De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Feminicide lezen (deel 1)

Feminicide lezen (deel 1)

zondag 6 november 2022 09:59
Spread the love

Pavel Fernández, El tercer attentado

 

Vrijwel op hetzelfde ogenblik verschenen er in Frankrijk twee lijvige boeken over feminicide, vrouwendoding. Daarmee wordt een flinke bijdrage geleverd tot de discussie over dit akelige verschijnsel door een massa achtergrondinformatie te verschaffen. Die is voor een deel specialistisch, maar ze kan helpen om het fenomeen beter in kaart te brengen en te duiden, en er met meer kennis van zaken over te discussiëren, goed onderbouwde actie te ondernemen en het beleid erover vorm te geven. De beide boeken bieden zowel historische diepte als internationale reikwijdte, en een veelheid van invalshoeken. En veel concrete voorbeelden van geweld tegen vrouwen, maar ook van hun weerbaarheid en verzet. Samen vormen deze werken een dossier van bijna 1400 pagina’s.

 

De kanjer van uitgeverij La Découverte, “Féminicides, Une histoire mondiale”, is door zijn formaat, dikte en gewicht wat moeilijk hanteerbaar, een kruising van een paperback en een salontafelboek. Maar zoals de ondertitel duidelijk maakt, zeer ambitieus van opzet: een wereldgeschiedenis van de vrouwendoding! De samenstelster, de historica en feministe Christelle Taraud, heeft teksten bijeengebracht van zo’n 140 personen, waaronder internationaal zeer bekende namen maar ook vele andere. Naast essays bevat het boek ook telkens gebloemleesde uitingen uit literatuur, media of kunst over de behandelde kwesties, met fraai illustratiemateriaal. Er is een indrukwekkende lijst van “medewerkers” (eigenlijk personen van wie teksten of illustraties zijn opgenomen) maar zonder paginaverwijzing. Ik lees dus dat Umberto Eco in het boek voorkomt, maar niet waar ergens.

 

Van heksenjacht tot seriemoordenaars

 

De zeven hoofdstukken behandelen essentiële thema’s. Om te beginnen de jacht op heksen, een afschuwelijk onderdeel van de Europese geschiedenis, maar nog steeds bezig in landen als Ghana, India of Papoea-Nieuw-Guinea. Dan het vrouwengeweld binnen de context van slavernij en kolonisatie. Vervolgens de seksuele uitbuiting van vrouwen, gepaard met ontvoering en moord, en de seriemoorden, zoals die van “Jack the Ripper” in Londen of Samuel Little in meerdere staten van de VS. Sinds 1900 waren er in de VS meer dan 500 met name bekende seriemoordenaars van vrouwen aan het werk. En de voorbije decennia werd de wereld geschokt door de reeksen vrouwenmoorden die zich in Mexico afspeelden, en werd de plaatsnaam Ciudad Juárez internationaal berucht.

 

Een hoofdstuk over het masculinisme, een visie op de seksen die de man vooropstelt en de vrouw daaraan ondergeschikt maakt, en dus het feminisme afwijst of bestrijdt, legt uit hoe dat in elkaar zit. Het masculinisme heeft een dubbele stootrichting: vrouwen die zelfstandig zijn, eisen stellen, zich niet onderwerpen aan de mannenwereld of aan hun echtgenoot worden zwartgemaakt of met geweld bejegend, terwijl de vrouwen die zich schikken in het patriarchale denken worden vereerd. Vrouwen zijn heksen of ze zijn afspiegelingen van de Heilige Maria, zichzelf wegcijferende dienaressen van de man(nen). Het masculinisme kan extreem gewelddadig worden, denk aan Anders Breivik, de Noorse massamoordenaar, die de feministen ervan beschuldigde de viriliteit van de Westerse beschaving te ondermijnen.

 

De complexe relatie tussen genocide en feminicide is het onderwerp van het vijfde hoofdstuk. Je kan feminicide zien als een vorm van genocide: een segment van de menselijke soort wordt op grond van een fysiek kenmerk gezien als uit te roeien. Maar de zaak is ingewikkelder, want in oorlogen werden vaak de mannelijke tegenstanders omgebracht als gevaarlijk, terwijl de vrouwen werden meegevoerd als oorlogsbuit, of in leven gehouden als dienaressen, vaak ook op seksueel gebied. Genocide is ruimer dan het doden van een categorie mensen, doorgaans etnisch gedefinieerd. Het is immers ook het doen verdwijnen van een etnische groep en zijn cultuur. Zo kan ook feminicide ruimer gezien worden als het onderdrukken van een (ongewenste) vrouwelijke cultuur, lijkt me. Maar er blijkt ook een verband te zijn tussen feminicide en politiek geweld binnen staten. Alweer een massa denkstof in dit hoofdstuk.

 

Het zesde hoofdstuk behandelt schoonheidsnormen, lichaamsverminkingen en de vernieling van identiteiten. Hier gaat het over de internationale dominantie van schoonheidsnormen van het Witte Westen, en alternatieven daarvoor, zoals “Fat brown is beautiful” op de Filippijnen.  En over make-up, mode, seksuele verminking, eetstoornissen… Maar ook familienamen, zoals de traditie dat de naam van de man doorgegeven wordt aan de kinderen en niet die van de vrouw.

 

Het lijvige Féminicides is, ondanks zijn onhanteerbaarheid en zijn 924 pagina’s, gericht naar een vrij ruim publiek, ook al zit er veel wetenschap in. Het lijkt me interessant voor activistes en activisten, beleidsmensen, pedagoges en pedagogen en voor iedereen die begaan is met vrouwenrechten. Inhoudelijk en qua schrijftechniek strakker wetenschappelijk is Les Archives du Féminicide, een paperback van 460 pagina’s, met maar weinig illustraties, verschenen bij Hermann. Het is een waardige opvolger van het in 2019 door dezelfde uitgeverij en deels door dezelfde samenstellers uitgebrachte On tue une femme. Le féminicide. Histoire et actualités, een hoog gewaardeerd boek met een twintigtal opstellen vanuit zeer verschillende invalshoeken.

Armeense genocide en feminicide

 

De samenstellers van het nieuwe werk, Les archives du féminicide, Lydie Bodiou en Fréderic Chauvaud, volgen dezelfde formule als in het vorige werk: aparte opstellen, 17 in aantal, met uiteenlopende invalshoeken en thema’s. De spanwijdte is groot: van de vrouwendoding in het oude Rome via oude Franse archiefteksten en Shakespeare tot de hedendaagse film en kunst en een recente rechtszaak.

 

De “archieven” waarover de titel spreekt moet je niet te eng zien, want het gaat om wat meer dan de documenten (teksten maar ook beeldmateriaal en materiële objecten) die bewaard worden op allerlei plaatsen. Het gaat om archieven in de zin van Michel Foucault, namelijk alle elementen en getuigenissen van een discours uit het verleden. De auteurs zijn allemaal wetenschappers, met een enkele uitzondering, een collectief voor de verdediging van de vrouwenrechten. De aanpak is multidisciplinair, maar met een accent op de geschiedenis. De schrijfsters en schrijvers behoren tot de vakgebieden van geschiedenis (van de oudheid tot vandaag), kunstgeschiedenis, psychologie, sociologie, literatuurwetenschap…

 

Een centrale vraag achter dit boek is: welke historische bronnen hebben we over feminicide en wat vertellen die ons? In welke archieven vinden we materiaal? Archieven zowel in de letterlijke zin (verzamelingen van oude documenten of objecten in musea, bibliotheken, specifieke archiefgebouwen) als in de ruimere zin van Foucault. De vindplaatsen zijn soms onverwacht. Zo bijvoorbeeld de  archieven van de “American women’s hospitals”. In 1915 begon in het Ottomaanse rijk de genocide op de Armeniërs. In de VS werden vrij snel hulporganisaties actief die de slachtoffers gingen bijstaan. Het archief van de “American Women’s Hospitals” in New York bewaart vandaag nog bijna 700 onderzoeksverslagen van Amerikaanse dokteressen die destijds Armeense meisjes en vrouwen onderzochten. Die bevatten medische vaststellingen van ondergane mishandeling en ondergaan misbruik, maar soms ook het relaas van de patiënten over wat hen overkomen is.

 

Gedwongen huwelijk, gedwongen zwangerschap, verkrachting, geslachtsziekten

 

De onderzoeksters Joceline Chabot en Sylvia Kasparian vonden in de documenten 680 gevallen van meisjes die de genocide overleefd hadden en “contact gehad hadden” met Turken of Koerden. De leeftijd van de meisjes was, op het moment van het onderzoek in 1919, dus vier jaar na het uitbreken van de genocide, 13 tot 24 jaar. Meerdere waren dus tussen 10 en 12 toen hun vervolging begon. De gemiddelde leeftijd was 16 jaar en een half.

 

In deze groep  vonden de onderzoeksters:

  • 247 gedwongen huwelijken
  • 111 zwanger gemaakte meisjes die één of meer kinderen kregen
  • 141 meisjes die niet gedwongen werden tot een huwelijk, maar verkracht werden
  • 92 meisjes bij wie de dokteressen verkrachting vermoedden.
  • meerdere gevallen van geslachtsziekten.

 

In het medische denken van de dokteressen is er nog geen ontwikkeld idee van “post-traumatische stress” aanwezig. Zij beschrijven bijvoorbeeld als “dementie” de toestand van een zwaar mishandelde vrouw van 22, met grote nervositeit.

 

Het continuum van geweld

 

De Amerikaanse dokteressen zien niet rechtstreeks het resultaat van de genocide op vrouwen, want zij praten met overlevenden. Maar er loopt een lijn van de eerste terreur – een jong meisje ziet hoe kleine Armeense kinderen in het water gegooid worden om te verdrinken, of vindt in een zak in de keuken het afgesneden hoofd van haar vader – via slagen, geselingen, opsluiting, ontvoering, verkrachting, verkoop als slavin, gedwongen huwelijk en zwangerschap naar de toestand van dementie, nervositeit of apathie die de dokteressen vaststellen.

 

Dat illustreert een belangrijk punt in het onderzoek van feminicide dat de beide onderzoeksters beklemtonen: het gaat om een geheel van psychische en fysieke mishandeling dat uitloopt op de dood van het slachtoffer, maar de voorafgaande fases zijn de aanloop naar de moord, dus een voorbereiding of onderdeel daarvan. De wreedheden moeten dus als een geheel bekeken worden.

 

Het verminkte vrouwenlichaam

 

In de discussies over feminicide is Mexico een refentiepunt inzake gruwel. De talloze vermoorde vrouwen van Ciudad Juarez zijn een begrip geworden. Een opstel in Les archives du Féminicide, van de hand van Marylène Lapalus, gaat over de Mexicaanse kunstenaar Pavel Fernández, wiens eigen moeder vermoord werd. Hij exposeerde in 2015 een serie kunstwerken onder de titel “Miradas heridas” (Gekwetste Blikken) met zes afbeeldingen over vrouwenmoord. De laatste daarvan betrof zijn eigen moeder. Toen hij haar bezocht in het mortuarium mocht hij geen foto’s maken, maar hij maakte dan maar schetsen van haar. Die afbeelding is inmiddels uit zijn oeuvre verwijderd, wat ik begrijp: het lijkt me ondraaglijk ermee te leven.

 

De meest schokkende, onmisbare en onuitstaanbare afbeelding van de serie is een afbeelding van een naakte, jonge vrouw van wie armen en benen zijn afgesneden of afgezaagd. Het is een illustratie van de teugelloze agressie die vrouwenhaat kan aannemen, en die culmineert in het fysiek in stukken delen van het vrouwenlichaam. Die afbeelding heb ik hier niet willen opnemen, ik beperk me tot een andere  uit de serie. De plaatjes in het hier besproken boek zijn klein en van minderwaardige kwaliteit, zodat ik, met toestemming van de kunstenaar, die nu in Berlijn woont, het werk bovenaan dit artikel heb overgenomen van zijn website: 

https://pavelfernandez.wixsite.com/pavel-fernandez/drawings

 

(ehulsens@gmail.com)

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!