Op 14 september 2016 werd in zo’n 800 Amerikaanse en Canadese zalen een ‘sneak preview’ georganiseerd van Oliver Stone’s nieuwe biografische film Snowden. In een New Yorkse zaal zaten naast de Amerikaanse filmregisseur – bekend van Platoon, JFK en Nixon – ook hoofdacteurs Joseph Gordon-Levitt (Snowden) en Shailene Woodley (Snowdens vriendin die Lindsay Mills vertolkt).
Tot daar niets bijzonders. Dat de interviews na de screening met regisseur en cast in al deze zalen te zien waren, was al minder gewoon. Wat het hele gebeuren echt uitzonderlijk maakte was dat klokkenluider Edward Snowden vanuit zijn appartement in Moskou het publiek rechtstreeks kon toespreken. Een provocatie aan het adres van de Amerikaanse overheid die Snowden rauw lust, maar vooral ook een statement van de filmmakers: we laten ons het zwijgen niet opleggen.
Op dat moment was de operatie ‘beschadiging’ van de film immers al aan de gang. De producenten van Snowden, en in één beweging ook die van documentaire Citizenfour (geregisseerd door Laura Poitras), waren in augustus 2016 reeds beschuldigd van inbreuken op de Anti-Terrorism Act. Die wet verbiedt winst te maken met werken over daden gelinkt aan internationaal terrorisme.
Behoorlijk kort door de bocht. In de aanloop van de release van Snowden nam de rechtse pers gretig deze claim over van politici: zowel Snowden als Stone zouden de nationale veiligheid in het gedrang hebben gebracht. Ondertussen werden oude verhalen over Stone opnieuw opgerakeld om de regisseur te discrediteren. Die had niet anders verwacht: “Schieten op de boodschapper is een beproefde tactiek om de boodschap uit beeld te houden.”
Edward Snowden zette die dag tijdens zijn interventie wel de puntjes op de i. “Privacy gaat niet over iets verborgen houden maar wel over iets beschermen,” klonk het, “het argument van ‘je hoeft niets te vrezen wanneer je niets te beschermen hebt’ wordt steeds herhaald door vertegenwoordigers van de overheid en de media om mensen zo te manipuleren dat ze in een bepaalde richting gaan denken.”
Gedreven door woede
Het was echter deze permanente brainwashing die een boze Oliver Stone juist gemotiveerd heeft om deze film te maken. De provocateur met extreme, experimentele drama’s als Salvador, Born on the Fourth of July, Natural Born Killers, JFK en Any Given Sunday mag dan de laatste jaren met louterende mainstreamverhalen gekomen zijn zoals World Trade Center, W. en Wall Street: Money Never Sleeps en meer heling dan conflict nastreven, hij blijft kritisch en achterdochtig.
“Ik denk dat we paranoïde geboren worden,” geeft een met samenzweringstheorieën flirtende Stone toe, “maar soms hebben zelfs paranoïde mensen gelijk. En dat is een understatement.”
Volgens hem leven we in “a one-government world” en “a really scary time.” Daarom haalde hij recent stevig uit richting president Obama, Pokémon en de Amerikaanse inlichtingendienst en wond hij zich op over “het spook van het surveillance kapitalisme.” Lokaliseren en volgen als big business en politieke controle, zo oordeelde hij.
Stone liep recent met zijn projecten voor de biografische film Martin Luther King (die hij nochtans niet als een heldendicht wou opzetten) en Pinkville (over de slachtpartij van My Lai) overal met het hoofd tegen de muur. Daarop besloot hij een niet minder controversieel verhaal te vertellen, dat van de in de VS omstreden NSAklokkenluider Edward Snowden. Een biopic die hem zou toelaten om de huidige cyberspionagecultuur te onrafelen.
“Amerikanen weten niets van de operaties die Snowden aan het licht bracht,” zei Stone, “omdat de regering er de hele tijd over liegt. Wat er gebeurt is behoorlijk choquerend. Dit gaat niet over gericht afluisteren maar over massaal afluisteren, over drones en cyberoorlogsvoering. Zoals Snowden zelf stelt, “It’s out of control, the world is out of control’.”
Het standpunt van Snowden
Omdat Stone die controle wel wou bewaren over zijn project schreef hij zelf (samen met de jonge tv-regisseur Kieran Fitzgerald) het scenario voor de film. Hij baseerde zich daarvoor op het fictieboek Time of the Octopus van Snowdens Russische advocaat Anatoly Kucherena en op het boek The Snowden Files van Guardian-journalist Luke Harding en op negen gesprekken die hij in Moskou voerde met Edward Snowden zelf. Uitgangspunt was zijn keuze om het verhaal vanuit het standpunt van Snowden te vertellen en niet vanuit een klassiek afstandelijk, zogenaamd ‘objectief’ standpunt.
Zijn zoektocht naar financiering verliep voorspelbaar moeizaam. Stone kreeg af te rekenen met een rivaliserend project, gebaseerd op Glenn Greenwalds boek ‘No Place to Hide’ (Zie boekrecensie Greenwald: privacy is essentie van democratie) van mediamultinational Sony, maar vooral met Amerikaanse studio’s die zonder enige verklaring afhaakten. Dat deden ze onder druk van de overheid, suggereert Stone.
“Het is moeilijk om in Amerika een film gemaakt te krijgen die kritisch kijkt naar de VS,” zou hij later zeggen. Uiteindelijk vond Stone geld in Duitsland en Frankrijk, landen waar de hekel aan afluisterpraktijken en de sympathie voor rebellen groot is. Bovendien vond de regisseur gemotiveerde medewerkers, zoals hoofdrolspeler Joseph Gordon-Levitt, wiens grootvader Michael Gordon (regisseur van de Rock Hudson – Doris Day romantische komedie Pillow Talk) in de jaren 1950 nog een blacklisting slachtoffer was van de toenmalige jacht op vermeende communisten.
Ernstig, integer, opwindend
Met een klein budget maar met grote vrijheid draaide Stone een ernstige, integere en opwindende film. Dit is een politieke thriller waarmee Stone teruggrijpt naar de politieke cinema van de jaren 1970 (Klute, The Parallax View, Three Days of the Condor, All the President’s Men) en tegen de stroom van de hedendaagse dominante comic action cinema in roeit.
De film begint in juni 2013 met de ontmoeting in het Mira Hotel in Hongkong. Daar ontmoet de na zijn datadump gevluchte NSA-medeweker Edward Snowden journalist Glenn Greenwald, documentairemaker Laura Poitras en Guardian-journalist Ewen MacAskill.
Hun gesprek wordt een ondervraging die uitmondt in het levensverhaal van Snowden. In flashbacks vertelt hij zijn verhaal vanaf zijn abrupt afgebroken militaire carrière tot aan zijn loopbaan bij diverse veiligheids- en spionagediensten als informaticus.
Hij evolueert daarbij van een conservatieve patriot (voorstander van de oorlog in Irak) naar een brave soldaat in de oorlog tegen terreur (“wanneer er een nieuw 9/11 komt is dat jullie fout” zegt mentor Corbin O’Brien tegen zijn nieuwe rekruten – Corbin O’Brien is de naam van het karakter in de dystopische roman 1984 van George Orwell, die hoofdfiguur Winston Smith bespioneert) en wordt geleidelijk aan iemand wiens twijfel uitgroeit tot boosheid en rebellie. Hij wordt een man met een geweten die zijn eigen leven op het spel zet voor zijn overtuiging.
Een Amerikaanse held
Oliver Stone’s protagonist is een gewetensvolle all American guy wiens idealistische individuele strijd hoop biedt aan de gemeenschap, terwijl deze paranoïde thriller eindigt als een liefdesverhaal. Stone verwees reeds naar de surveillancestaat in zijn film W. over George W. Bush maar in Snowden wordt de impact en de omvang ervan helemaal duidelijk. Niet door de kritische blik van de regisseur maar vanuit het standpunt van de eerst verbaasde en later boze held.
Snowden is een conservatieve patriot die uit idealisme zijn talent als hacker en cyber-veiligheidsanalist ten dienste van de Amerikaanse overheid stelt. Wanneer hij merkt dat de angst voor terreur gebruikt wordt om gewone burgers te bewaken besluit hij, daarin gestimuleerd door zijn meer kritisch ingestelde vriendin Lindsay, de illegale dataverzameling van de National Security Agency te onthullen.
Snowden doet dit niet enkel uit morele maar ook uit persoonlijke overwegingen, want zijn professionele leven vol leugens en geheimhouding staat een normaal privéleven in de weg. Edwards relatie met Lindsay wordt immers zwaar op de proef gesteld wanneer zijn job hem verplicht haar vertrouwen te beschamen. Zijn onthullingen en leven-op-de-vlucht maken samenleven in hun geboorteland onmogelijk maar versterkt uiteindelijk hun liefde.
De surveillance cultuur
Dat mag banaal lijken – Stone wil hier duidelijk het Amerikaanse multiplex publiek verleiden – maar het is ook een metafoor voor de allesomvattende impact van de surveillancecultuur. De filmmaker neemt zijn tijd om gedetailleerd in te gaan op de verschillende manieren waarop de informatieverwerving en -verwerking verlopen en de wijze waarop software en satellieten veel efficiënter dan soldaten overheersend zijn geworden. Bovendien wil Stone de graad van verontwaardiging benadrukken door de omvang van het gemaakte offer te benadrukken.
Snowden maakt ook duidelijk dat de verkiezingen van 2008 geen enkele impact hadden op de ontdekte spionageactiviteiten. Een ontgoochelde Snowden verzucht “en ik dacht dat de dingen beter zouden worden met Obama”. In interviews onderstreept Stone dat de zaken zelfs nog slechter werden onder president Barack Obama en dat het fundamenteel fout is dat “er geen anti-oorlogspartij is. Er is geen anti-oorlogsstem. Zowel Democraten als Republikeinen zijn pro-oorlog.”
Clips van Obama herinneren aan de beloftes van een president die Snowden een ‘pardon’ weigert. Snowden werd door Stone onder meer opgezet om daar druk op te zetten (en de klokkenluider ‘terug naar huis’ te laten keren) maar het feit dat de film geen commerciële hit werd in de VS is geen hoopvol teken.
Klassiek maar kritisch
Snowden is een inhoudelijk woeste film, maar blijft stilistisch vrij klassieke cinema, met heroïek uit eigenbelang, positieve helden, moedige journalisten, beklemmende ruimtes die in film noir traditie de personages overheersen en via Obama een verwijzing naar ‘the promise’ die de rode draad vormt door de Amerikaanse politiek-culturele geschiedenis. Het is ook een moedige film die de verdediging opneemt van de uitgespuwde verrader en kritiek levert op een overheid die op het vlak van informatieverzameling “een sleepnet over de wereld heeft geworpen.”
Toch heeft Snowden ook zijn beperkingen en die houden gek genoeg verband met het feit dat het een hoopvolle film is. Stone schopt wild om zich heen in interviews maar zijn films herinneren meer en meer aan het werk van Frank Capra, de idealistische cineast van It’s A Wonderful World, It Happened One Night en Mr. Smith Goes to Washington die de VS zag als een work-in-progress, een land dat zijn belofte ooit zal waarmaken. Door die naïviteit boet de film wat aan kracht in.
Hoe kritisch Oliver Stone ook is, hij blijft overtuigd dat Amerika zich kan ‘genezen’ door terug te grijpen naar de grondwet en de waarden van het land. Hij laat Snowden echter wel zeggen dat de “surveillance niet gaat over terrorisme maar over sociale en economische controle, het gaat over het verdedigen van de overheersing van de Amerikaanse regering”. Die legt zo zijn vinger op deze etterende wonde.
Hij doet dat evenwel zonder de consequenties ervan door te denken: wanneer het probleem structureel is kan je niet verwachten dat het systeem zichzelf gaat corrigeren. Stone stelt in interviews vast dat Obama enkel een versnelling hoger schakelde op het vlak van de surveillancecultuur (en dat beide huidige presidentskandidaten niet aansturen op een breuk in dat beleid). Stone, de regisseur van gedurfde documentaires als Comandante (over zijn ontmoeting met Fidel Castro), Looking for Fidel en Castro in Winter maar ook Mi Amigo Hugo (een ode aan Chávez) hoopt in Snowden wel dat de outcast geworden rebel een zelfreinigingsproces op gang heeft gebracht.
Dat is de beperking van een verder oprechte en goedgemaakte film die niet enkel via het liefdesverhaal sympathie en begrip wil creëren voor Edward Snowden. Stone’s Snowden is een aanklacht die ruim de tijd neemt om duidelijk te maken waarom deze NSA-medewerker zo verontwaardigd was.
Edward Snowden (die overigens een cameo heeft in de film) was vaak terecht teleurgesteld dat de media meer geïnteresseerd waren in zijn persoontje dan in wat hij aan het licht had gebracht. Dat verwijt kan men Oliver Stone echter niet maken. De cultuur van cyberspionage wordt behoorlijk in zijn blootje gezet. Deze film smeekt om actie.
SNOWDEN: Oliver Stone, USA 2016, 134′; met Joseph Gordon-Levitt , Shailene Woodley, Melissa Leo, Zachary Quinto; scenario Kieran Fitzgerald & Oliver Stone; fotografie Anthony Dod Mantle; muziek Craig Armstrong & Adam Peters; montage: Alex Marquez & Lee Percy; distributie Belga,; release 2 november 2016.
Officiële trailer van Snowden (2:38):