinds de regering Letta, over de jongerenwerkloosheid, die torenhoog is. Maar dit thema wordt dan weer even snel in de media overspoeld door een agendapunt van Berlusconi: of de IMU (belasting op eigenaarschap van een huis) voor een eerste huis moet betaald worden of niet? (Volgens Berlusconi is het afschaffen van die belasting immers een voorwaarde om de economie opnieuw op gang te trekken en dus ook de jeugdwerkloosheid te bestrijden).
Waarover gaat het bij al die publieke debatten niet? Over ditgene waar iedere trouwe bezoeker van Italië (en die van Italië houdt) al jarenlang vaststelt, namelijk dat de publieke dienstverlening zienderogen achteruitboert, dat de levensduurte te snel toeneemt en dus het toerisme afschrikt, over het uitblijven van provinciale rampenplannen (bv als er elk jaar opnieuw een bosbrand is, of een zwaar verkeersongeval), over het uitblijven in veel grote steden van parkeer- en openbare vervoers organisatie. Over de onderwijsdienstverlening. Of eens een heel grondig debat over de universiteiten. Dienstverlening? Ze boert gewoon achteruit. Wat bedoel ik? Zoek het niet te ver. Zoek het in gewone zaken: bijvoorbeeld het feit dat je een aangetekende brief van een stad naar een andere wil sturen. Uitkomst? Onvoorspelbaar.
De manier waarop werken geprogrammeerd worden en buurten daardoor soms maandenlang haast ongenietbaar gemaakt worden. Nee, terwijl je daarover hoort sakkeren, staat op televisie de zoveelste politieke journalist voor de zoveelste keer te mekkeren over Berlusconi en binnenkort wellicht nu ook over zijn dochter Marina. En jawel, om het kader compleet te maken is daar recent nu ook Beppe Grillo, een stand up komiek bijgekomen, die met halve waarheden en hele leugens, en vooral ook met uitblijven van een zinnig alternatief de zaken niet eenvoudiger maakt. U begrijpt: een vruchtbare grond stilaan ook voor oplaaiende xenofobie.
Ik bekijk Italië al meerdere jaren als een land waar je als het ware vooraf uitvergroot ziet wat zich in andere Europese landen, en dus ook bij ons op korte termijn zal/kan afspelen. Wat mij betreft, is de grote les, dat het politieke debat er niet aan klaarheid en nog minder aan volledigheid heeft gewonnen door elke discussie terug te voeren tot de manier waarop een beperkt aantal politieke idolen de realiteit zijn gaan vernauwen. In Italië: Berlusconi, Grillo, en binnenkort wellicht ook Renzi. Mediatiek doet dit het wellicht zeer goed, maar in de realiteit is dit fataal voor een ernstig politiek debat. Bij zulk type gereduceerd debat gaat het immers al gauw om persoonlijke charmes en om het goed of slecht zijn van één politieke figuur, waarrond alles dan nog eens gepolariseerd wordt. Als zoiets te lang aansleept, blijven gewoon veel te veel belangrijke ‘gewone’ dingen onbesproken, die wel degelijk aandacht verdienen en die onopgelost blijven omdat ze gewoon niet ernstig geagendeerd geraken… en boert een land gewoon achteruit.