In de bestuurskamer van Dexia woedt een strijd tussen Belgen en Fransen. De vicevoorzitter en financieel directeur van Dexia Bank België houdt het er voor bekeken, meldt De Standaard. Hij schoot niet op met Mariani, de Franse CEO. De krant schrijft dat de vicevoorzitter opgevolgd wordt door iemand met een ‘kneedbaarder’ profiel. Enkele weken geleden stapte de hoofdstrateeg Beleggingen van Dexia Asset Management ook al op.
De Belgische gemeentelijke holding en de ACW-holding Arco zijn belangrijke aandeelhouders van Dexia. Op 11 mei komt de algemene vergadering van aandeelhouders samen. Een herhaling van de vechtpartijen op de Heizel en van het schoenengooien in Gent ter gelegenheid van soortgelijke bijeenkomsten van Fortis-aandeelhouders zit er waarschijnlijk niet in. Maar je weet natuurlijk nooit, want er zijn problemen genoeg bij Dexia.
Vooreerst zijn er de ‘ambities’ van Dexia. Uit het strategisch plan van de bank-verzekeraar blijkt dat het de bedoeling is om tegen het eind van 2014 een derde van de inkomsten in Turkije te halen. Dexia is daar eigenaar van de DenizBank. Dexia mikt op 6 miljoen Turkse klanten, terwijl dat er in België en Luxemburg slechts 4 miljoen zijn. Maar nu moet Deniz blijkbaar haar levensverzekeringsactiviteiten (Deniz Emeklilik) verkopen. Dexia wordt hiertoe verplicht, schrijft de Franse krant Les Echos. In ruil voor de staatssteun moet Dexia een aantal activiteiten van de hand doen. Afslanken en groeien gaan moeilijk samen.
In het najaar van 2006 nam de Frans-Belgische bankgroep de Denizbank over. Bij Deniz, een bank met 8600 werknemers is er geen vakbondsafvaardiging. Op een bijeenkomst van het Wereld Sociaal Forum in Istanbul bleek dat de strijd voor werknemersrechten bij Deniz zeer moeizaam verloopt. Wereldwijd telt Dexia 35.200 medewerkers in 33 landen. Daarvan wordt maar 55 procent vertegenwoordigd door een lokale ondernemingsraad of vakbond. Bij Denizbank is er zelfs geen enkele vakbondsafgevaardigde (cijfers van juni 2010). Ook in België is er al heel wat te doen geweest rond de personeelsvermindering. Net als bij BNP Paribas Fortis verhuisden er ook bij Dexia jobs naar Parijs en tegen het jobverlies als gevolg van herstructureringen werd in 2010 actie gevoerd.
Ook in Israel heeft Dexia zich in nesten gewerkt. Maar de Belgisch-Franse financiële groep zoekt nu ook een koper voor haar Israëlische dochter. Dexia-Israël was jarenlang betrokken bij de financiering van Joodse nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Volgens het internationaal recht is dat illegaal. Dexia heeft zijn betrokkenheid altijd geminimaliseerd en de voorzitter van de raad van Bestuur Jean-Luc Dehaene slaagde er zelfs ooit in om het bestaan van Oost-Jeruzalem in twijfel te trekken. Het is ruim geweten dat Dehaene ook kneedbaar is, vooral als er bonussen in de buurt zijn.
Nochtans zal Dexia meer dan wat Vilvoordse loodgieterij gaan nodig hebben. Eind vorige maand dreigde het ratingbureau Moody’s er volgens De Tijd mee om de kredietwaardigheid van de drie belangrijkste operationele entiteiten van de Dexia Group te verlagen met één of zelfs twee stappen. Moody’s zou zich zorgen maken over de blijvende afhankelijkheid van Dexia van kortetermijnfinanciering. Het betreft de ratings van Dexia Bank België, het Franse Dexia Credit Local en het Luxemburgse BIL. Volgens De Morgen wees het agentschap ook op de hoge financieringskosten van Dexia, ‘die een negatieve impact kunnen hebben op de kredietverstrekking aan de publieke sector of op de winstgevendheid’.
Als Moody’s de kredietwaardigheid van Dexia effectief naar beneden bijstelt, wordt het voor Dexia nog duurder om aan middelen te geraken. De regering houdt er dus best rekening mee dat Dexia een nieuwe herkapitalisatie zal nodig hebben. In zijn halfjaarlijks Financial Global Stability Report heeft het Internationaal Monetair Fonds het over ‘de precaire toestand van de Europese banken’. Ook het IMF denkt dat er banken zijn die weer geherkapitaliseerd moeten worden.
De problemen en de ruzies bij Dexia zijn weinig verrassend. De Belgische banken hebben massaal belegd in de perifere eurolanden, die nu zelf in moeilijkheden verkeren. De kans om zonder kleerscheuren uit dat verhaal te komen, is hoe dan ook bijzonder klein. Voor de KBC is dat zo, maar ook voor Dexia is dat zeker het geval. Het is evident dat Dexia dan bij de Franse en Belgische regering zal moeten aankloppen. Bij de gemeentelijke holding en bij Arco zitten ze niet te wachten op een vraag van Dexia.
Als de Belgische overheid ooit zelf over kop zou gaan, dan zou Dexia daarbij een doorslaggevende rol kunnen spelen. Begin december citeerde De Standaard cijfers voor Dexia van het Centre for European Policy Studies (CEPS). Dat wees er toen op dat de Belgische staat zich in 2008 voor 150 miljard euro garant stelde voor de financiering van Dexia. Dat gigantisch bedrag komt neer op bijna de helft van de Belgische staatsschuld. De garantie werd later teruggebracht tot 100 miljard. Het blijft een tikkende tijdbom onder onze overheidsfinanciën.