Vrijdagavond (7 september) zag ik Philip Catherine aan het werk op de binnenkoer van de Brugse brouwerij De Halve Maan op het Walplein. Hoewel Catherine Belgiës beroemdste jazzgitarist is, heeft hij nooit veel opgetreden in Brugge: enkele keren in De Werf (lang geleden) en in 2006 op September Jazz in ’t Bilkske.
Het concert vond plaats naar aanleiding van de ‘Week van het Bier’, een evenement dat aan mij voorbijgegaan is zoals vandaag de ‘Dag van de Vrijmetselarij’ aan mij voorbijgaat. Toen Philip Catherine rond tien uur opkwam, riep er iemand “We want more”, wellicht al een Brugse Zot te veel op.
Het publiek moest erom lachen en Catherine ook. Hij nam zijn tijd om zijn gitaar nog wat te stemmen om dan haast ongemerkt in ‘Gilles et Mirona’ te glijden, een half-melancholish, half-vrolijk melodietje uit zijn cd ‘Summer Night’ (2002) dat perfect paste bij de zomerse avondtemperatuur op het plein. Nu, zélfs dat was een subjectief gegeven, want her en der hadden de toeschouwers al dekentjes op hun schoot gelegd om de kilte te verdrijven.
Philip Catherine zag er nog lang geen zeventig uit, geen zestig zelfs, maar feit is: volgende maand wordt zijn ‘70th Birthday’ gevierd met een heuse tournee met zijn kwartet. Gisteren trad hij evenwel in zijn eentje aan. Met twee gitaren (een elektrische en een akoestische) en een rist voetpedalen waarmee hij de toeschouwers herhaaldelijk aan het lachen bracht: dan hield hij op met spelen en ging de muziek gewoon door.
De gitarist beperkte zich tot een uurtje easylisteningjazz. Goed in het gehoor liggende deuntjes die bijvoorbeeld de gelukzaligheid van ‘Pivone’, de kat van zijn dochter, muzikaal illustreerden of het lamlendige krieken van de dag op ‘Goodmorning Bill’. Tussendoor haalde hij er ook trompettist Sam Vloemans bij, die met zijn kwartet het voorprogramma gespeeld had. Catherine zei ‘Vliesman’: “I always have problems remembering names”, excuseerde hij zich. “Sometimes I forget my own name.”
Zeventig, Belg, geboren in Londen, maar na de oorlog met zijn ouders (Britse moeder, Belgische vader) in Brussel komen wonen, spreekt nog steeds geen Nederlands, behalve ‘Welkoem’ en ‘Dankoe’. Tijdens een televisiedocumentaire over Jazz Middelheim twee weken geleden, zagen we dat hij met zijn Vlaamse compagnon de route, Bert Joris, Engels praat -een compromis?
Met Sam Vloemans speelde hij twee composities: ‘Barney’s Tune’, een klassieker van Gerry Mulligan, en ‘Beautiful Love’, een titel die bij het doorgaans oudere publiek een puberaal-zwijmelend ‘Oooooh’ ontlokte.
Philip Catherine behoort, net als die andere Brusselaar, Toots Thielemans, tot de legenden van de Belgische jazz. Wat hij doet is oerdegelijk, maar je moet geen verrassingen meer verwachten. Wat mij betreft mocht het concert wat meer pit hebben, al mag je van een bijna-zeventiger ook geen zotte dingen meer verwachten. Zot van jazz, ja, maar geen jazzzot.
MISSELYk