Miljoenen burgers hebben weer iets om de ondraaglijke lichtheid van het bestaan te bestrijden: voetbal. Ze realiseren zich niet dat ze zich emotioneel laten meeslepen in de supercommerciële handel van harde zakenmensen, in een neoliberale wereld in het kwadraat. In korte tijd is die ook geglobaliseerd. Terwijl de Belgische clubs in Chinese en Japanse handen terechtkomen, koopt een Belgisch zakenman clubs op in Engeland, Spanje en Duitsland.
Ook de voetballers zelf kennen een verhoogde mobiliteit, in een ware koehandel. Lang duurt hun clubliefde niet als het geld roept. Hoe graag willen de voetballers van het Europese continent spelen voor Chelsea! Is het omwille van de poëzie van de plaatselijke stadsarchitectuur of omwille van de duistere petroleumdollars van Roman Abramovich? En de brave burgers identificeren zich vol vuur met helden die in een maand meer verdienen dan zijzelf in een gans leven …
Je zou zeggen: vadertje staat zal deze bedragen graag afromen. Maar nee, de voetballers genieten, omwille van de internationale competitiviteit, van een fiscaal en sociaal gunstregime. En daarbovenop gaan er ontzaglijke subsidiebedragen naar het voetbal -in plaats van naar de maatschappelijke problemen. “Geef de mensen brood en spelen”, zei de Romeinse dichter Juvenalis. De huidige overheid geeft wel niet zo graag veel brood aan mensen in armoede, maar spelen des te liever. Zonder veel controle of regulering.
Je zou zeggen: dan komen de mensen wel op straat, om aan te klagen dat de politici schrik hebben om schoonschip te maken met het geld in het voetbal. Maar zelfs gokschandalen en wedstrijdafspraken ten spijt: nog niet. Ze komen alleen op straat om te vieren dat “wij” gewonnen hebben, al hebben ze er heel wat bij verloren. Maar ik hoop dat in de toekomst voldoende kritische burgers elkaar vinden om duidelijk te maken dat het gedoogbeleid tegenover deze zwendel een woekerende kanker is, en onaanvaardbaar in een geciviliseerde wereld.