In 2020 zaten wereldwijd 274 journalisten achter de tralies. Ongeveer de helft zit opgesloten in slechts vier landen: China, Turkije, Egypte en Saoedi-Arabië.
In 2020 zaten wereldwijd 274 journalisten achter de tralies
Er zijn ook de vele klokkenluiders die het hard te verduren krijgen, onder wie Edward Snowden of Julian Assange. Op Assange is al jaren een heksenjacht geopend sinds hij de informatie deelde die het ware gruwelijke gelaat van de oorlog in Afghanistan en Irak in de publieke ruimte bracht. Assange zit nog altijd onder streng regime vast in een Britse gevangenis wachtende op een definitieve rechterlijke uitspraak over een VS-uitleveringsverzoek waar hem tot 175 jaar gevangenisstraf boven het hoofd hangt. Onlangs raakte bekend dat de CIA plannen smeedde om hem te ontvoeren en zelfs te vermoorden. Assange is wellicht een te controversieel figuur.
Het Nobel-comité lijkt zich in te dekken tegen mogelijke kritiek door te stellen dat de twee uitverkorenen “vertegenwoordigers zijn van alle journalisten die opkomen voor dit ideaal in een wereld waarin democratie en persvrijheid steeds ongunstiger worden.”
Het is dus zeker een goede zaak dat deze Nobelprijs voor de vrede het probleem van de inperking van de journalistieke vrijheid en de vrijheid van meningsuiting aan de kaak stelt. “Vrije, onafhankelijke en op feiten gebaseerde journalistiek beschermt tegen machtsmisbruik, leugens en oorlogspropaganda”, aldus het Nobel-comité in zijn verklaring. “Deze rechten zijn cruciale voorwaarden voor democratie en bescherming tegen oorlog en conflict. (…) Zonder vrijheid van meningsuiting en persvrijheid zal het in onze tijd moeilijk zijn om broederschap tussen naties, ontwapening en een betere wereldorde met succes te bevorderen.”
In dit gespannen internationale klimaat kan het als een echo van de Koude Oorlog overkomen dat een van de twee een Russisch journalist is
Toch kan de toekenning van de Nobelprijs voor de vrede aan journalisten uit twee specifieke landen de indruk wekken dat het de betrokken regimes eruit filtert en aan de schandpaal nagelt, terwijl andere problematische landen of gevallen de dans ontspringen. In dit gespannen internationale klimaat kan het als een echo van de Koude Oorlog overkomen dat een van de twee een Russisch journalist is. Het Nobel-comité had dergelijk politiek gebruik van de vredesprijs kunnen voorkomen door evenwicht in te bouwen en de prijs bijvoorbeeld toe te kennen aan journalisten van verschillende rivaliserende grootmachten, zoals de VS, Rusland en China. Reporters zonder Grenzen werd trouwens getipt als een van de grote kanshebbers, wat een betere reflectie zou zijn geweest van de motivatie die het Nobel-comité naar voor schuift, zonder politieke valkuilen.
Met de klimaattop in Glasgow in het vooruitzicht stond ook de jonge klimaatactiviste Greta Thunberg hoog in de ranking voor de vredesprijs. De in ballingschap verblijvende oppositieleidster Sviatlana Tsikhanouskaya en de opgesloten Russische opposant Alexei Navalny werden eveneens gerekend tot de grote kanshebbers.