Cartoon: Victor Gillam, Wikimedia Commons
In memoriam, Longread - Elier Ramírez Cañedo, and

Na 200 jaar is de Monroe-doctrine helaas nog lang niet dood

Tweehonderd jaar geleden werd de Monroe-doctrine gelanceerd. Voortaan zou het Amerikaanse continent beschouwd worden als de achtertuin van de VS. Na WOII breidde de VS zijn hegemonie uit naar andere gebieden van de wereld, maar vandaag is die hegemonie in verval. Voor de volkeren uit het Zuiden biedt dit grote opportuniteiten. Maar er loeren ook gevaren om de hoek, zoals de opleving van neofascistische tendensen.

vrijdag 1 december 2023 12:25
Spread the love

 

Portret van James Monroe. Foto: Daderot, Wikimedia Commons / CC0 1.0 AKTE

In november 1823 kondigde President James Monroe (1817-1825) in een boodschap aan het Congres de doctrine aan die de essentie van het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten in de regio van Latijns-Amerika en de Caraïben uitstippelde. Deze doctrine kan geresumeerd worden in de slagzin “Amerika voor de Amerikanen.”

Elke nieuwe poging van Europa om tussen te komen of om zijn greep op het Amerikaanse continent uit te breiden werd daarmee afgeblokt. Europa werd namelijk beschreven als een gevaar voor de “vrede en veiligheid” van de VS. Tegelijkertijd werden de eigen expansionistische en hegemonische belangen in het zuiden van het continent verhuld, meer in het bijzonder ten aanzien Cuba en Mexico.

Op deze manier startten de Verenigde Staten een traditie die kenmerkend zou zijn voor hun gedrag op de internationale scene tot op de dag van vandaag.

De Monroe-doctrine werd door Washington gebruikt om zich, unilateraal en alsof het om een goddelijk recht ging, beschermer van het Amerikaanse continent te verklaren en aan de rest van de wereld duidelijk te maken waar hun invloeds-, uitbreidings- en heerschappijzone lag.

De Monroe-doctrine werd door Washington gebruikt om zich, unilateraal beschermer van het Amerikaanse continent te verklaren

In de loop van de tijd zullen de verschillende regeringen van de VS talrijke actualiseringen en bijvoegsels aan de doctrine toevoegen. Daarbij werd er steeds naar gestreefd om alle gaten te dichten die, in de interpretatie of praktijk van andere internationale actoren en de landen in de regio zelf, de ware bedoelingen ervan in gevaar zouden kunnen brengen.

Geen enkele van de Noord-Amerikaanse regeringen haalde het ooit in zijn hoofd te denken dat de verklaring van de Monroe-doctrine een daad van altruïsme of van bijzondere vriendschap met de

Het status quo, geschikt voor de belangen van de Verenigde Staten, kon niet gewijzigd worden door machten van buiten het continent, maar ook niet door de eigen landen van de regio.

Portret van John Quincy Adams. Foto: The White House Historical Association, Wikimedia Commons

Daarenboven werd de Monroe-doctrine vergezeld van de zogenaamde theorie van het Rijpe Fruit, geformuleerd door John Quincy Adams in hetzelfde jaar 1823, waar Cuba vergeleken werd met een boomvrucht, waarbij metaforisch uitgelegd werd dat, zoals de wetten van de zwaartekracht in de natuurkunde bestaan, er ook wetten van politieke zwaartekracht bestaan.

Omwille van die reden stond Cuba geen ander lot te wachten dan in handen van de Verenigde Staten te vallen. Er moest enkel gewacht worden op het geschikte moment waarop deze vrucht rijp genoeg zou zijn om dit onvermijdelijke eindpunt te bereiken.

Cuba was dus reeds aanwezig bij de grondslag van de Monroe-doctrine als een van de meest gegeerde grondgebieden van de politieke klasse van de Verenigde Staten. Evenals Mexico, waarvan meer dan de helft van de grondgebieden later zal toegeëigend worden door de Verenigde Staten tijdens de oorlog van 1846-1848.

I. Simon Bolívar

Simon Bolivar. Foto: José Toro Moreno, Wikimedia Commons

In 1830 ging Simón Bolívar de eeuwigheid in. Gedurende zijn strijd voor onafhankelijkheid en eenheid van de volkeren van Spaans-Amerika had hij de afwijzing van de Verenigde Staten gevoeld als een groot obstakel en een blijvend gevaar. Hij had ook hun koude en berekenende houding ondervonden met betrekking tot het emancipatieproces in Zuid-Amerika.

Tegen deze vrijheidsstrijder en zijn plannen van eenheid en integratie van Spaans-Amerika werd vanuit Washington een uitgebreid samenzweringsnetwerk geweven.

Bolívar was zijn tijd ver vooruit met zijn ideeën over anti-imperialisme, over eenheid en integratie van de grondgebieden die bevrijd waren van het juk van het Spaanse kolonialisme, over de afschaffing van de slavernij, en ten voordele van de meest misdeelde klassen en de onafhankelijkheid van Cuba en Puerto Rico.

Bolívar was zijn tijd ver vooruit met zijn ideeën over anti-imperialisme en over eenheid en integratie van Latijns-Amerika

Deze ideeën vormden de grootste bedreiging voor de belangen van de uitbreiding en de heerschappij van Washington in die jaren. Vandaar hun ettelijke pogingen om Bolívar te discrediteren en vandaar dat zij hem onder andere “usurpator”, “dictator” en “de gek van Colombia” noemden.

II. José Martí

In de tweede helft van de 19de eeuw zal het Bolívariaanse ideaal in de persoon van José Martí, één van de leiders van de Cubaanse onafhankelijkheidsoorlog, een van zijn meest briljante volgelingen hebben. Als geen ander kon hij in ‘de buik van het monster’ kijken (hij leefde een tijdlang in de VS, nvdr.) en de gevaren voor de onafhankelijkheid van Ons Amerika (Nuestra América) en voor het algemene evenwicht van de wereld aan de kaak stellen.

José Martí. Foto: Cubaanse overheid, Wikimedia Commons / CC0 1.0 DEED

Hij was het die de Monroe-doctrine moest confronteren in een periode waarin de Verenigde Staten hun eerste stappen zetten in de richting van hun imperialistische fase en waarin de Monroe-doctrine zich moderniseerde door middel van het Pan-Amerikanisme, dat de continentale eenheid nastreefde onder de dominante as van Washington.

Door middel van zijn kronieken en artikels in meer dan twintig Spaans-Amerikaanse dagbladen voerde José Martí een intense anti-imperialistische strijd tegen de stellingen van een eenheidsmunt en een douane-unie.

Met zijn lange termijnvisie legde Martí het grootste gevaar voor Cuba en onze Amerikaanse landen bloot: de vraatzuchtige imperialistische honger van Washington en hij had voorzien wat ons te wachten stond als we niet snel de onafhankelijkheid van Cuba en Puerto Rico, waar volgens hem zich het evenwicht van de wereld bevond, verwezenlijkten.

III. Augusto Sandino

In 1898, door hun tussenkomst in het Cubaans-Spaanse conflict, vormden de Verenigde Staten het eiland Cuba om tot een neokoloniale proefkonijn in de regio. Dit betekende het begin van een historische periode gekenmerkt door de voltooiing en het succes van de Monroe-doctrine.

De Verenigde Staten verankerden hun heerschappij in het Westerse halfrond en verdreven beetje per beetje de rivaliserende machten, in het bijzonder Engeland. Naast Cuba en Puerto Rico, verwierf Washington de controle over de landengte van Panama, een van de belangrijkste geostrategische punten.

De Verenigde Staten verankerden hun heerschappij in het Westerse halfrond en verdreven beetje per beetje de rivaliserende machten

De Dominicaanse Republiek, Panama, Guatemala, El Salvador, Cuba, Honduras, Nicaragua en Haïti leden op directe wijze onder het beleid van de ‘Grote Stok’ en onder een bijvoegsel aan de Monroe-doctrine, met de tussenkomst en de territoriale bezetting door de yankee marines.

In het geval van Cuba verwierf de Monroe-doctrine een juridische connotatie door middel van de Enmienda Platt. Dat gaf het recht aan de Verenigde Staten om tussen te komen in Cuba telkens als zij dat geschikt achtten en om grondgebieden te huren voor het installeren van marinebasissen. Dat is de oorsprong van de onwettige aanwezigheid tot op heden van de Verenigde Staten in de baai van Guantánamo.

Augusto César Sandino (1895-1934). Foto: Public Domain

De volgende presidenten vergrootten en consolideerden de heerschappij van de Verenigde Staten in Midden-Amerika en de Caraïben. Zij intervenieerden of zij uitten militaire bedreigingen telkens als de vereisten van hun imperialistische veiligheid in de regio werden bedreigd.

In Nicaragua werd de vrijheidsstrijder Augusto César Sandino, door toedoen van de VS vermoord en werd de dictatuur van Anastasio Somoza geïnstalleerd, “een klootzak” – zoals Roosevelt zelf hem noemde – “maar onze klootzak”.

IV. De Organisatie van Amerikaanse Staten

Het begin van de Tweede Wereldoorlog kwam de regering van de Verenigde Staten bijzonder goed uit om hun heerschappij nog meer uit te breiden in het hele halfrond. Zij breidden hun militaire basissen in de regio uit en ze slaagden erin talrijke Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen aan te sluiten bij hun projecten van “hemisferische veiligheid”, terwijl die landen in werkelijkheid ondergeschikt werden aan de geostrategische doelstellingen van het imperialisme van de yankees.

Vanuit hun graven konden Monroe en Adams niet gelukkiger zijn, en des te meer toen in 1948 de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), ontstond als instrument van de Verenigde Staten om hun heerschappij over Latijns-Amerika en de Caraïben te moderniseren en institutionaliseren.

Het ontstaan van de OAS werd gedoopt met het bloedvergieten van het Colombiaanse volk, midden in een volksopstand waarvan de oorzaak de moord op hun progressieve leider, Jorge Eliécer Gaitán, was.

Visual: OAS, Wikimedia Commons

Onmiddellijk werd het duidelijk dat de OAS een schaakstuk was in het nieuwe wereldsysteem dat was ontstaan om te voldoen aan de hegemonische belangen van de machtselite van de Verenigde Staten. Het lijdt geen twijfel dat de OAS ontworpen is en verder tracht te functioneren als een ‘ministerie van Kolonies’ van de yankees, waar de filosofie van de Monroe-doctrine aan ten grondslag ligt.

Met het bereik van dergelijke controle over hun achtertuin, voelde de VS zich in staat zijn hegemonie uit te breiden naar andere gebieden van de wereld

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog bereikten de Verenigde Staten absolute suprematie in het Westerse halfrond en bereikten zij aldus de top van de aspiraties van de grondleggers van de Monroe-doctrine en van hun meest loyale en creatieve opvolgers.

Met het bereik van dergelijke controle over wat zij hun achtertuin noemden, voelde de machtselite van het imperialisme van de Verenigde Staten zich in staat zijn hegemonie uit te breiden naar andere gebieden van de wereld, veel verder dan de grenzen uitgedrukt in de Monroe-doctrine in 1823.

V. Strijd tegen het ‘communisme’

De jaren 60 brachten opnieuw een opleving van het ideaal van de Monroe-doctrine in het licht van de triomf van de Cubaanse revolutie en de vermeende penetratie van het communisme in het westelijk halfrond.

Dit voorwendsel werd aangenomen en verspreid vanuit Washington om een nog agressievere koers te varen tegen het Cubaanse revolutionaire proces en de diplomatieke isolatie van Cuba op het halfrond te provoceren. Dit werd verwezenlijkt toen Cuba in 1962 geschorst werd uit de OAS.

Het verzet en de successen van de Cubaanse Revolutie, die een voorbeeld zijn van absolute onafhankelijkheid en soevereiniteit voor de neus van het imperium van de Verenigde Staten, betekenden een onaanvaardbare werkelijkheid ten aanzien van de reële hegemonische doelstellingen waardoor de Monroe-doctrine geïnspireerd werd.

Naast de ontketening van een oorlog met volledig spectrum tegen Cuba, die tot op heden voortduurt, leidde deze anomalie van overheersing door de Verenigde Staten in het Westerse halfrond de opeenvolgende regeringen van de Verenigde Staten tot de uitvoering van een hele reeks beleidsmaatregelen van gewelddadige en reactionaire aard om de ontluiking van meerdere Cuba’s in de regio te vermijden.

Er begon een nieuwe etappe van invasies, staatsgrepen en steun aan bloedige dictaturen, met als voorwendsel de strijd tegen het communisme. Miljoenen verdwijningen, gefolterden en vermoordden, was de kost die onze volkeren betaalden. Het is onmogelijk precieze cijfers voor te leggen als we daarbij ook nog de slachtoffers van de Monroe-doctrine sinds de 19de eeuw bijrekenen.

Er begon een nieuwe etappe van invasies, staatsgrepen en steun aan bloedige dictaturen, met als voorwendsel de strijd tegen het communisme

50 jaar geleden ontketende de regering Nixon-Kissinger een groot complot tegen de regering van de Unidad Popular, voorgezeten door Salvador Allende in Chili. Deze operatie bereikte zijn hoogtepunt op 11 september 1973 met een staatsgreep, de dood van Allende en de vestiging van een van de afgrijselijkste dictaturen van het hele continent, waarvan de gevolgen tot op vandaag in het land te zien zijn.

Salvador Allende. Foto: Che Mella, Wikimedia Commons / CC BY-SA 3.0 DEED

40 jaar geleden lanceerde de regering van Ronald Reagan ook een invasie tegen het Caraïbische eiland Granada, op 25 oktober 1983, waar een revolutionair proces aan de gang was onder de leiding van Maurice Bishop.

VI. De heropstanding van Bolívar

De val van het socialistische kamp ontketende triomfalistische houdingen in Washington betreffende de komst van de ‘Pax Americana’. Het was nu niet enkel meer ‘Amerika voor de Verenigde Staten’, maar de wereld aan de voeten van de wereldmacht die overwinnaar was geworden in de Koude Oorlog met als gevolg het zogezegde einde van de geschiedenis.

Niet alleen konden ze Cuba niet van de kaart vegen, maar er ontstonden volksopstanden en verzet in de gebieden die de Verenigde Staten beschouwden als hun veilige achtertuin. Wat de machtselite in Venezuela het allerminst verwacht had, was dat er een heropleving zou komen van het Bolívarisme en dat progressieve en linkse krachten aan de macht zouden komen.

Zij brachten een baanbrekende verandering teweeg, waarbij de Monroe-doctrine ter discussie gesteld werd en waar het Bolívariaanse ideaal teruggehaald en aangepast werd aan de 21ste eeuw.

De rol van de Venezolaanse president Hugo Rafael Chávez Frías, aan het hoofd van de Bolívariaanse Revolutie, betekende zonder twijfel een ommezwaai en een sprong in de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische geschiedenis.

Hugo Chávez. Foto: Venezolaanse ambassade Minsk, Wikimedia Commons / CC BY 3.0 DEED

Samen met de regeringen van Nestor Kirchner in Argentinie, Daniel Ortega in Nicaragua, Evo Morales in Bolivie, Tabaré Vázquez in Uruguay, Lula Da Silva in Brazilië, Rafael Correa in Ecuador en Fidel en Raúl Castro in Cuba, werd er begonnen met vorm te geven aan een regionaal Project ‘Onsamerikaans’ (“Nuestroamericano”).

Dat project riep integratie-organisaties, zoals ALBA-TCP, UNASUR, CELAC, TELESUR, PETROCARIBE, in het leven, alsook mechanismen die trachtten de schema’s van overheersing te doorbreken die door het Noorden sedert tientallen jaren waren opgelegd.

Nooit eerder sinds het einde van WOII had de dominantie van de Verenigde Staten op het westelijk halfrond zo’n klap gekregen

In november 2005 werden de pogingen van het imperialisme van de Verenigde Staten om de regio te herkoloniseren door middel van een Amerikaanse Vrijhandelszone (FTAA), die de inmenging in binnenlandse aangelegenheden wilde verzilveren, gedurende de viering van de IVde Top van de Amerika’s verhinderd.

Nooit eerder sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog had de dominantie van de Verenigde Staten op het westelijk halfrond zo’n klap gekregen.

De regeringen van William Clinton, W. Bush en Barack Obama reageerden met heel hun arsenaal en al hun bondgenoten om dit proces te proberen remmen en te doen mislukken:

staatsgrepen, parlementaire coups, petroleum-coup, economische sancties, blokkades, culturele, media-, psychologische en vierde generatie oorlogen, subversie, spionage, inmengingen in binnenlandse aangelegenheden, stimuleren van verraad en verdeling, juridische kunstgrepen tegen progressieve en linkse leiders (lawfare), diplomatieke en economische bedreigingen, militaire acties, activering van de IVde vloot.

Volgens de principes van Smart Power (combinatie van hard en soft power, nvdr.) verklaarde president Barack Obama in 2013 echter dat er een einde was gekomen aan de Monroe-doctrine. In een toespraak tot de OAS verklaarde de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken John Kerry dat de relatie tussen de Verenigde Staten en Latijns-Amerika die van gelijkwaardige partners zou moeten zijn, en dat zijn regering een band trachtte te smeden, niet op basis van doctrines, maar op basis van gemeenschappelijke belangen en waarden.

Hoe leugenachtig deze verklaringen wel waren kwam twee jaar later naar boven toen een nieuwe poging tot staatsgreep tegen de Bolívariaanse Revolutie zich voordeed, waarin de inmenging van de Verenigde Staten opnieuw klaar en duidelijk was. Enkele weken later noemde het Witte Huis Venezuela een buitengewone bedreiging van zijn nationale veiligheid.

In het geval van Cuba, niettegenstaande de aankondiging van het herstel van de diplomatieke betrekkingen op 17 december 2014 en de zogenaamde nieuwe benadering van het beleid, werden de doelstellingen, namelijk een regimewissel bevorderen en de Revolutie omverwerpen, nooit opgegeven door de regering Obama. Feiten, verklaringen en documenten van die periode tonen dit aan.

Maar, zijn opvolger in het Witte Huis, Donald Trump, en zijn belangrijkste raadgevers rond buitenlands beleid zouden ongezouten het discours van Monroe terug oppikken.

Hun verklaringen waren niet alleen een reactie tegen een grotere aanwezigheid van China en Rusland in de regio, maar ze vormden eerder een antwoord op het niet aanvaarden van ‘vreemde ideologieën’ zoals die die Cuba en Venezuela verdedigen.

VII. Val van de hegemonie

Vandaag wordt het alsmaar duidelijker dat we een geopolitieke transitie van de wereld en een versnelde val van de hegemonie van de Verenigde Staten op globaal niveau aan het meemaken zijn. In dit scenario klampt de machtselite van de Verenigde Staten zich steeds meer vast aan de filosofie van Monroe en aan een overmachtige imperialistische staat.

Maar zij verliezen de controle in veel verder afgelegen gebieden, zoals is voorgevallen in Afrika en het Midden-Oosten. Daarom is het logisch dat hun aandacht zich toespitst op de zone die zij gedurende 200 jaar als hun leefruimte van reproductie en hegemonische uitbreiding beschouwd hebben: Latijns-Amerika en de Caraïben.

Omwille van de globale terugval klampt de VS zich steeds meer vast aan de filosofie van Monroe en aan een overmachtige imperialistische staat

Vanuit de logica van het imperialisme gaat het er koste wat kost om het verloren terrein terug te winnen van China, Rusland en de progressieve en linkse regeringen. Latijns-Amerika en de Caraïben blijven de hoogste voorrang hebben in het buitenlands beleid van de Verenigde Staten.

Laura Richardson, hoofd van het Zuidcommando van de Verenigde Staten, benadrukt het belang van de regio:

“60 procent van het lithium in de wereld bevindt zich in de driehoek van het lithium: Argentinië, Bolivia en Chili. Er bevinden zich daar ook de grootste petroleumreserves, lichte en zachte olie, die ontdekt werden bij Guyana iets meer dan een jaar geleden. Er zijn ook de grondstoffen van Venezuela: petroleum, koper, goud.

En er zijn de longen van de wereld: de Amazone. En 31 procent van het zoete water van de wereld bevindt zich in deze regio. Ik wil maar zeggen, dit is buitengewoon. De regio is belangrijk voor ons. Hij heeft alles te maken met onze Nationale Veiligheid en we moeten ons meer inspannen”.

Het scenario dat hier beschreven wordt, is er een van opportuniteiten ten overstaan van de breuken en de zwakheden van het imperialistische systeem zelf en de voortdurende vergissingen van rechts dat geen alternatief project weet aan te bieden aan onze volkeren.

Maar er loeren ook grote gevaren om de hoek als gevolg van de opleving van neofascistische tendensen die aan de horizon opduiken en ook, in het bijzonder, in Europa.

De systemische crisis van het imperialisme zelf leidt naar steeds gewelddadiger en reactionaire reacties, als gevolg van het verlies van mogelijkheden om de grotere accumulatie van het kapitaal vol te houden. De opstanden, die de ene na de andere in de periferie plaatsgrijpen en in de dominante centra zelf zullen ontstaan, luiden de geboorte aan van een multipolaire wereld.

In dit proces kunnen de linkse krachten van de regio rekenen op een uniek moment om, zoals nooit te voren, de processen van eenheid en integratie van Latijns-Amerika en de Caraïben te herstarten. De conjuncturen zijn zeer veranderlijk en beweeglijk. Morgen zal het te laat zijn.

De opstanden die in de periferie plaatsgrijpen en in de dominante centra zelf zullen ontstaan, luiden de geboorte aan van een multipolaire wereld

Enkel verenigd zullen we daadwerkelijk vrij zijn en zullen we een internationale actor zijn met een invloedrijke plaats in de toekomst van de mensheid. Als we niet willen verdwijnen, moet er dringend gehandeld worden om een civiliserende paradigmatische verandering te bewerkstelligen.

Zo niet zullen de Verenigde Staten opnieuw onze Amerikaanse gronden bezetten en het wereldevenwicht verbreken, op een moment dat er misschien geen ommekeer meer mogelijk is om niet alleen de onafhankelijkheid en de soevereiniteit van onze volkeren te redden, maar ook het menselijke ras zelf.

In de 21ste eeuw is de Monroe-doctrine nog even levendig als in 1823, tweehonderd jaar geleden. Maar ook de idealen en de strijd van onze volkeren zijn even levenskrachtig. Sterker dan ooit leven vandaag de idealen en de strijd van de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische mensen die hun leven opgeofferd hebben voor de onafhankelijkheid en eenheid van Ons Amerika (Nuestra America).

Onze grootste inzet moet, zonder dogma’s of terugval die onze weg bemoeilijken, de strijd voor sociale rechtvaardigheid en de integratie van onze volkeren zijn.

 

Dit is een ingekorte versie van een artikel dat eerder verscheen op Red de intelectuales y artistas en Defensa de la humanidad. De vertaling is van Roos De Witte. De volledige tekst vind je hier.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!