Afhankelijk van de informatiebron of het land, is Covid-19 afkomstig van Chinese laboratoria, het Amerikaanse leger of van vleermuizen. Sommigen beschuldigen zelfs 5G internet. ‘Fakeee neeews’ zou Donald Trump scanderen! De huidige pandemie heeft recent tot een toename van fake news geleid. Rapporten van inlichtingendiensten suggereren dat het onder andere mogelijk wordt verspreid door actoren aan beide uitersten van het politieke spectrum. De voedingsbodem voor dergelijke verhalen is deels gecreëerd door de reacties van staten op de Covid-19-pandemie, zowel in fragiele democratieën, als in België.
Op drie mei wordt wereldwijd de persvrijheid gevierd, één van de hoekstenen van onze democratische samenleving die we niet als vanzelfsprekend mogen beschouwen. Enkel een vrije en onafhankelijke pers kan ons een totaalbeeld geven van wat er gebeurt in de wereld. In tijden van nood wordt de rol van de media als vierde macht des te meer benadrukt. Nu, meer dan ooit, hangen we af van de informatie die wordt voorzien door onze journalisten. Het krijgen van een complete en juiste verslaggeving in crisistijden is cruciaal.
Regeringen van over de hele wereld hebben een noodtoestand afgekondigd of hebben uitzonderlijke bevoegdheden om op de pandemie te reageren sterk uitgebreid. Vaak zijn deze bepalingen niet beperkt in de tijd. Journalisten worden belemmerd in het uitvoeren van hun werk en de regering probeert te controleren waarover de pers schrijft.
De huidige crisis biedt regeringen een optimale gelegenheid om de persvrijheid en de toegang tot waarheidsgetrouwe informatie systematisch te beperken. Een gebrek aan transparantie kan gemakkelijk misbruikt worden en leiden tot mensenrechtenschendingen op lange termijn. Het lijkt erop dat in een aantal landen maatregelen zijn ingevoerd om een van de laatste waakhonden het zwijgen op te leggen in een toestand van bijzondere bevoegdheden.
Trump gebruikte bijvoorbeeld onlangs een persbriefing over het coronavirus om een propagandavideo af te spelen waarin hij zijn prestaties in de strijd tegen de pandemie prees en de kritische media aanviel. De Spaanse regering heeft haar initiële praktijk, die bestond uit het stellen van schriftelijke vragen en het vooraf toestaan van vragen aan ministers in live communicatie en zonder tussenpersonen, opgegeven. In andere landen, zoals Indonesië, wordt niet alleen desinformatie bestreden, maar ook kritiek op de president en de regering. Poetin heeft onlangs een nieuwe wet gelanceerd waarin het verspreiden van fake news en valse informatie die de staat, de regering, de grondwet en de staatssymbolen niet respecteert of beledigt, bestraft wordt met strenge sancties, zoals het blokkeren van websites en hoge boetes. Roemenië wil fake news over Covid-19 bestrijden met het verwijderen van artikelen en websites in hun geheel, zonder beroepsprocedures of klachtenmechanismen. Hongarije legt gevangenisstraffen op tot vijf jaar voor iedereen die verkeerde informatie verspreidt, waarbij het aan de regering wordt overgelaten om te beslissen welke informatie juist of fout is.
Vandaag zijn er dan ook twee pandemieën: de gezondheidspandemie enerzijds en anderzijds de wereldwijde pandemie van regeringen die fundamentele mensenrechten van de bevolking op de helling zetten en deze crisissituatie voor politiek gewin gebruiken.
België kan geen algemene noodtoestand uitroepen en heeft daarom een alternatieve vorm aangenomen: de bijzondere volmachten. Het parlement kan daarbij zijn wetgevende bevoegdheden aan de regering overdragen. Dit kan echter alleen als er dwingende redenen zijn; als het doel en de doelstelling van deze bevoegdheden nauwkeurig zijn omschreven en als ze slechts voor een bepaalde periode gelden.
In het beginstadium van de epidemie heeft het publiek zich onverdeeld achter de regering Wilmès I geschaard, vanwege haar snel en consequent handelen om het virus in te dammen. Het is internationaal erkend dat er nauwgezet en in het belang van de volksgezondheid dringende beslissingen werden genomen. Nu we ons in de dalende fase van de virusuitbraak bevinden, vertoont het vertrouwen in onze regering echter barsten.
Er is in België een permanent comité opgericht om toezicht te houden op de manier waarop de regering met haar volmachten omgaat. Dit comité komt elke zaterdag bijeen om de ministeriële besluiten van de minderheidsregering te evalueren en te ondersteunen. Hierin zetelt een zogenaamde ‘superkern’ bestaande uit de partijvoorzitters en het kabinet van premier Wilmès. De parlementaire debatten zijn weliswaar openbaar, maar dat geldt niet voor de vergaderingen van het comité. Het is dus onmogelijk voor journalisten en het publiek om een volledig en duidelijk beeld te vormen van de besluitvorming en redeneringen. De besluiten worden later door een speciaal aangewezen commissie in het federale parlement getoetst. Deze commissie bespreekt de besluiten echter soms pas nadat ze al zijn gepubliceerd.
De regering wordt verder onder andere geadviseerd door een Groep van Experten inzake de Exitstrategie (GEES), bestaande uit epidemiologen, economische profielen en één jurist. Hun adviezen worden door de overheid gebruikt om de bestaande strategie vorm te geven, maar worden niet openlijk gepubliceerd. Het is dus niet mogelijk voor journalisten om verslag uit te brengen over deze adviezen zonder dat er politieke ruis op zit.
Eén van de redenen waarom de steun van het publiek voor de overheid afneemt, is het gebrek aan transparantie in de besluiten die worden genomen. Bovendien lijkt het er op dat de exit-strategie die de Belgische samenleving naar een ‘nieuw normaal’ zou moeten leiden, doordrenkt is met politieke manoeuvres. Dit vormt een ideale omgeving om fake news te laten zegevieren. Chaos in de berichtgeving van onze overheid, het gebrek aan toegang tot accurate informatie, onzekerheid en angst dragen allemaal bij tot de verspreiding van verkeerde of gemanipuleerde informatie onder de bevolking.
Dit is wat we vorige week gezien hebben bij het lekken van het rapport van de GEES voor de Nationale Veiligheidsraad. Een tussentijds rapport werd gelekt, wat verkeerde verwachtingen heeft gecreëerd die de regering niet meer kon inlossen. Dit heeft er op zijn beurt voor gezorgd dat de steun voor de maatregelen en de goesting om ze op te volgen daalt.
Hoewel dit – in vergelijking met landen als Hongarije en Rusland – een minder ernstig voorbeeld is van een gebrek aan toegang tot betrouwbare bronnen voor de pers, leidt dit toch tot een onzekerheid bij de bevolking over welke bronnen zij kan vertrouwen. In deze crisistijd waar mensen net op zoek zijn naar informatie, kan dit een ideale voedingsbodem zijn voor valse informatie die de publieke opinie wil manipuleren. De persvrijheid en het recht op informatie van de Belgische burgers lopen gevaar, terwijl transparantie net des te belangrijker is in tijden van crisis.
De manier waarop we met deze pandemie omgaan, zet de toon voor de toekomst. Hoewel België helemaal niet de slechtste leerling van de klas is, mogen we niet de andere kant op kijken. De World Press Freedom Index 2020 meldde zelfs dat we “een beslissend decennium voor de journalistiek ingaan, versterkt door het coronavirus”. We waren ons niet voldoende bewust van het werkelijke gevaar van het coronavirus, laten we nu ook niet blind zijn voor het gevaar dat dit virus mogelijk vormt voor onze persvrijheid.
Sofie De Mulder, Delphine Camerier, Liselotte Kasse B’Nicco, Thaïs Cambier en Claudia Lozano Rodriguez zijn masterstudenten rechten, betrokken via de UGent Legal Clinic in een internationaal onderzoeksproject rond persvrijheid.