De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Het geval Darmanin

Het geval Darmanin

zondag 5 juni 2022 07:35
Spread the love

    

Gérald Darmanin in 2013, 2017 en 2019 (Wikipedia)

De Franse minister van binnenlandse zaken Gérald Darmanin is een kleinzoon van een Frans-Vlaamse moeder en een Algerijnse immigrant die in het Franse leger diende en een oorlogsheld werd. De Gaulle bezocht die man ooit thuis. Dat de president zijn grootvader vereerde met een bezoek is een belangrijk deel van de familielegende en de persoonlijke mythologie van Gérald Darmanin. Zijn vader was een cafébaas die boeken schreef en uitgaf in eigen beheer. Zijn moeder wilde dat hij een betere opvoeding kreeg dan die van het staatsonderwijs en stuurde hem naar de Broeders van de Christelijke Scholen.

Na zijn secundair onderwijs ging de jonge Darmanin politieke wetenschappen studeren in Rijsel, en lanceerde hij zich in de politiek. Een blitzcarrière: als hij 30 is, wordt hij volksvertegenwoordiger, met 32 wordt hij burgemeester van Tourcoing, twee jaar later is hij vice-president van de Regionale Raad van Hauts-de-France, met 35 is hij minister voor het budget onder president Macron, en met 38 minister van binnenlandse zaken. Nadat Macron de verkiezingen gewonnen heeft, krijgt hij opnieuw die functie. Het ligt in de lijn der dingen dat hij na afloop van de huidige regeringsperiode van Macron zal meedingen voor het presidentschap. Dat is niet iets om blij om te zijn.

 

Het pas verschenen boek “Gérald Darmanin, Le Baron Noir du Président, Enquête” door de journalisten Laurent Valdiguié en François Vignolle brengt in 300 bladzijden zowel een interessant portret van de minister als een gedetailleerde beschrijving van de werking van het politieke systeem in Frankrijk en hoe je daarin carrière maakt: een mentor vinden met invloed en kennis van de gang van zaken, functies zoeken waarin je ervaring opdoet en contacten legt, overstappen van de ene partij naar de andere als dat goed uitkomt, jezelf onmisbaar maken en een reputatie opbouwen… Scrupules en deontologie zijn daarbij niet nodig en eerder hinderlijk.

Het boek is gebaseerd op uitgebreide research: krantenartikels en tv-programma’s, maar ook talloze interviews met personen die Darmanin kennen. Dat levert een levendig beeld op van het karakter en de aanpak van de politicus Darmanin. Kenmerkend is dat hij heel hard werkt, dossiers grondig bestudeert, oog heeft voor details en heel energiek optreedt.

Superflik Darmanin

Neem bijvoorbeeld de politie. Als minister van binnenlandse zaken is hij baas van de politie en hij bepaalt meteen dat de politiesuperieuren met wie hij wekelijks vergadert ’s morgens om 7 u aanwezig moeten zijn op zijn kabinet. Hij brengt talloze bezoeken aan commissariaten, maar geen staatsiebezoeken. Hij komt bijna of helemaal onaangekondigd, laat bijvoorbeeld ’s avonds weten dat hij de volgende morgen langskomt en stelt dan pertinente en lastige vragen, die soms heel simpel zijn: waar is de vestiaire? Waar is de garage?

Als een commissaris de weg naar de vestiaire niet kan vinden en niet weet hoe de garage te bereiken, is duidelijk dat hij een geïsoleerd kantoorbestaan leidt en veraf staat van zijn corps. En waar hangt er hier een kaart van de lokale drugdealpunten? Is er niet? (Het gerucht over die vraag doet de ronde in de politiemilieus, in allerijl worden overal dergelijke kaarten aangemaakt en op de dienst uitgehangen.) Waarom staat die kapotte dienstwagen hier in de garage? Hoe lang al? Waarom is die nog niet hersteld?

Tegelijk spant de minister zich in om de politie voor zich te winnen: meteen grote investeringen in nieuwe dienstvoertuigen, en een liefdesbetuiging: “De politieagenten, je moet er op de eerste plaats van houden. En ik houd ervan.” Het is natuurlijk voor de minister-opperflik en voor zijn president van groot belang goede relaties met de politie te onderhouden. Die moet immers instaan voor hun veiligheid en voor de bescherming van het staatsbestel. Bovendien zijn de werknemers van politie en rijkswacht en hun families en entourage een belangrijke kiezersgroep.

Taboes en lacunes

Die ingesteldheid maakt dat de problemen van de Franse politie, zoals het racisme, de corruptie en het onverantwoord en vaak moorddadig geweld, niet echt worden aangepakt. In het boek van Valdiguié en Vignolle komen die kwesties maar kort ter sprake, en beperkt: een schandaal zoals de gewelddadige arrestatie van de muziekproducent Michel Zecler waarvan videobeelden verspreid geraken, verplicht de president om een standpunt in te nemen en zijn minister iets te ondernemen.

Maar Macron wijst de term “politiegeweld” af, want die vindt hij “gepolitiseerd” en hij stelt dat die alleen maar als doel heeft “een republikeinse instelling te verzwakken”.  Deze halfslachtige houding maakt het moeilijk de problemen bij de politie te erkennen en ertegen op te treden, en als de president het zo ziet, zal de minister hem daarin volgen. Maar Darmanin heeft daar geen moeite mee. Het zal dus blijven bij het bestraffen van een exces, dat uitzonderlijk is – de rotte-appelstrategie. Het morbide systeem dat zo’n exces voortbrengt, wordt dan niet doorgelicht en gecorrigeerd. Het beleid wil de politie te vriend houden, denk je dan als lezer, en wel uit eigenbelang.

Dat is allemaal onderdeel van een veel grotere lacune: het (ontbrekende of dubieuze) democratische gedachtengoed van Darmanin (en van Macron die hem aanstuurt). Wat denkt Darmanin eigenlijk? In het begin van het boek noteren Valdigué en Vignolle: “Want op het vlak van de ideeën is het moeilijk te weten waar de jonge Gérald Darmanin zich juist situeert.”

Wordt dat later wel duidelijk? De beide auteurs hebben niets te zeggen over het essay dat Darmanin begin 2021 publiceerde: “Le séparatisme islamiste. Manifeste pour la laïcité”. Dat de Minister van Binnenlandse Zaken een grote groep van de bevolking als vijand ziet en wil bestrijden en een pervers begrip van laïciteit huldigt, en dus ook van democratie, komt niet aan de orde. Hij is (met goedkeuring van zijn baas, Macron) recordhouder in het verbieden van organisaties en het inkrimpen en negeren van de godsdienstvrijheid en de vrijheid van vereniging. Een malheur, die man, net als zijn chef. En over een paar jaar ook nog presidentskandidaat?

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!