De Italiaans-Amerikaanse feministe en activiste Silvia Federici (1942) was jarenlang professor politieke filosofie aan de Hofstra University in de staat New York. In haar jonge jaren werkte ze als professor aan de University of Port Harcourt in Nigeria.
Over de problematiek van uitbuiting, onbetaald werk en de strijd voor vrouwenrechten schreef ze negen boeken. Daarvan is Caliban and the Witch: Women, the Body and Primitive Accumulation (2004) het meest bekend.
Tineke Jager vertaalde voor EPO haar boek Witches, Witch-Hunting and Women (2018) met als titel De vrouw als zondebok – Over heksen, brandstapels en onteigening.
Het derde woord in de subtitel geeft al een hint. Dit boek gaat over veel meer dan de klassieke verhalen van de heksenjacht. Bovendien, dit is niet zomaar een geschiedenis van die gruwelijke periode, maar een vooruitblik naar nu, naar de ‘heksen’ van vandaag.1
Federici trekt de lijn door naar vandaag, niet alleen naar de uitbuiting van vrouwen in deeltijds werk, in de kledingindustrie, in de mensenhandel, in de landbouw.
Zij wijst op een verontrustend fenomeen, van Brazilië over Afrika, Azië en terug naar Europa neemt femicide opnieuw toe, moord met voorbedachte rade op vrouwen omdat ze vrouw zijn, als vrouw ageren en hun stem laten horen.
Onteigening?
Dat heksen werden gefolterd en geëxecuteerd op de meest gruwelijk denkbare manier, door de brandstapel, weet zowat iedereen. Net zo is het bekend dat heksenvervolging gelijkliep met de trend om van geneeskunde en verloskunde een exclusief mannelijke taak te maken. Dat was meer dan een neiging om een nieuwe beroepscategorie af te schermen van concurrentie.
Dat medisch corporatisme avant la lettre had tevens alles te maken met het toenemend puritanisme in de maatschappij om het vrouwelijk lichaam te criminaliseren, net als het idee dat vrouwen zelfstandig mochten leven, denken en zich uitdrukken. Wat dit boek je leert is dat er veel meer gaande was dan dit alleen.
Liesbet Stevens daarover in haar Voorwoord: “Sterke vrouwen met kennis over het menselijk lichaam, over seksualiteit en voortplanting wekten blijkbaar angst op bij de heersers van de tijd. Maar waarom dan precies? En hoe heeft dat mogelijk tot op de dag van vandaag gevolgen? Dat zijn de vragen waarmee Silvia Federici in dit boek aan de slag gaat.”
Het antwoord op deze twee vragen – het ‘waarom’ en ‘waarom tot vandaag’ – vind je in dit boek. Hoeveel ik dat ook dacht te weten, staan er meerdere vaststellingen in Federici’s teksten die ik niet kende én die me soms verbaasden, vooral omdat ze zo evident zijn, dat ik ze eigenlijk niet had kunnen missen.
Een eerste vaststelling: heksenjacht bestond weliswaar al meerdere eeuwen, maar het was niet in ‘the dark ages’ dat de gruwel van de brandstapel (en ander foltermethodes) zich manifesteerde.
Integendeel, doorheen de middeleeuwen werden heksen weliswaar vervolgd, maar dat gebeurde met vermaningen, boetes of verbanning. Pas in de zestiende eeuw bereikte de heksenvervolging zijn gruwelijke climax.
De Verlichting, niet voor vrouwen bedoeld?
Die zestiende eeuw betekende een enorme achteruitgang voor vrouwenrechten. “In Italië kon een vrouw in de veertiende eeuw zelf naar de rechter stappen om een man aan te geven als hij haar had aangevallen of gemolesteerd.”
De apocalyps van horror kwam er in de Renaissance, wat ons andermaal confronteert met de minder fraaie kanten van wat we nog steeds de Verlichting noemen. Verlichting door wie en ten bate van wie?
Federici schreef De vrouw als zondebok in feite als een ‘toegankelijke brochure’, een vlot leesbare ingekorte versie van Caliban and the Witch. Fanatieke heksenvervolging had naast de evolutie van de geneeskunde alles te maken met de van bovenaf geforceerde hervormingen in de landbouw, waarbij gemeenschappelijke akkers (de ‘gemeente’, de ‘meent’) werden geprivatiseerd en omheind (de ‘enclosures’) door de nieuwe maatschappelijke klasse der grootgrondbezitters.
Federici ziet daarnaast een tweede ‘enclosure’, de opsluiting van het vrouwelijke lichaam in het puriteinse denkkader van de heersende machten. Het een stond niet los van het ander. Kinderloze weduwen die het land van hun man erfden en daar zelfstandig gingen boeren, dat kon niet. Een veel te slecht voorbeeld voor de rest van de bevolking.
Heksenvervolging kwam kort samengevat hier op neer: zelfstandig denkende mensen, vooral vrouwen, waren een hinderpaal voor sociale controle, die nodig was om de werkende bevolking in te zetten in de discipline van het protokapitalisme.
Mensen die ‘s morgens zelf beslissen of ze gaan werken en wat ze gaan doen waren niet productief, mensen die gehoorzaamheid aan een hoger gezag niet aanvaardden al evenmin. Voor de machten van toen waren zelfstandig denkende vrouwen een te gevaarlijk voorbeeld. Overigens – ook dat wist ik niet – werden ook mannen vervolgd voor hekserij, zij het in veel mindere mate.
Bestaande vooroordelen en religieus fanatisme waren daarbij niet de echte drijfveren. Ze werden weliswaar massaal ingezet om de bevolking zover te krijgen met de vonnissen in te stemmen. De machthebbers wisten echter wel beter.
Het waren trouwens niet alleen fanatieke religieuze voormannen (mannen!) of woedende menigten die vrouwen ter dood veroordeelden. De meeste vonnissen werden geveld door de rechtbanken, door lekenmagistraten, door ambtenaren. “De heks was de communist en de terrorist van haar tijd.”
In Tanzania, de Centraal-Afrikaanse Republiek, India, Nepal, Papoea-Nieuw-Guinea en Saoedi-Arabië worden opnieuw vrouwen gefolterd en terechtgesteld voor hekserij. Wie hier vanuit misplaatst Eurocentrisch suprematisme meewarig over gaat doen, wordt door Federici op zijn plaats gezet.
Er is een rechtstreeks causaal verband tussen dit nieuwe geweld tegen vrouwen en de antisociale consequenties van de neoliberalisering van de economieën in het Zuiden, dat door het westers economisch systeem wordt opgelegd aan deze landen.
Bovendien worden de vooroordelen die tot nieuwe heksenjacht leiden in Afrika en Latijns-Amerika gepromoot door witte fanatieke neocalvinisten uit de VS die de verspreiding van hun misogyne ideologie combineren met de leugen dat armoede een gevolg is van persoonlijke tekortkomingen, in geen geval van economische systemen, laat staan van corrupte politieke leiders en economische machten, die daarenboven hun voornaamste sponsors zijn.
Politieke leiders en economische krachten ginder en hier vinden het prima om hun lijdende bevolking wijs te maken dat niet zij, maar heksen de oorzaak van hun armoede zijn. Hier in ons beschaafde Europa vervullen migranten en vluchtelingen die rol.
In de VS wijzen alle statistieken erop dat moord op arme vrouwen (meer dan 3.000 per jaar) minder secuur wordt onderzocht door politiediensten, nog meer uitgesproken als het niet-witte vrouwen zijn. Over het interne geweld binnen het Amerikaans leger tegen vrouwelijke soldaten en de bijna onbestaande vervolging van de daders wordt amper bericht.
Federici ergert zich daarnaast zeer terecht over de nog steeds bloeiende industrie van kinderboeken en toeristische pleisterplekken waar historische vervalsingen worden verkocht als onschuldige prullaria ‘omdat er vraag naar is’.
“Dit is echter mogelijk omdat de Europese regeringen en vertegenwoordigers van de politieke klasse of de kerk, op een enkele uitzondering na, nooit zijn overgegaan tot erkenning van de grote misdaad die hun voorgangers tegen vrouwen hebben begaan.”
De vrouw als zondebok is een bundel teksten die de auteur in de jaren voor 2018 schreef over het onderwerp. Zeven hoofdstukken worden thematisch gebundeld in twee delen, waarvan de titels dit boek samenvatten: ‘Kapitaalaccumulatie en de heksenvervolging in Europa opnieuw bekeken’ en ‘Nieuwe vormen van kapitaalaccumulatie en heksenvervolging in onze tijd’.
Neen, dit is geen verre geschiedenis. Tot in de jaren 1960 werden in de VS, Australië, Canada, Nieuw-Zeeland inheemse vrouwen en vrouwen van kleur gesteriliseerd. Strijdbare vrouwen als Berta Cáceres in Honduras worden nog steeds vermoord in opdracht van mijnbouw- en bosbouwbedrijven. Huiselijk geweld is endemisch in zowat alle landen ter wereld.
Federici ziet echter ook groeiend verzet. Haar besluit: “Het is belangrijk dat we proberen inzicht te krijgen in de geschiedenis en de logica van de heksenvervolging en de vele manieren waarop deze in onze tijd wordt voortgezet. Want alleen door deze herinnering levend te houden kunnen we verhinderen dat de heksenvervolging als wapen tegen ons wordt gebruikt.”
Je kan hier hoofdstuk 2 uit het boek lezen: Waarom we het opnieuw moeten hebben over de heksenjachten.
In deze Open Brief Geachte Jambon, waarom geen Vlaams politiek pardon voor slachtoffers vroegere heksenjacht? vragen Edith Cassier, Katrien Merckx en Hanne Staes aan Vlaams minister-president Jan Jambon om het voorbeeld te volgen van de Catalaanse regering. De historische Vlaamse regio was tussen 1459 en 1684 het theater van een van de meest wreedaardige heksenvervolgingen in Europa.
Lees ook dit interview met de auteur: Silvia Federici over kapitalisme, corona, heksenjacht en migratiecrisis.
Silvia Federici. De vrouw als zondebok – Over heksen, brandstapels en onteigening. EPO, Antwerpen, 2022, 151 pp. ISBN 987 9462 6734 89. Vertaald door Tineke Jager. Voorwoord door Liesbet Stevens van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Note:
1 Het woord ‘heks’ (in het Duits en Oud-Engels Hexe) is afgeleid van hexa, Latijn voor het cijfer zes VI, waarmee het zesde zintuig wordt bedoeld van paranormale begaafdheid.