Dit tweede artikel in een drieluik over Hugo Chávez maakt de balans op van zijn 14 jaar presidentschap. Het eerste artikel is een biografie van de man. In een derde artikel wordt bekeken hoe het nu verder moet met Venezuela na Chávez?
Sociale verwezenlijkingen
Op sociaal vlak ging het land met rasse sprongen vooruit. Onder Chávez kende Venezuela de snelste toename van de Human Development Index (HDI) van heel Latijns-Amerika, zowel in absolute als in relatieve termen. Werkloosheid, armoede en kindersterfte werden in die periode bijna gehalveerd en vandaag heeft het land de laagste Gini-coëfficiënt van de regio. (De Human Development Index meet de score van een land op vlak van armoede, levensverwachting, onderwijs en alfabetisme. De Gini-coëfficiënt meet de verdeling van de rijkdom, de kloof tussen rijk en arm.)
Er werd een voedselnetwerk uitgebouwd dat goedkoop voedsel aanbiedt. Toen Chávez verkozen was meer dan 15% van de bevolking ondervoed. Vandaag is de honger uitgeroeid en is volgens de FAO (het VN-orgaan dat zich bezig houdt met de landbouw en voedsel in de wereld) de voedselzekerheid een feit. Miljoenen Venezolanen kregen voor het eerst medische zorgen toegediend. Tot in de verste uithoeken van het land zijn er nu gezondheidscentra.
Op enkele maanden tijd werden anderhalf miljoen Venezolanen gealfabetiseerd. In 2005 werd Venezuela, na Cuba in 1961, het tweede land van Latijns-Amerika dat door de Unesco vrij van analfabetisme verklaard werd. Op Cuba na heeft Venezuela ook het hoogst percentage van studenten die hoger onderwijs volgen, dubbel zoveel als het gemiddelde van Latijns-Amerika.
Politieke veranderingen
De Bolivariaanse revolutie betekende ook een omwenteling op politiek vlak. Van oudsher werd de politiek in Venezuela gemonopoliseerd door een kleine elite. De grote meerderheid van de bevolking had geen zeggingskracht of inspraak in het beleid. De traditionele partijen bekommerden zich niet in het minst om het lot van de arme bevolkingslagen. Juan met de pet telde gewoon niet mee en bestond politiek gesproken niet eens.
Defaitisme en politieke onverschilligheid waren het gevolg. Het absenteïsme bij verkiezingen was vaak bijzonder hoog, tot zelfs 80%. Toen Chávez aan de macht kwam kon een vijfde van de bevolking zelfs niet eens gaan stemmen omdat ze niet geregistreerd waren.
Daar bracht Chávez verandering in. Met de oprichting van de Bolivariaanse cirkels en de lokale raden gaf hij een boost aan de vorming en organisatie van armere bevolkingslagen. Miljoenen Venezolanen geraakten voor het eerst betrokken bij de politieke besluitvorming en de inrichting van de samenleving.
Chávez krijgt gemakkelijk het verwijt een populist te zijn. Maar dat klopt niet. Populisme is het mobiliseren of sensibiliseren van de bevolking zonder ze te organiseren. Dat is zowat het tegenovergestelde van wat Chávez doet.
Ideeën worden een materiële kracht zodra ze de grote bevolkingsroepen aangrijpen. Dat begreep Chávez als geen ander. Dat maakte hem in staat een vuist te maken tegen de oligarchie en tegen Washington. Chávez gaf de onderlagen van de samenleving opnieuw een politiek gezicht. Hij gaf ze fierheid, waardigheid en een klassenbewustzijn. Hij zette zijn land op de kaart en creërde een sterk gevoel van nationale identiteit en trots. Voor het eerst in eeuwen geloofde de gewone Venezolaan dat hij zijn lot en dat van zijn land zelf in handen had.
De Bolivariaanse revolutie introduceerde m.a.w. een nieuwe politieke cultuur met een hoog democratisch gehalte. In 1998 geloofde 60% van de bevolking dat de democratie verkiesbaar is boven een andere regeringsvorm. In 2011 was dat al opgeklommen tot 77%, het hoogste percentage van Latijns-Amerika. In diezelfde periode was het gemiddelde van het continent gedaald van 62% naar 58%.
De grotere participatie van de onderste lagen van de bevolking en de herverdeling van de rijkdom gingen – wellicht onvermijdelijk – gepaard met een sterke polarisatie van de samenleving. Chávez kreeg de afgelopen veertien jaar wel een vrij stabiele meerderheid achter zich van 55 à 60%, wat op zich veel is, maar ook niet meer dan dat. De Bolivariaanse revolutie heeft Venezuela sterker dan ooit verdeeld. De kloof tussen de ‘chavistas’ en de oppositie groeide steeds verder uit elkaar.
Economische prestaties
Chávez herstelde de economische soevereiniteit van zijn land. Het IMF werd buiten gebonjourd en hij weerde een vrijhandelsakkoord met de VS af. Hij nationaliseerde sleutelsectoren van de economie en gaf een belangrijke impuls aan de uitbouw van coöperatieven.
De kapitalistische grondstructuur liet hij ongemoeid maar hij veranderde wel de regels van het spel. Kapitalisten kunnen nog steeds grote winsten maken, maar ze moeten dit nu doen volgens de voorwaarden die door de staat wordt opgelegd. Venezuela kent vandaag een graad van staatsinterventie die in het neoliberaal tijdperk zeldzaam iss geworden.[Raby; 195].
De resultaten zijn vrij gunstig. De economische terugval, die sinds 1980 bezig was, werd gestopt. Vanaf 2004 tekende Venezuela een jaarlijkse groei op van 6,2 procent. In Latijns-Amerika was dat gemiddeld 4,1 procent. De inflatie is relatief hoog (rond de 20 procent), maar is beduidend lager dan de 45 à 55 procent in de jaren negentig, vóór Chávez president werd.
De buitenlandse schuld is onder controle. De enige relevante maat in dat verband is de afbetaling van die schuld in verhouding tot de exportinkomsten. In 2000 bedroeg die 6 procent. Op dit moment is die verminderd tot 4 procent en tegen 2020 zal wellicht dat nog slechts 3 procent zijn.
Groot minpunt is de sterke afhankelijkheid van petroleum. De olieopbrengsten zijn goed voor 30 procent van het BNP, 50 procent van het overheidsbudget en liefst 94 procent van de export. Een gelijkaardige score vind je weliswaar bij de meeste OPEC-landen, maar zo’n positie is bijzonder kwetsbaar en brengt bovendien nog heel wat andere problemen met zich mee (zie verder).
Latijns-Amerikaanse revolutie
Toen Hugo Chávez president werd trof hij een sterk verdeeld continent aan. Bovendien zwaaiden de VS er volop de plak. Washington was van plan de economische dominantie te betonneren via een vrijhandelsakkoord en de militaire dominantie via het plan Colombia.
Veertien jaar later schiet daar niets meer van over, integendeel. Vandaag is Latijns-Amerika nog nooit zo geïntegreerd geweest en staan de VS er zwakker dan ooit. In die metamorfose heeft Chávez een sleutelrol gespeeld. De Organisatie voor Amerikaanse Staten (OAS) werd in 1948 opgericht om de landen van Latijns-Amerika in de pas te laten lopen van Washington.
In 1962 werd Cuba er uit geweerd. Dat is verleden tijd, de VS kunnen dit orgaan niet langer naar hun hand zetten. Sterker, in 2011 werd de Eenheid van Latijns-Amerika en de Caribische Staten (CELAC) opgericht. Het is een alternatief voor de OAS. Alle onafhankelijke staten van Centraal- & Zuid-Amerika zijn er lid van. De VS (en Canada) zijn er niet welkom.
Met zijn uitgesproken linkse koers zette Chávez ook een nieuwe trend in. Zijn verkiezing in 1998 was het begin van een linkse golf en het einde van het neoliberaal offensief in Latijns-Amerika. Na Chávez was het de beurt aan Lula Da Silva in Brazilië, Tabaré Vázquéz in Uruguay, Evo Morales in Bolivia, Rafael Correa in Ecuador, Fernando Lugo in Paraguay, … In de jaren negentig waren progressieve regeringen zeldzame uitzonderingen, een decennium later was het precies andersom.
Na 1989 was het socialisme wereldwijd zwaar gediscrediteerd en verwezen naar de prullenmand. Met zijn Bolivariaanse revolutie zette Chávez het socialisme opnieuw op de agenda in Latijns-Amerika en elders. Dat is geen geringe verdienste.
Heel belangrijk ook is de materiële steun aan naburige landen. Via Petrocaribe levert Venezuela goedkope petroleum aan meer dan tien landen in de regio. Ook zijn er met die landen samenwerkingsakkoorden voor de ontginning van grondstoffen, de uitbouw van de energiesector, de transport over zee, enz. [Collon 385]
Vooral voor Cuba, dat geconfronteerd wordt met de langstdurende economische blokkade uit de wereldgeschiedenis, was die samenwerking heel belangrijk om uit de crisis van de jaren negentig te komen. Tussen beide landen wordt een intense bilaterale integratie opgezet. [Sánchez; 40-3]
In ruil voor goedkope petroleum zendt Cuba tienduizenden artsen en leerkrachten naar Venezuela, maar ook naar andere landen van het continent. Indien de VS en Europa in verhouding tot hun mogelijkheden, een zelfde inspanning zouden leveren, dan waren er in de Derde Wereld vandaag geen medische problemen meer.
De balans van 14 jaar Hugo Chávez is voor de gewone Venezolaan positief over de hele lijn. De elite denkt daar uiteraard anders over. Zij zetten dan ook hun eigen media in om die verandering in een negatief daglicht te stellen. De westerse massamedia volgen hen daar doorgaans braaf in. Zonder twijfel zullen de media ook nu bij zijn overlijden netjes die lijn volgen.
De Venezolaanse bevolking zal zonder twijfel blijven tonen dat het anders kan. Dat is zonder meer de verdienste van deze prachtige man, Hugo Chávez, 58 jaar.