Politiek -

//DE MOTIVATIE// Marc Vandepitte (PVDA+)

In de laatste rechte meet naar de verkiezingen laat DeWereldMorgen.be van iedere partij een nieuweling aan het woord omtrent haar of zijn motivatie om voor het eerst op een lijst te staan. Vanwaar de stap naar de politiek? En vanuit welk engagement? Lees hier de motivatie van het vijfde 'politieke jonkie' in deze reeks: Mark Vandepitte (PVDA+).

maandag 19 mei 2014 14:02
Spread the love

Exact honderd dagen voor mijn
afstuderen aan het secundair onderwijs werd ik geschorst. Een
definitieve uitsluiting hing me boven het hoofd. Ik had de strijd
aangebonden tegen drie – in mijn ogen – onbekwame leerkrachten, die
geen gezag hadden en ook niet over voldoende didactische capaciteiten
beschikten. Het hoofdvak wiskunde (acht uur per week) bijvoorbeeld
kreeg ik van een dementerende leraar. Ik vond dit onrechtvaardig en
een echte schande. Uiteindelijk escaleerde het conflict.

De directeur bracht mijn vader via
de telefoon op de hoogte. Ik had schrik voor de reactie van mijn
autoritaire vader. Maar na afloop van dat langdurig gesprek zei hij
kurkdroog: “Marc, als je de wereld wil veranderen, dan moet je in
de politiek gaan”.

Bijna veertig jaar heb ik zijn raad
in de wind geslagen, maar nu zet ik dan toch de stap. Bij de komende
verkiezingen sta ik als verruimingskandidaat op de derde plaats voor
het Vlaamse Parlement op de lijst van PVDA+. Ik wil met deze tekst
uitleggen waarom ik de stap zet naar de partijpolitiek en waarom ik
kies voor PVDA+.

1. De stap naar
partijpolitiek

Drie levensgrote uitdagingen

We bevinden ons op een belangrijk
kruispunt in de geschiedenis. We staan, wat mij betreft, voor
minstens drie levensgrote uitdagingen. We moeten vooreerst een halt
toeroepen aan de sluipende maar gestage afbraak van de welvaartsstaat
en de toenemende kloof tussen arm en rijk.

Ten tweede neemt de
onverdraagzaamheid en discriminatie tegen mensen van andere origine
of die buiten de boot vallen, steeds ergere vormen aan. Wilders zegt
hardop wat velen heimelijk denken maar niet luidop mogen of durven
zeggen, of beter nog niet mogen of durven luidop zeggen. De
N-VA heeft de jacht geopend op de jongere, de werkloze, de zieke, de
bruggepensioneerde, … Op één na nemen de andere partijen hun
discours in mindere of meerdere mate over.

Ten derde is er de gigantische
uitdaging van de klimaatopwarming. We stevenen af op een
klimaatcatastrofe met onherstelbare en onleefbare gevolgen.
Drastische maatregelen dringen zich snel op maar komen er niet. Deze
collectieve roekeloosheid moet dringend gestopt worden, maar toch
neemt de uitstoot van CO2 steeds verder toe. Er is geen tijd te
verliezen, maar zowat niemand van de beleidsmakers beweegt echt.

De linkse golf in Latijns-Amerika

Mijn inspiratie komt voor een groot
deel uit Latijns-Amerika omdat het in deze regio is dat men de
laatste vijftien jaar actief op zoek gegaan is naar alternatieven,
naar een betere wereld.i
Dit continent werd dertig jaar geleden getroffen door een zware
schuldencrisis. Net zoals in Europa vandaag, werd de factuur
gepresenteerd aan de werkende bevolking. Maar die bleef niet bij de
pakken zitten. Het antisociaal en neoliberaal offensief werd
beantwoord met een linkse golf zoals het continent er nog nooit een
had gekend. Het is ook geen toeval dat landen van dit continent de
voorhoede zijn in de strijd tegen klimaatopwarming en tegen de
discriminatie tegen etnische bevolkingsgroepen.ii

Die progressieve golf is de vrucht
van drie factoren. De sociale bewegingen radicaliseerden en gingen
zich beter gaan organiseren. De kritische massa werd voldoende sterk
om het bestaande politiek bestel uit te dagen en uiteindelijk weg te
vegen.

Ten tweede veranderde de sociale
strijd van karakter. Oorspronkelijk waren de eisen defensief: tegen
de afbraak van sociale verworvenheden, tegen de verarming, tegen
verslechterde arbeidsomstandigheden, tegen de dominantie van de VS,
enz. Gaandeweg werden de eisen offensief: controle over de
natuurlijke rijkdommen, participatieve democratie, uitbouw van een
multiculturele samenleving, integratie van de Latijns-Amerikaanse
landen, …

Ten derde gingen diverse sociale
bewegingen de krachten bundelen en gingen ze op zoek naar een
politiek verlengstuk. De eigen eisen en kwesties (inheemse kwesties,
vakbondseisen, gendervraagstuk, …) werden behouden, maar kregen een
plaats in een ruimer platform en organisatieverband, waar ze elkaar
alleen maar versterkten. Het zijn die politieke verlengstukken
(partijen) die in verschillende landen een progressieve president
hebben voortgebracht en het begin hebben ingeluid van radicale
processen, te beginnen met een nieuwe grondwet.

Een tandje bijsteken

Ik ben reeds dertig jaar actief in
het middenveld: in de vredesbeweging, de derdewereldbeweging, de
milieubeweging, de vakbond en de bewegingen tegen discriminatie. En
dit als militant en als schrijver. Gezien de ernst en de dringendheid
van de uitdagingen waar we nu voor staan enerzijds en het gegeven dat
de traditionele progressieve partijen er te weinig van bakken
anderzijds, is het volgens mij nodig om een tandje bij te steken en
de stap te zetten naar de actieve politiek.

Net zoals in Latijns-Amerika moeten
we ons beter gaan organiseren, offensieve eisen stellen en op zoek
gaan naar politieke convergentie en een politiek verlengstuk. Dat is
de reden waarom ik nu de stap zet naar de actieve politiek en ik
deelneem aan de komende verkiezingen.

Voor het geld moet ik het niet doen,
elke verkozene van de partij waarvoor ik de keuze maak, zal zetelen
met een loon van 1.600 euro. Dat is een pak minder dan wat ik nu
verdien en heel wat minder dan de 3 à 4.000 euro waar de verkozenen
van de andere partijen het mee doen. Dat brengt me bij de vraag
waarom ik op de lijst van PVDA+ ga staan.

2. Waarom PVDA+

Er zijn drie belangrijke redenen
voor mijn keuze voor de lijst PVDA+: een politiek-ideologische, een
communautaire en de partijopvatting en -werking.

De drie uitdagingen

Zowel het programma als de praktijk
van de PVDA geven met voorsprong de beste antwoorden op de drie
hogervermelde uitdagingen. Laten we beginnen met de kloof tussen rijk
en arm en de afbouw van de welvaartstaat. De kloof tussen de 1%
rijksten en de overige 99% heeft absurde proporties aangenomen en is
onhoudbaar. De laatste dertig jaar ging de 1% rijksten met 60% van de
economische groei lopen,iii
en die ongelijkheid was al zo groot. Enkel een herverdeling
van die rijkdom kan dit probleem oplossen. De PVDA is de enige die
dat met de miljonairstaks nastreeft. Andere partijen gaan niet verder
dan belastingen op winsten, waardoor ze de steeds groter wordende
ongelijkheid zelf nagenoeg intact laten.

De PVDA is ook de enige die niet
meeholt met de activering van werklozen, het afschaffen van het
brugpensioen of met de verhoging van de pensioenleeftijd. Ook wil ze
als enige de financiering van het onderwijs – waar een structurele
onderfinanciering geldtiv
– substantieel verhogen.

In de strijd tegen discriminatie en
voor een superdiverse samenleving neemt de PVDA het voortouw. Op het
vlak van discriminatie in onderwijs, op de werkvloer of op de
woningenmarkt, is het programma van de PVDA ontegensprekelijk het
meest consequent. Met de kwestie van het hoofdoekenverbod in
Antwerpen bekenden de sociaaldemocraten kleur terwijl Mohamed Chebaa,
gemeenteraadslid voor de PVDA in Antwerpen het boegbeeld was van het
verzet tegen dat verbod. In Mechelen was de PVDA de enige partij die
zich – samen met een tiental middenveldorganisaties uitsprak tegen
het verbod op het bidden en het gebruiken van een vreemde taal in het
integratiecentrum Prisma
. Ook andere dossiers zijn een
bevestiging daarvan.v
Door die consequente houding van de PVDA worden andere partijen onder
druk gezet om hun standpunten te herzien, zoals in het
hoofddoekendebat is gebeurd.

Geen wonder dat de PVDA in
Borgerhout bij de gemeenteraadsverkiezingen 17% van de stemmen haalde
en dat de eerste verkozene schepen van de partij, Zohra Othman, geen
Vlaamse naam draagt. Moslimgevoelige thema’s liggen bij de ‘witte’
achterban van elke partij niet gemakkelijk, maar dat mag geen
reden zijn voor opportunistische standpunten. Een partijleiding moet
hierin zijn verantwoordelijkheid nemen en dat is wat de PVDA op dat
vlak doet.

De klimaatopwarming. Het is mijn
overtuiging dat we voor de keuze staan: ofwel redden we het klimaat
ofwel het kapitalisme. Beiden samen zal niet lukken. De PVDA is de
enige partij die deze realiteit onder ogen ziet. Rekenen op de
marktwerking om onze planeet te redden is naïef. De afgelopen jaren
bijvoorbeeld zijn de winstverwachtingen van groene energie gedaald.
Gevolg, wereldwijd dalen de investeringen in hernieuwbare energie
terwijl die pijlsnel de hoogte zouden moeten ingaan, als we naar een
oplossing willen gaan.vi

Er zal veel moeten gebeuren: een
mentaliteits- en gedragsverandering. Daar is zowat iedereen het over
eens. Maar het klimaat zullen we alleen maar kunnen redden door ook
de almacht van de energiemultinationals te breken en door de
productie van energie onder democratische controle te brengen, lees,
te nationaliseren, of te vermaatschappelijken zoals Peter Mertens het
treffend uitdrukt. Opnieuw is de PVDA de enige die dit als eis naar
voor schuift.

3. Communautaire waanzin

Bij ons thuis lazen we t Pallieterke, een uitgesproken rechts en ultra Vlaams weekblad. Mijn
vader was een overtuigd flamingant. Hij werkte bij de NMBS in Brussel
en werd daar geconfronteerd met een Franstalige dominantie. Maar dat
is veertig jaar geleden. Omwille van historisch-economische redenenvii
liggen de dominantieverhoudingen vandaag precies omgekeerd.

Wij zijn onderhand gewoon geraakt
aan een steeds verdere staatsvorming en federalisering van het land.
Maar de communautaire kwestie is absoluut geen onschuldige zaak.
Sinds de jaren tachtig is ze stelselmatig gebruikt om de aandacht af
te leiden van de antisociale neoliberale politiek om deze dan vlotter
te kunnen doordrukken. Vandaag is ze in Vlaanderen het breekijzer
geworden om de welvaartsstaat te slopen. Hoe meer
staatshervorming, hoe groter de concurrentie tussen de gemeenschappen
en hoe groter de neerwaartse druk op de sociale verworvenheden.

In die chronische communautaire
koorts draagt de politieke klasse een zeer zware
verantwoordelijkheid. Op één partij na hebben alle politieke
families het separatisme in eigen kring georganiseerd. Ze zijn
gesplitst in een aparte Vlaamse en Franstalige partij en zijn steeds
verder uit elkaar gaan groeien. Als de politieke partijen al zelf
niet in staat zijn om onder één dak te leven, wat kan je dan
verwachten van bevolkingsgroepen, zeker als die tegen elkaar worden
uitgespeeld?

Hoe kan je als partij solidariteit
tussen de gemeenschappen vragen of prediken als je zelf het slechte
voorbeeld geeft? De PVDA heeft zich van in het begin principieel
verzet tegen de communautaire logica en is als enige partij één
gebleven. Daar kan ik me perfect in herkennen.

4. Geen electorale partij

De geschiedenis leert dat de
belangrijkste sociale verwezenlijkingen (stemrecht, afschaffen
kinderarbeid, achturendag, betaalde pensioenen, …) er gekomen zijn
niet dankzij maar ondanks het parlement. Die maatregelen zijn er
gekomen omwille van de strijd op de werkvloer en op de straat.
Meestal heeft het parlement zelfs alles gedaan om die maatregelen
tegen te houden, uit te stellen of uit te hollen. In bijna alle
gevallen is het parlement uiteindelijk moeten zwichten voor de druk
van de straat.

Maatschappelijke vooruitgang komt
m.a.w. van onderuit en niet van de ‘vertegenwoordigers’. Ernaar
streven om zoveel mogelijk mee te regeren is dan ook een foute
opvatting. Het leidt de aandacht af van de echte maatschappelijke
strijd, het leidt snel tot het najagen van postjes, het bevordert de
vervreemding met de kiezer en vooral, het is de beste manier om het
programma compleet te laten verwateren en een politieke partij te
laten recupereren door het establishment.

Elke politieke partij loopt dit
gevaar, maar toch denk ik dat dit bij de PVDA minder het geval is. Je
kan alleen maar vaststellen dat het accent ligt op het zoveel
mogelijk betrekken en organiseren van de achterban, ook buiten de
verkiezingsstrijd. Mensen worden niet gezien als passief kiesvee. De
PVDA wil zoveel mogelijk de mening kennen van de mensen en daarmee
rekening houden. Daarom hebben ze ter voorbereiding van hun programma
meer dan 40.000 enquêtes afgenomen. Daarom is hun leuze: ‘Straat –
Raad – Straat’.

Dat neemt niet weg dat de partij
zelf aangeeft dat het hebben van een of meerdere verkozenen
belangrijk is. De reden is dat parlementen belangrijke fora zijn voor
de politieke discussie en dat je als maatschappelijke kracht maar
meetelt als je vertegenwoordigers hebt in die fora. De partij ziet
zijn vertegenwoordigers als een belangrijke megafoon van de
tegenbewegingen. De vertegenwoordigers kunnen maatschappelijke
kwesties, waar nu in alle talen over gezwegen wordt – zoals de
vermogenstaks bijvoorbeeld, of de belastingontwijking van
multinationals – op de agenda zetten. Zij kunnen het neoliberale
eenheidsdenken doorbreken en druk zetten op de andere partijen om
linkse standpunten in te nemen, zoals gebeurd is met de 6% btw op
elektriciteit. Ik kan me terugvinden in die visie.

Alle andere partijen zijn electorale
partijen. Hun werking is grotendeels gericht op de verkiezingen. Het
electoraat wordt vaak beschouwd als passieve stemmers die men vooral
via veel publiciteit (grote advertenties) en via de media probeert te
bereiken. Bij die partijen ligt de kern van de partijwerking ook bij
de verkozenen en niet bij de achterban.

Bij de PVDA ligt de kerntaak in de
sociale strijd, op de werkvloer en in de wijken. Je kan er niet naast
kijken dat je die partij het meest tegenkomt aan de piketten, dat zij
voluit gemobiliseerd heeft tegen de Lange Wapper, dat zij het was die
enkele jaren terug een massale petitie heeft georganiseerd voor 6%
btw op energie, dat haar dokters al 40 jaar gratis geneeskunde
realiseren.

Die dokters van de partij en ook al
haar kaders leven net zoals de mandatarissen aan een gemiddeld
arbeidersinkomen, om en bij de 1600 euro. Ze doen dat om steeds met
beide voeten in de realiteit te staan.

Nog een
laatste argument. Op de lijsten van de PVDA-PTB staan 170
syndicalisten, dat is meer dan bij om het even welke andere partij.
Voor mij zegt dat genoeg.

i
Een uitstekende beschrijving van de linkse golf in Latijns-Amerika
vind je in Sader E., The New Mole. Paths of the Latin American
Left
, Londen 2011. Of en in welke mate er in China sprake is van
een alternatief ontwikkelingsmodel, laat ik hier in het midden. Zie
daarover: ‘Ontwikkeling in ijltempo. Bespiegelingen bij een reis
door het Chinese platteland’,
https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2010/11/25/ontwikkeling-ijltempo-bespiegelingen-bij-een-reis-door-het-chinese-platteland;
‘Tikt een sociale tijdbom in China?’,
https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/07/03/tikt-een-sociale-tijdbom-in-china.

ii
Op het vlak van het klimaat was dat heel sterk merkbaar op de
achtereenvolgende klimaatconferenties, maar ook in eigen land nemen
die landen het voortouw. Zie bvb.
http://www.bbc.co.uk/mundo/ciencia_tecnologia/2009/12/091203_1638_sondeo_lp.shtml;
http://www.vanguardngr.com/2009/12/latin-american-countries-thwart-us-deal-on-climate-change/.
Die landen zijn ook een voorbeeld op het vlak van gelijke
rechten voor de inheemse bevolking. Zie bvb.
http://halshs.archives-ouvertes.fr/docs/00/53/25/61/PDF/AT17_Ponte.pdf.

iii
Het gaat over de VS.
http://www.ft.com/intl/cms/s/2/0c6e9302-c3e2-11e3-a8e0-00144feabdc0.html#axzz2zQV29Rjn
In andere landen was er een gelijkaardige evolutie. Piketty T.,
Capital in the Twenty-First Century, Cambridge 2014, p. 439.

iv
Je hoeft maar te kijken naar de staat van de schoolgebouwen, de
financiering van het hoger onderwijs, de veel te grote klassen in
lager onderwijs, het nijpend tekort aan klasjes in enkele
grootsteden, te weinig personeel in kleuteronderwijs, enz. Vandaag
bedraagt het onderwijsbudget in België ongeveer 6,6% van het bnp,
in de jaren tachtig was dat nog 7%. In de Scandinavische landen ligt
het tussen 6,8 en 8,8%.
http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/show.do?dataset=educ_figdp&lang=en

v
Bijvoorbeeld de kwestie van een begraafplaats voor moslims of de
kwestie van de slachttaks.
http://www.gva.be/regio-mechelen/mechelen/ik-moest-mijn-kind-in-leuven-begraven.aspx;
http://www.standaard.be/cnt/dmf20130909_00733706.

vi
De investeringen daalden wereldwijd met 14 procent, de uitstoot
verhoogde met 2 procent.
http://www.ipsnews.net/2014/04/planet-warms-clean-energy-investments-take-dive/.

vii
De oude industrie, die België rijk gemaakt heeft, lag vooral in het
Zuiden van het land. Vandaag spelen de havens een zeer grote rol in
de kapitaalaccumulatie. In heel Europa zie gemiddeld je een veel
grotere economische groei rondom de havens, zeker die van de
Noordzee. De havens in België liggen toevallig in Vlaanderen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!