Ouderen die een aantal brain training sessies deden zagen een verbetering van de cognitieve vaardigheden en verwerkingssnelheid tot wel 10 jaar nadat de brein oefeningen  beëindigd waren, zo blijkt uit de resultaten van de grootste studie ooit gedaan naar cognitieve training.

Deze bevindingen, gepubliceerd in de “Journal of the American Geriatrics Society”, betekenen goed nieuws voor de gezondheidszorg in Amerika. Er wordt al lang gezocht naar methoden om het brein fit te houden nu de enorme groep “baby boomers” (76 miljoen) ouder wordt.

ACTIVE

Binnen het door de overheid gesponsorde onderzoek met bijna 3.000 ouderen, genaamd “Advanced Cognitive Training for Independent and Vital Elderly” (ACTIVE), werd onderzocht hoe drie brain training programma’s cognitief normale volwassenen beïnvloedden terwijl zij ouder werden. De brain training programma’s  waren gericht  op verwerkingssnelheid, geheugen en logisch denken.

De participanten aan het onderzoek hadden een gemiddelde leeftijd van 74 toen zij startten met de brain training. Het brain train programma bestond uit 10 tot 12 sessies van 60 tot 75 minuten. Na vijf jaar ontdekten onderzoekers dat degenen die de brain training hadden gevolgd beter presteerden dan de mensen die de training niet hadden gevolgd. Ze scoorden beter op alle drie de maatstaven.

Resultaten na de training

Hoewel er een verbetering in het geheugen te zien was vijf jaar na de brain training, bleek deze verbetering de volgende vijf jaar minder te worden. Verbeteringen in verwerkingssnelheid en logisch denken waren 10 jaar na de brain training nog te zien.

“De resultaten waren behoorlijk verbazingwekkend. Tien jaar na de training waren de effecten van de snelheid en logisch denken training nog aanwezig,” zei George Rebok, een expert op het gebied van veroudering en hoogleraar aan de Johns Hopkins universiteit in Baltimore, die het onderzoek leidde.

Deelnemers van alle drie de brain trainingen meldden dat zij in het dagelijks leven makkelijker activiteiten konden uitvoeren, zoals maaltijden koken, hun financiën bijhouden en hun medicatie innemen.

“De onderzoeksresultaten op het gebied van  verwerkingssnelheid  zijn erg bemoedigend”, zei  co-auteur Jonathan King, program directorvan cognitieve veroudering op de afdeling Behavioral and Social Research aan de National Institute on Aging (NIA), onderdeel van de National Institutes of Health.

Conclusie van het onderzoek

King zei dat zelf-gerapporteerde verbeteringen in het dagelijks leven interessant zijn, maar voegde het volgende toe:  “We weten nog niet of de verbeteringen ook werkelijk ouderen langer zelfstandig kunnen laten leven”.

Onderzoekers geven wel aan dat elke kleine groei de last van verzorgenden en zorgverleners verlicht. “Als we voor een vertraging van de aanvang van moeilijkheden in het dagelijks leven kunnen zorgen, kan dat enorme gevolgen hebben voor de volksgezondheid. De gezondheidskosten zullen omlaag gaan en ouderen zullen minder snel in instellingen en ziekenhuizen belanden,” zei Rebok.