Sinds 28 december 2020 is België begonnen met het vaccineren van de bevolking tegen COVID 19. Er werden verschillende fasen gepland en terecht is de prioriteit “kwetsbare mensen eerst” met als rode draad: iedereen komt aan de beurt en alle inwoners van ons land krijgen toegang tot het vaccin.
Maar is dat wel zo?
Een deel van de bevolking die in België woont, is sinds het begin van de pandemie onzichtbaar. Mensen zonder verblijfsvergunning en zonder nationaal nummer, mensen zonder papieren en dakloze migranten op doorreis vallen sinds maart systematisch door de administratieve mazen van het net en zagen hun al taaie levens nog zwaarder worden.
Kort samengevat is er voor deze groep mensen: te weinig toegang tot informatie over COVID-19, tot testmogelijkheden en hebben ze van oudsher zeer veel moeilijkheden om aan zorg te raken omdat ze vallen onder een procedure die zo ontmoedigend is dat de zoektocht naar zorg in de praktijk zeer vaak wordt opgegeven.
De situatie van mensen zonder papieren is door de epidemie nog een stuk verslechterd. Voor zij die werk hadden – vaak baantjes in schemerzones, vaak in combinatie met uitbuiting en onwaardige omstandigheden- zijn die verloren. Hierdoor belandden ze nog meer in de marginaliteit en zijn ze voor het voorzien in voedsel totaal afhankelijk geworden van de solidariteit van humanitaire organisaties of burgers. Door de pandemie zagen velen ook hun (precaire) slaapplekken bij familie of vrienden thuis wegvallen. Het aantal mensen op straat is dan ook toegenomen.
Daarbij komt nog de onmogelijkheid om zich te kunnen houden aan de social distancing richtlijnen, het wassen van de handen en het kopen en dragen van beschermende maskers. Samen met de winterse weersomstandigheden zorgt deze combinatie van factoren ervoor dat deze groep mensen in grote mate blootgesteld wordt aan het virus. Het is dan ook onbegrijpelijk dat er geen duidelijkere richtlijnen en een plan van aanpak is om deze kwetsbare doelgroep te betrekken bij het coronabeleid.
Hoe kan dit beter? Terwijl het relatief ‘gemakkelijk’ is om mensen te bereiken die verblijven in noodopvangcentra of bijvoorbeeld kraakpanden, vormen zij die zich verschuilen bij familieleden of andere onbekende plaatsen een blinde vlek. Een meer doorgedreven samenwerking met eerstelijnsactoren en belangengroepen voor (en door) mensen zonder papieren zijn hierbij essentieel.
In die zin kan de aangekondigde oprichting van mobiele teams – gesteund door Brussels minister Alain Maron- worden toegejuicht. Deze acties moeten evenwel gepaard gaan met duidelijke informatie en garanties voor deze mensen: door de constante dreiging van arrestaties en uitzettingen is het vertrouwen van deze mensen in de overheid immers zeer broos.
Wij roepen de regering en de regionale ministers van Volksgezondheid dan ook op om snel een duidelijke, gemeenschappelijke en verregaande strategie uit te werken die ervoor zorgt dat deze mensen toegang krijgen tot het vaccin en tot de beschermings- en preventiemaatregelen waarop zij recht hebben, net als alle andere leden van de bevolking.