In de nacht van vrijdag 19 oktober is in het Kempense Mol opnieuw een transport met gecompacteerd radioactief afval aangekomen. Het laagradioactief afval, dat afkomstig is uit Belgische kerncentrales, werd in het Franse La Hague opgewerkt en is bestemd voor Belgoprocess in Dessel, waar het bovengronds wordt opgeslagen in een speciale bunker.

Het transport is het zevende op een totaal van negen die plaatsvinden in de periode 2010 tot 2013. Elk transport bestaat uit twee transportverpakkingen die elk geladen zijn met 24 containers gecompacteerd afval. Per transport komen dus 48 containers naar België terug. De transportverpakkingen worden in een specifieke overslagzone overgeladen van de treinwagon op een vrachtwagen door middel van een portaalkraan. Vervolgens worden de transportverpakkingen over de weg vervoerd tot in het specifieke opslaggebouw op de site van Belgoprocess in Dessel.

Leden van Groen en het Kempens Forum voor Atoomstop hielden ook nu een protestactie om te wijzen op de gevaren die zulke transporten, die onvermijdelijk door dichtbevolkt gebied lopen, met zich meebrengen. Bovendien vrezen zij dat de transporten van laagradioactief afval een eerste stap zijn in een sluipende besluitvorming om in de toekomst hoogradioactief en langlevend afval in de Kempense ondergrond op te slaan.

In totaal komen volgens NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen) 22 gemeenten in een boog tussen Kalmthout en Lommel in aanmerking  voor de berging van nucleair afval in ondergrondse kleilagen. Hoewel de kleilaag in de regio Mol/Dessel niet dikker of dieper is dan in andere gemeenten, wordt steeds duidelijker dat  deze gemeenten de voorkeur genieten. Niet omdat dit de veiligste plaats is, wel omdat men hier de minste weerstand verwacht van inwoners en politici. NIRAS maakt er ook geen geheim van dat een van haar doelstellingen is om een regionaal en maatschappelijk draagvlak te creëren voor de oplossing die hun voorkeur geniet.