De politieke orde is naar eigen zeggen ‘opgelucht’ nu de honger- en dorststaking van zo’n vierhonderd mensen in Brussel na 61 dagen is opgeschort. Die orde twittert unisono dat een tragedie is vermeden nu er geen slachtoffers zijn gevallen, en prijst zichzelf voor alle gevoerde dialogen die de hongerstakers tot besef hebben laten komen van het ‘menselijke beleid’ dat hij voert. Kortom, de politieke orde doet alsof alles al bij al fatsoenlijk en correct verlopen is, terwijl zijn ongerustheid en bewogenheid moeten getuigen van zijn menselijk gelaat. Maar het gaat hier niet om een liberale babbelbox waarin twee partners elkaar op gelijke voet kunnen treffen en eventjes van gedachten kunnen wisselen noch gaat het hier om een beleid dat menselijkheid vooropstelt; het gaat hier om geweld dat machtsverhoudingen zichtbaar maakt op het lichaam.
Queer denker Jasbir K. Puar benoemt dergelijk geweld in haar boek The Right to Maim: Debility, Capacity, Disability (2017) als een ‘biopolitics of debilitation’ – een biopolitiek van verzwakken en afmatten. Daarmee voegt ze een nieuwe component toe aan de discussies over biopolitiek die zich bezighouden met de wijze waarop machthebbers de bevolking beheren via bijvoorbeeld hygiëne- en gezondheidsvoorschriften. Vanuit dat perspectief is de dood de absolute grens of de ultieme vorm van geweld. Door de aandacht te vestigen op een politiek van verzwakking en precarisering wil Puar wijzen op een praktijk die leven noch dood als inzet heeft. De meest exemplarische vorm daarvan is ‘the right to maim’ – het recht tot verminken. Dat is gerelateerd maar niet gelijk aan het recht tot doden: ‘Verminken is een bron van waarde-extractie van bevolkingen die anders wegwerpbaar [disposable] zouden zijn.’ Het gaat om een endemische en langdurige vorm van het uitputten van bevolkingen. Puar siteert dit geweld onder meer in het koloniale beleid en in de Israëlische bezetting van Palestina, maar het valt evenzeer toe te passen op de situatie van sans-papiers.
In Het opengrenzenmanifest (2021) spreekt Naima Charkouai van een schaduwland voor die immigranten die niet opgehouden worden aan de dodelijke buitengrenzen van Europa, maar die in een kamp opgesloten zitten of die zonder wettelijke verblijfstatus in een land verblijven. Charkouai beschrijft hoe aan die laatste groep waarde wordt onttrokken door de uitbuitende praktijken van huisjesmelkers en bedrijven, hoe ze ‘overleven zonder sociale bescherming en met nauwelijks toegang tot basisvoorzieningen.’ Er is geen zorg; slechts het langzame geweld van afmatten tot moedeloosheid en wanhoop.
De hongerstaking maakte dat geweld zichtbaar, terwijl de politieke reactie erop het beleid expliciet maakte. Als teken van hun ‘menselijkheid’ wilden politici niet dat er iemand stierf, wilden ze vermijden dat deze ultieme geweldsdaad plaatsvond, maar tegelijk bekommerden ze er zich niet om dat deze mensen zich kapot maakten in hun poging gehoord en gezien te worden. De waarde die ze uit deze anders wegwerpbare bevolkingsgroep onttrokken was enerzijds geloofwaardigheid tegenover de kwade witte burger: ‘kijk eens, ook wij kunnen een hard beleid voeren!’; anderzijds populariteit bij de kwade witte kiezer: ‘zie je wel dat we naar jouw grieven luisteren!’
‘Opgelucht. Dit was voor mij geen strijd tegen mensen, maar wel voor een correct beleid. Hopelijk houdt niemand hier blijvende letsels aan over,’ tweette Sammy Mahdi, Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, na de opschorting van de hongerstaking. Geen betere bevestiging dan deze tweet van de stelling van sociologen Willem Schinkel en Rogier van Reekum dat er op rechts geen ideeën zijn en dat rechts slechts taal heeft. De laatste zin in Mahdi’s tweet is een holle claim die een schijn van menselijkheid moet creëren; de uitspraak slaat nergens op want alle medici bevestigden dat een dergelijke langdurende hongerstaking blijvende schade aanbrengt aan de organen – om van de blijvende psychologische en mentale schade nog maar te zwijgen. Eerder schreef Mahdi niet in te kunnen gaan op de hongerstakers’ eis naar collectieve regularisatie omdat zoiets ‘morgen alle kerken vult (…) met nieuwe sans-papiers’; een variant op het angstbeeld van een door immigranten overspoeld Europa terwijl studies er telkens op wijzen dat push-factoren (conflict, oorlog, honger) bepalender zijn dan pull-factoren. Deze taal creëert slechts spookbeelden waarnaar men vervolgens kan handelen om ze te verdrijven.
Fundamenteler is dat Mahdi in de tweet expliciet aangeeft dat hij – en met hem de regering waarvan hij de spreekbuis is – geen enkel nieuw of origineel idee heeft. Er is slechts de herhaling en bevestiging van het bestaande beleid en de heersende orde waarvoor geen enkel alternatief bestaat. Mahdi’s ‘oplossing’ bestond voorspelbaar genoeg in het individualiseren van het probleem waardoor het van zijn politieke, globale en historische dimensies wordt ontdaan: van de historisch gegroeide en op plundering gebaseerde ongelijkheid die de wereld aan de hand van politieke en papieren grenzen verdeelt in rijkere en armere regio’s. In plaats van een discussie over structurele veranderingen en van een aanpakken van de uitbuiting van deze mensen, zegt de orde gedachteloos: ‘Kom gerust even naar de babbelbox van de neutrale zone om te bekijken wat mogelijk is in jouw dossier.’
‘Dit was voor mij geen strijd tegen mensen, maar wel voor een correct beleid.’ Hoe saai en gedwee kun je eigenlijk zijn? Banaliteit sluit vernedering en kapotmaken echter niet uit. Bekend is Hannah Arendts uitspraak over de banaliteit van het kwaad in haar verslaggeving van het proces van SS’er Adolf Eichmann die ter verdediging alleen maar kon aanvoeren dat hij slechts de wet en orders opvolgde. Zoals Schinkel en Van Reekum schrijven in Theorie van de kraal (2019), wordt het ‘nihilisme’ van het fascisme niet door de fascisten zelf ingehuldigd, ‘maar door zij die volharden in een redelijke en pragmatische accommodatie van witte woede’. Deze accommodatie van witte woede is in België al veertig jaar bezig sinds het eclatante succes van het Vlaams Blok in 1991; sindsdien wordt de agenda van extreem-rechts steeds meer uitgevoerd door de bestaande politieke orde die meent fatsoenlijk, matig, verstandig en humaan te zijn. Deze liberale orde wil het fascisme op afstand houden door met veel geweld aan de witte woede duidelijk te maken dat de huidige orde al goed genoeg is en dat een stem op extreem-rechts daarom niet nodig is: ‘wij zullen u ook beschermen door anderen met meer of minder geweld uit te sluiten’. Dat gebeurt aan de grenzen van EU-ropa en dat kwam met deze hongerstaking even thuis in het hart ervan, Brussel.
De gevestigde media doen hieraan mee. Na de opschorting van de staking leken zowat alle vragen aan Mahdi in het VRT-Journaal erop gericht te zijn de witte kwade kijker ervan te verzekeren dat niet al deze mensen geregulariseerd zullen worden. ‘Radicaal’ werd intussen geherformuleerd van ‘mensen doelbewust zichzelf kapot laten maken’ tot zogenaamde ‘extreem-linkse groeperingen die de stakers zouden hebben aangemoedigd’ – dat echoot het standpunt van premier De Croo.
Er valt niet opgelucht adem te halen. Het is pervers dat de orde deze troop gebruikt, terwijl voor de dorststakers ademhalen letterlijk meer sterven betekende: niet drinken versnelt hun ademhalingsfrequentie waardoor het waterverlies verder toeneemt. Met de corona-epidemie en de moord op George Floyd werd al duidelijk hoe een kapitalistische roofbouw op de planeet en een raciale politiek bevolkingen het ademen bemoeilijken, net zoals de politiek van het debiliseren van vluchtende, immigrerende mensen dat doet. Daartegenover moet een daadwerkelijke linkse politiek komen te staan die zich onderscheidt van een louter ethische houding: een collectieve regularisatie die gepaard gaat met een structureel herdenken van het immigratiebeleid. Een politiek die gedreven is door de idee dat we slechts ademen als we samen ademen. Dit is nodig, al is het voorlopig onduidelijk hoe we daar geraken. Ongetwijfeld start het met een uitnodiging: ‘Won’t you breathe with me?’