“CETA roept ernstige vragen op over de bescherming van onze online rechten en vrijheden. Deze bezorgdheid werd (door de voorstanders) genegeerd. Wij vragen aan de EU-lidstaten om de rechten van hun burgers te vrijwaren”, verklaart Maryan Fernández Pérez, beleidsadviseur van European Digital Rights (EDRi).
Daarmee verwijst zij naar de ratificatie die de nationale parlementen van alle EU-lidstaten nog moeten beslissen in de komende maanden, om het verdrag volledig in te voeren. De ratificatie van CETA door het Europees Parlement maakt reeds het grootste deel van de voorzieningen in het verdrag toepasbaar vanaf 1 maart 2017, maar nog niet allemaal.
EDRi klaagt aan dat haar protesten en die van vele andere burgerorganisaties niet werden gehoord of werden opgenomen in de verdragstekst.
“Wij hebben bezwaren geuit tegen het gebrek aan transparantie tijdens de onderhandelingen, tegen de verzwakte bescherming van de persoonlijke gegevens en privacy van EU-burgers, tegen de mogelijkheid van bedrijven om regeringsbeslissingen aan te vechten voor de zogenaamde ICS-zakenrechtbanken en de toevoeging van intellectuele eigendomsrechten aan het verdrag, zonder erkenning van het recht op kennis en het recht op toegankelijkheid van kennis.”
EDRi roept andere burgerorganisaties en ngo’s op om hun argumenten tegen ratificatie van CETA te bepleiten bij hun nationale parlementen.