De armoede van de electorale verslaggeving: Peter Mertens en De Morgen
De Morgen, Peter Mertens, PVDA+ -

De armoede van de electorale verslaggeving: Peter Mertens en De Morgen

zaterdag 15 september 2012 18:40
Spread the love

In de weekendeditie van De Morgen (15/09) valt een interview met Peter Mertens (PVDA) te lezen. In de electorale strijd tussen N-VA en de klassieke partijen kan hij af en toe een fris geluid laten horen over wat werkelijk van tel is: het ontwerpen van een nieuw macro-economisch model en het actief sturen van een conjunctureel beleid om uit de crisis van het neoliberale model te geraken. Helaas spendeerde de interviewer Steven Samyn liever tijd aan vragen die het niveau van clichématige gemeenplaatsen niet oversteeg. Noord-Korea en sektarisme konden niet ontbreken.

Stel je voor. Bart De Wever die vragen krijgt voorgeschoteld over vermeende banden met Jean-Marie Le Pen of oud-leden van het Vlaams-Nationaal Jeugdverbond. Wouter Beke op de rooster gelegd over de voormalige connecties tussen CVP-kopstukken en Giulio Andreotti of Salvo Lima. Bruno Tobback die telkens opnieuw de vraag krijgt of het Agusta-schandaal definitief een einde heeft gemaakt aan de corrupte geldstromen naar zijn partij. Vragen die het fascisme, de maffia, omkoopschandalen en het elimineren van politieke tegenstanders impliceren. De journalist in kwestie zou met pek en veren worden overladen omwille van zijn gratuite uitlatingen. In de argumentatieleer noemt men dit een drogreden door valse associatie: iemand bewust relateren aan een negatief gegeven zonder geldige bewijsvoerring. De vraag is waarom De Morgen dit wel bewust doet met PVDA.

Het huidig economisch model en de sociaal-democratie

Ik schrijf dit stuk niet als PVDA- aficionado. Persoonlijk kom ik uit een familie van stamboomsocialisten, incluis een parlementslid voor de Belgische Werkliedenpartij. Ik ben opgegroeid in een sociaal-democratisch milieu waar consequent werd gestemd voor “Louwie Toeback”. Voor de connaisseurs: als economisch historicus ben ik een eclectisch denker die zweeft tussen de neo-ricardiaan Sraffa, Marx en de Cambridge post-keynesians. Met andere woorden, iemand die intellectueel niet geklonken zit aan een welbepaalde doctrine of partijprogramma. Ik verdedig de idealen van het oude socialisme: de universele emancipatie van allen door het vestigen van economische rechtvaardigheid voor eenieder. Gelijkheid, vrijheid, ontplooiing. Het voortschrijden van de Verlichtingsidealen. Dezer dagen bestempeld als een conservatieve reflex in zowel rechtse als centrumkringen.

Ik kon mij reeds jaren niet meer vinden in het Derde Weg-verhaal van de Europese sociaal-democratie. Inhoudelijk was het een teken van zwaktebod en vertwijfeling over de eigen premissen. Sinds de jaren 1970 kent het neoliberalisme zijn opgang: de deregulatie van de nationale economieën, de afbouw van sociale voorzieningen en het ideologische geloof in probleemloze automatische interactie tussen economische spelers om een optimaal welvaartpeil te bereiken. Vragen betreffende de sociale status van arbeid als productiefactor of de herverdeling van rijkdom werden onder de maat geveegd. Deze crisis betekent de facto het einde van dit ideologische geloof. Het neoliberaal kapitalisme klonk goed op papier, maar is rampzalig in realiteit.

En toch. Ondanks dat kritische economen zwart op wit kunnen bewijzen dat de neoliberale recepten nefast zijn voor de dynamiek van een nationale economie, blijven politici van alle kleuren vastklampen aan wat hen is ingelepeld. Bart De Wever doet daar nog een schep bovenop en wentelt zich in een poel van nietszeggende metaforen over “realisme” en “efficiëntie”, waarbij het huidige beleid wordt afgedaan als een “socialistische belastingsregering”. De eerste werkelijke economische analyse bij De Wever moet nog geboren worden. Het in vraag stellen van dit “realisme” beschouwt De Wever als zinloos “extremisme” (DS 14/09). Een uitgelezen kans voor de Vlaamse sociaal-democratie om zich inhoudelijk te differentiëren van dergelijke karikaturen. Bruno Tobback heeft gekozen om zijn partij eerder te positioneren in het centrum (DM 8/09). Vertaald: het vasthouden aan het idee dat het neoliberale model in crisis kan worden gered. Geen pleidooi voor verandering. Kritische vragen over een nieuw productie- of herverdelingsmodel worden afgedaan als irrelevant en populistisch. Politiek gezien bestaat dus een keuze tussen de verdere betonnering en uitdieping van het neoliberaal model in crisis (De Wever) of attentisme (Tobback).

Een klaar én intelligent verhaal

De teneur van het interview in De Morgen is een reproductie van de twee bovenstaande tendensen: Mertens is een extremist omdat hij zich bewust plaatst buiten de pensée unique. Nochtans is Mertens’ verhaal in kringen van economische wetenschappers allesbehalve schokkend. Een kleine anekdote. Op een conferentie kon ik enkele dagen lange gesprekken voeren met de vrije-marktprofeet Deirdre McCloskey. Zij verdedigt de stelling dat kapitalisme geen nood heeft aan een politieke counterforce. Het kapitalisme mondt sowieso uit in een harmonieuze samenleving. Vanuit mijn ideeëngoed heb ik deze stelling betwist. En verrassing: ik werd niet afgeschilderd als een extremist. Sterker nog, McCloskey gaf mij 100% gelijk dat de gekende politieke figuren, hoewel deze in meer of mindere mate het neoliberaal model verdedigen, uitblinken in economische ongeletterdheid en compleet gebrek aan creatief denken.

Eenzelfde positieve ervaring had ik met Peter Mertens. Ik kan voldoende redenen opsommen waarom ik vanuit mijn methodologische optiek zijn boek “Hoe durven ze?” gebrekkig vind.* Maar ik kan wel akkoord gaan met het feit dat hij als enige politicus op degenen wijze kritische vragen stelt over het huidig economisch model. De enige politicus die intellectueel de moeite heeft genomen om in de pen te kruipen en de crisis vanuit een analytisch oogpunt aan een kritiek te onderwerpen. Iemand kan al dan niet akkoord gaan met zijn boek, maar op elk debat heeft hij een inhoudelijk verhaal te vertellen dat in schril contrast staat met de bewust metaforische onduidelijkheden bij de tegenstanders. Hij heeft tienduizenden mensen een boek doen lezen over gortdroge economische materie. Een intellectuele prestatie.

Noord-Korea en sektarisme

Ik verslikte mij net niet in de koffie bij het lezen van het interview, waarbij Mertens zich moest verdedigen over vragen of PVDA nog steeds iets ziet in het totalitair Noord-Koreaans model of dat de partij een sektarische organisatie is. Waarom gebruikt Samyn dit vals associatie-argument om suggestief Mertens te relateren aan dergelijke irrelevante en negatieve feiten? Ik laat deze vraag retorisch in het midden. Ik zie alvast deze vragen niet opduiken bij De Standaard, P-magazine of Knack. Mertens krijgt bij hen wel de ruimte om te antwoorden op relevante vragen over de economische crisis of zijn politieke positionering.

Indien deze suggestieve vragen enige grond van waarheid zouden bezitten, dan verdedigde ik Mertens absoluut niet als een politicus die inhoudelijk een sterke en gedegen analyse kan maken. Ik ga akkoord met Mertens over de grond van het verhaal: dit neoliberaal model heeft zijn beste tijd gehad en de staat kan een actieve economische actor spelen om uit de crisis te geraken. Is deze boodschap extremistisch? Is het een uiting van een sektarische doctrine? Ik werd niet door befaamde economen zoals McCloskey beschuldigd een sektarisch iemand te zijn die zich goed zou voelen in een Noord-Koreaans scenario. Ik kan ook niet stellen dat ik dit opmerkte bij Mertens toen ik hem ontmoette.

Indien knappe koppen op congressen over economische thema’s een soortgelijke boodschap niet aanschouwen als een extremisme, waarom moet ik dit dan wel lezen in De Morgen? De laatste dooddoener is dat PVDA een extremistische partij is omwille van haar grootte. Ik ben benieuwd of Alexander De Croo dit in de nabije toekomst ook zal moeten aanhoren.

*André Mommen, Een betere kijk op Peter Mertens en de hold-up, in: Vlaams Marxistisch Tijdschrift, 46/3 http://www.imavo.be/vmt/1232-Mommen%20over%20Mertens.pdf

Jelle Versieren is economisch historicus aan de Universiteit Antwerpen, Vakgroep Geschiedenis.

take down
the paywall
steun ons nu!