Dat is de titel van een “hemeltergend” artikel in De Tijd (11/12/2013) geschreven door Emiel Van Broekhoven, emeritus hoogleraar economie aan de Universiteit van Antwerpen.
“Door de rente richting nul te blijven duwen, maken de voorzitters van de Amerikaanse en de Europese Centrale Bank het voor beleggers zinloos om hun vrijkomend geld te investeren. Bovendien legt nieuwe reglementering de banken extra beperkingen op die krediet verschaffen heel duur maken. Beide ontwikkelingen maken dat banken het spaargeld niet omzetten naar investeringen.”
Over de geschiedenis en het ontstaan van geld wil ik het hier niet verder hebben maar kan ik twee boeiende boeken aanraden.
[“Het succes van geld” – Niall Fergusson – Uitgeverij Contact Antwerpen / A’dam – 2009]
[“Het Grote Spel” – Claude Cueni – Uitgeverij Querido’s Antwerpen / A’dam – 2008]
Ik citeer hierna uit mijn artikel d.d. 30/09/2013.
De cijfers zijn dus ietwat gedateerd maar de grote lijnen kloppen nog steeds.
De banken kunnen hypothecaire leningen aanbieden dank zij de spaarcenten van andere burgers.
Er is genoeg spaargeld beschikbaar, maar het wordt door de verkeerde partijen beheerd.
Simpel gezegd : ouders geven hun spaargeld in bewaring bij de bank en krijgen daarvoor belachelijke minimale rente (0,60 % à 2,20 %)“als beloning”.
Rente spaarboekjes = basisrente + getrouwheidspremie.
Bron : www.spaargids.be op 30/09/2013.
· Laagste is : AXA VLOT Spaarrekening = 0,60 % (0,40 % + 0,20 %)
· Hoogste is : CKV Spaarrekening = 2,20 % (1,00 % + 1,20 %)
De kinderen van diezelfde ouders ontlenen dan geld bij de bank om een woning te kopen of te (ver)bouwen en betalen schandalig dure rente : 1,95 % (Belfius) tot 7,01 % (AXA)
Bron : www.spaargids.be op 29/09/2013.
De interbancaire rente, dit is de rente die de banken betalen wanneer ze, wegens liquiditeitstekorten, bij de Europese Centrale Bank (ECB), geld ontlenen, bedraagt 0,127 % (voor één maand) tot 0,538 % (voor een jaar). Bron : www.euribor-rates.eu op 29/09/2013.
Afgerond betekent dit dat een bank, als ze niet over voldoende spaargelden zouden beschikken van hun eigen klanten, zogenaamde spaardeposito’s, bij de ECB kan lenen aan ongeveer 0,5 %.
Een hypothecaire lening à 2,5 % betekent dus een bruto winstmarge van 400 %.
Als dat geen woekerwinsten zijn ?!
Daarenboven heeft soortgelijke “belegging” voor de bank weinig risico’s (het aantal “contentieuze klanten d.i. klanten die hun lening niet kunnen betalen, is zeer klein) en vraagt weinig “werk”.
Het lening-contract dat de bank afsluit met de ontlener is daarenboven unilateraal d.w.z. de klant heeft daar (meestal) niets tegen in te brengen en kan amper eigen voorwaarden naar voren schuiven.
Daarenboven zijn de waarborgen die de bank vraagt meestal voldoende om, in geval van insolvabiliteit van de ontlener, het saldo van de lening, te kunnen dekken.
Dit alles, het adagio indachtig : “je krijgt een lening bij de bank, als je kan bewijzen dat je er geen nodig hebt.”
Bovenop een hypothecaire lening kan de ontlener nog een verzekering afsluiten voor in geval van inkomensverlies (= “verzekering gewaarborgd wonen”).
Deze verzekering, waarvan de premie wordt betaald door de Vlaamse Overheid, is gratis.
Samengevat betreft het een tussenkomst (van 500 à 600 Euro/maand), gedurende maximum 18 maand voor een (onvrijwillige) werkloze tot maximum 36 maand voor een arbeidsongeschikte ontlener. (www.wonenvlaanderen.be)
Anderzijds zijn er méér dan voldoende spaargelden beschikbaar op de Belgische markt :
733,7 miljard Euro bezaten de Belgen in 2011, hetzij in spaargeld, hetzij in beleggingen (zonder vastgoed). (www.express.be – 20/04/2011)
Volgens hetzelfde artikel hadden de Belgische consumenten, op dat moment, voor
196,5 miljard Euro aan leningen lopen, het merendeel hypothecaire kredieten.