Waarom Bruno Tobback de zetel van Peter Mertens klaarmaakt
Nieuws, België, Verkiezingen, SP.A, Peter Mertens, Undefined, Bruno Tobback, Column, Verkiezingen2014 -

Waarom Bruno Tobback de zetel van Peter Mertens klaarmaakt

De SP.A voert een merkwaardige campagne, waarin ze zich steevast links noemt, terwijl alles wat ze doet en zegt naar het centrum wijst. Elke vergelijking met het meer uitgesproken links van de PVDA+ wordt zonder omhaal van de hand gewezen. Jan Blommaert meent dat de SP.A van Bruno Tobback zo een campagnetroef wordt voor de PVDA+ van Peter Mertens.

zondag 16 maart 2014 10:59
Spread the love

Ik ben wellicht niet de enige die op zoek is naar een lijn in de campagne van de SP.A voor de verkiezingen van 25 mei 2014. Bruno Tobback wil daarvan het boegbeeld zijn – hij is nu eenmaal voorzitter. De  SP.A-prominenten doen verwoede pogingen om zowat dagelijks een minuutje nieuws te vullen.

Desgevraagd hebben partijleden overal te lande het graag over “een fantastisch team” dat “ervoor gaat” en “zich wil smijten” voor een “positief project”. Het gaat dan over een project waarin ze “echt geloven” en dat voortbouwt op “werk dat mag gezien worden” van “Johan, John, Monica, Freya” en eh… wie waren die anderen nu ook weer (komaan, ik zou het duizend keer kunnen zeggen).

Ze wijzen ook steevast op “speerpunten” waarop de partij in deze regering “zwaar heeft ingezet”. Amerikanen noemen dit soort voorgekauwde campagnetaal “boilerplate” – een pot taal die constant op het achterste vuurtje staat te pruttelen. Kiezers voelen meteen aan hun water dat dit soort jargon netjes ingestudeerd is en alle naturel mist.

Veel elan gaat er niet vanuit, van die campagne. De slogan “sociale welvaart” geeft al aan dat de partij koste wat het wil van alle walletjes wil eten. De partij noemt zich luidkeels links, maar wijst met alles wat ze heeft constant naar het centrum. Daar ligt een vertrouwd gegeven en een bekend electoraat: de defensief denkende Vlaming die absoluut niets wil inleveren van wat hij/zij nu heeft, verdient en kan krijgen. Die Vlaming – zoals gebruikelijk – voldoende inpeperen dat het zonder de SP.A nog veel en veel erger zou zijn: dat is de beproefde, en helaas ook vermoeide, campagnemethode van de Vlaamse sociaaldemocraten.

Op een radicaal-links electoraat mikt Tobback dus niet. In tegenstelling tot de Franstalige broeders meent Tobback geen druk te ondervinden van de PVDA+.  Terwijl PS-voorzitter Paul Magnette om bovengenoemde reden royaal gaat grabbelen in het arsenaal van de Franstalige tegenhanger van de PVDA+, de PTB-GO – afschaffing van de notionele interestaftrek, miljonairstaks, allemaal thema’s die tot voor kort zonder poeha als “onrealistisch”, “radicaal” en “populistisch” werden weggezet – houdt Tobback zich op de vlakte. Er kan wel gesproken worden over een kapitaalswinstentaks, maar de rijken voor de crisis laten betalen – ho maar, dat gaat te ver. Rijk zijn is immers, dixit Bruno Tobback, geen zonde. Belastingen heffen kennelijk wel.

Tobback doet alle mogelijke moeite om vergelijkingen tussen zijn partijprogramma en dat van de PVDA+ te ontwijken. Hij doet dat met bitsige en nijdige opmerkingen aan het adres van Peter Mertens, zijn partij en programma, dat hij voortdurend als “utopisch” en “simplistisch” voorstelt. Behalve, merkwaardig genoeg, wanneer de PS er delen van overneemt. In dat geval zijn de voorgestelde programmapunten niet meer “utopisch” maar “iets te verregaand” voor de SP.A.

Op dezelfde wijze verloor ook het oude voorstel van de PVDA+ om de BTW op energie te verlagen snel z’n statuut van “zever in pakskens” die “het probleem niet oplost” van zodra Van de Lanotte er politieke munt meende uit te kunnen slaan. Dat allemaal daar gelaten is de constante in de campagne van Tobback: er vooral niet te links uit zien.

De grens tussen genie en waanzin is, zoals we weten, dun. Tobback zal dan ook wel goeie redenen hebben voor deze zeer merkwaardige strategie. Zijn communicatiemensen zullen hem op het hart hebben gedrukt dat alles zich alweer in het centrum moet afspelen, en dat het motto van de campagne dan ook neerkomt op: “het N-VA model versus het SP.A-model”. Van de Lanotte zal al becijferd hebben dat de partij zelfs met 8 procent nog de volgende regering mee mag vormen, meerijdend op de brede rug van de PS. Alles is dus in orde.

Alleen, het publiek blijft de SP.A als “linkse” partij vergelijken met de PVDA+. Dat is onvermijdelijk want de SP.A noemt zichzelf links. Die vergelijking valt in toenemende mate negatief uit voor de SP.A. In zoverre de partij nog een consequent links rest-electoraat had, is ze dat nu aan een ijltempo aan het kwijtspelen. Meer nog, het lijkt erop alsof zowat alles wat de SP.A tegen de PVDA+ probeert te hanteren gewoonweg in het voordeel van die laatste zal uitdraaien. Tobback bereidt op die manier de kamerzetel van Peter Mertens voor.

Mertens moet verkozen worden in Antwerpen. De sociaaldemocraten zijn in ‘t Stad – toch een enorm electoraal bolwerk – de klap van de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012 nog steeds niet te boven gekomen. Het trieste en vernederde afdruipen van Patrick Janssens en zijn generatie SP.A’ers heeft de partij daar zowat gedecimeerd.

Bovendien voert de partij in de huidige Antwerpse emeenteraad een zeer onduidelijke oppositie tegen het bestuur van burgemeester Bart De Wever (N-VA) – geen wonder wanneer men weet dat men het bestuur De Wever I qua programma net zogoed Janssens II kan noemen – terwijl Groen, met Meyrem Almaci, en de PVDA+ met Mertens tot nu toe bijzonder goed, zichtbaar en overtuigend presteren op de oppositiebanken.

Het standpunt van de SP.A in het Oosterweeldossier zal eveneens zwaar doorwegen. De volte-face van de partij, die in weerwil van een referendum, dat ze zouden respecteren, nu toch heeft gekozen voor het BAM-tracé, heeft bij zeer velen een afkeer tegenover de SP.A in de hand gewerkt. In een oudere politieke cultuur zou er geen vuiltje aan de lucht zijn geweest.

Men hanteerde hier immers een klassieke techniek: laat een “heet” dossier afkoelen zodat het volksprotest uitdooft en duw het door in verkiezingstijd, wanneer er geen sereen debat meer is. In het Facebooktijdperk werkt dit niet meer. Het Oosterweelbesluit heeft in geen tijd de actiegroepen weer massaal op de been gebracht. Het BAM-tracé wordt een thema in de verkiezingen, een voor de sp.a zeer ongemakkelijk thema.

Voor Bruno Tobback bevatte het Oosterweelbesluit van de Vlaamse Regering alles wat de SP.A wilde. Hij is dus tevreden. En voor zijn voorganger Caroline Gennez – ten tijde van het referendum nog voorzitster van de partij en heftig verdedigster van de uitslag van de volksraadpleging – was het Oosterweelbesluit aanleiding voor een opiniestuk waarin meesmuilend werd gesproken over actiegroepen. Het referendum werd als uit de tijd voorgesteld en ze riep op om in de toekomst volwassen marketing-tools te hanteren in onze zoektocht naar een betere democratie. Men kon enkel plaatsvervangende schaamte voelen bij het lezen van dit stuk.

Tobback heeft Peter Mertens het grote genoegen verschaft Caroline Gennez en Monica De Coninck als lijsttrekkers op de Antwerpse lijsten te plaatsen. De eerste hebben we al kort vermeld, de tweede is de architecte van de Belgische (en eerder: Antwerpse) variant van de Duitse “Hartz-wetten”. Die laten de werklozensteun tot beneden de armoedegrens zakken. Het zal Mertens en de zijnen bitter weinig moeite kosten om zich als echt – en enig – links programma tegenover de SP.A in de Antwerpse kiesomschrijving te profileren. De linkse kiezer zal even weinig moeite hebben te bepalen wie z’n stem zal krijgen.

Tobback begaat naast dit alles nog een andere kapitale fout. Hij houdt niet op te herhalen dat de PVDA+ electoraal niets voorstelt en politiek onbelangrijk is. Hij wikkelt, met andere woorden, een soort cordon sanitaire rond de partij. Dat soort theatrale kleinering van de tegenstrever schept een “Calimero”-beeld van de PVDA+. Van dat beeld weten we dat het goed pakt bij het electoraat.

Het feit dat de partij tevens wordt geweerd uit de Stemtest versterkt dat imago van slachtoffer-van-het-establishment nog verder. Mertens en de zijnen bespelen intussen vlot de media, krijgen meer airtime dan ooit in hun geschiedenis, gebruiken intensief de sociale media en kunnen rekenen op drommen vrijwilligers.

Het neerbuigende en kribbige gedoe van Tobback maakt de PVDA+ immers sympathiek. Dat is onbetaalbaar als campagnetroef. Meer nog, dat effect van sympathie bij de kiezer is iets wat Tobback gratis en voor niets meegeeft aan Mertens, wiens partij over uiterst beperkte campagnefondsen beschikt. Het is een cadeautje dat kan tellen.

Tobback is dan ook zonder meer een troefkaart geworden in de campagne van de PVDA+. Niet zozeer, of althans niet uitsluitend, omdat de SP.A de notionele interestaftrek blijft verdedigen en zich volledig achter de macro-economische rotzooi van Europees Commissieleden Olli Rehn en Karel De Gucht (Open-VLD) met zijn vrijhandelsfantasmen schaart. Hij doet dat ook door mee het asielbeleid van Maggie De Block (Open VLD)  en het juridische gedrocht van de GAS-boetes te verdedigen.  

Hij laat zich daarnaast liever informeren door werkgeversorganisatie VOKA dan door het ABVV. In lokale besturen heeft hij er een potje van gemaakt – denk aan Aalst en Turnhout – en met partijgenoot Pascal Smet in de Vlaamse regering heeft hij zowat de minst indrukwekkende Minister van Onderwijs uit de vaderlandse geschiedenis geleverd. Daarenboven heeft Tobback het eigen oude en oer-socialistische Charter van Quaregnon[1] vervangen door wat we best als een “Vlaams-nationaal geoptimaliseerd kapitalisme” kunnen omschrijven.

Neen, Tobback is de ideale wegbereider van Peter Mertens naar het Parlement omdat de SP.A zich enerzijds links blijft noemen, maar anderzijds geen enkele dialoog met en over linkse alternatieve standpunten wil aangaan. Hij plaatst tegenover de linkse PVDA+ simpelweg een continuering van centrum-rechts, die hij zelf dan “links” noemt. Voor de kloof die tussen beide gaapt heeft hij geen andere verklaring dan dat die kloof niet ter zake doet en dat de kiezer die kloof gewoonweg moet wegdenken.

Genie en waanzin, nietwaar? Tobback lijkt niet te beseffen dat de wereld snel verandert, ook in de sfeer van de politieke campagnes. Bij de vorige verkiezingen zaten zo’n 2 miljoen Belgen op Facebook, nu zijn dat er 5,5 miljoen. Dat betekent dat er in die korte jaren een enorme nieuwe ruimte is ontstaan waarin burgers autonoom en zonder aanwijsbare leiding politieke standpunten vormen, politieke kennis en informatie uitwisselen en – vooral – elkaars politieke geheugen blijven opfrissen. De “vlottende kiezer” van weleer is een bloggende kiezer geworden, die zich veel minder dan tevoren door “perceptie” (dat stomme begrip) laat leiden, veel meer het fijne van de dingen wil afweten en zich een stuk minder laat manipuleren.

Als Tobback het onderscheid tussen zijn partij en die van Peter Mertens niet opmerkenswaard vindt: de bloggende kiezer merkt het wel degelijk op. Die bloggende kiezer begint dan ook de indruk te krijgen dat Tobback er alles aan doet om Mertens verkozen te krijgen. Het zal onze politicologen vele jaren onderzoek kosten om dat uitgelegd te krijgen.

Voetnoten

  • [1]In 1894 stelde de Belgische Werkliedenpartij een politiek charter op met zeven punten: <br><br>- gemeenschappelijk eigendom van de bodemrijkdommen; <br>- uitbating van die rijkdommen alleen voor het algemeen belang; <br>- geleidelijke afschaffing van het kapitalisme; <br>- ontvoogding van de arbeiders door de arbeiders zelf; <br>- collectief gebruik van alle natuurlijke rijkdommen; <br>- vorming van een collectivistische samenleving; <br>- socialisme dient de ontvoogding van de arbeiders.<br><br>Het Charter bleef de officiële basistekst van de Belgische socialisten tot 1979.<br>

take down
the paywall
steun ons nu!