Een voormalige Zuid-Koreaanse soldaat getuigde maandag dat hij in 1955 meehielp Agent Orange te sproeien boven de gedemilitariseerde zone (DMZ) die Noord- en Zuid-Korea scheidt. Op die manier moesten Noord-Koreaanse infiltranten makkelijker opgespoord kunnen worden. Eum Do-nam, 77, droeg geen handschoenen bij het werk en hield er naar eigen zeggen misvormde vingers aan over.
Illegaal gestort
In Zuid-Korea groeit het protest, vooral na aanwijzigen dat het Amerikaanse leger aanzienlijke hoeveelheden gestort zou hebben in Amerikaanse legerkampen als Camp Caroll in de provincie Noord-Gyeongsang.
Veteraan Steve House bond de kat de bel aan met zijn getuigenis. House vertelde de Amerikaanse zender CBS 5 dat hij het bevel kreeg een diepe sleuf te graven met een vlakke bodem. Daarin zouden de vaten netjes gestapeld worden, maar toen dat niet lukte, duwden de soldaten de vaten gewoon met een bulldozer de sleuf in.
De Amerikaanse strijdkrachten zeggen geen bewijzen te hebben dat er Agent Orange begraven is in Camp Caroll. “We hebben enkel de getuigenissen”, zegt woordvoerder kolonel Jeff Buczkowski in de officiële legerkant Stars and Stripes. “Maar die worden nergens gestaafd. We hebben andere getuigenissen die zeggen dat het geen Agent Orange was, maar andere spullen.”
Milieuonderzoek
Uit een eerder onderzoek van het Amerikaanse leger zou blijken dat er in 1978 inderdaad bepaalde giftige stoffen begraven werden, maar dat die in 1979 en 1980 verwijderd zijn. “Bij tests in 2004 werd een bodemradar gebruikt en werden dertien testboringen uitgevoerd in en rond de site”, zegt luitenant-generaal Johnson, bevelhebber van het Achtste Leger. “Twaalf van de dertien boringen leverden geen dioxines op. Het dertiende staal vertoonde wel sporen, maar de hoeveelheid was zo klein dat er geen gevaar was voor de volksgezondheid.”
De studie waar Johnson naar verwijst, was een breed milieuonderzoek, niet specifiek gericht op Agent Orange. Zuid-Korea is niet overtuigd en heeft alvast plannen aangekondigd om milieuonderzoek te doen op 85 voormalige Amerikaanse legerbasissen.
Gisteren (dinsdag) is ook begonnen met proefboringen in de buurt van Camp Caroll, een gezamenlijk project van de Zuid-Koreaanse overheid en het Amerikaanse leger. Er worden ook stalen genomen in waterlopen in de buurt. Er zal ook in het kamp zelf onderzoek gedaan worden, maar daarover bestaat onenigheid. De Zuid-Koreaanse wetenschappers zweren bij bodemstalen. Het Amerikaanse leger wil het houden bij een onderzoek met een bodemradar om verdachte voorwerpen in de grond op te sporen.