Indisch premier Narendra Modi. Foto: Prime Minister's Office Government Open Data License – India
Aurélie Leroy, Centre Tricontinental

Eindelijk een zandkorrel in de electorale machine van Indiaas premier Modi?

Terwijl de parlementsverkiezingen zich in het voorjaar van 2024 aandienen, heeft het Indiase Hooggerechtshof zojuist een historisch besluit genomen dat een einde maakt aan de 'electorale obligaties', de anonieme financiële bijdragen aan politieke partijen. Deze worden als ongrondwettelijk beschouwd, omdat ze het recht van kiezers op informatie over de bronnen van politieke financiering schenden.

donderdag 28 maart 2024 12:23
Spread the love

 

Het zeer controversiële ‘Electoral Bonds’-systeem werd in 2017 door de regering Modi geïntroduceerd om donaties aan politieke organisaties te formaliseren. Het werd verdedigd door de voorstanders ervan als een middel om zwart geld in verkiezingsprocessen te bestrijden, maar werd vanaf het begin sterk bekritiseerd door controle-instellingen (zoals de Centrale Bank van India en de Electorale Commissie) en door tegenstanders, die het als “een vorm van geïnstitutionaliseerde corruptie” beschouwden (The Wire, 26/02/2024) en “een van de grootste vormen van electorale fraude in een democratie” (The Wire, 25/02/2024).

Het principe van een dergelijke financiering is eenvoudig. Obligaties worden door individuen of bedrijven onbeperkt gekocht van de State Bank of India (SBI) en vervolgens anoniem overgedragen aan politieke partijen. In theorie zijn deze bijdragen dus anoniem, maar in de praktijk geeft de SBI, als de grootste commerciële bank in de publieke sector, en dus onder controle van de regering, een niet openbare toegang tot haar gegevens aan de partij die aan de macht is. De namen van de steungevers zijn daarom onbekend bij de kiezers, maar wel bekend bij de machthebbers.

Het vonnis dat op 15 februari door de hoogste rechtbank van het land is uitgesproken, is definitief. Het verwerpt een ondoorzichtig systeem en eist het recht van burgers om te weten wie de politieke partijen financiert. Het Hooggerechtshof beval de SBI ook, gezien de komende verkiezingen, om te stoppen met de verkoop van bonds en om de details voor te leggen van de incasso’s die sinds 2019 zijn gedaan.

Deze stap betekent een aanzienlijke tegenslag voor de sterke man van India. Het ontneemt hem niet alleen een financieringsbron waarvan hij tijdens de verkiezingen van 2014 en 2019 ruimschoots had geprofiteerd.

Maar het stelt ook ‘de morele positie van de regering’ in vraag (Frontline, 16/02/2024) in haar strijd tegen corruptie, Modi’s stokpaardje tijdens zijn eerste mandaat. De rechterlijke macht is van mening dat een dergelijk systeem donerende bedrijven in staat stelt steekpenningen aan te bieden aan partijen in ruil voor politieke gunsten of tegengunsten, wat de basis vormt van het Indiase kapitalisme van de vriendjespolitiek.

Het oplichten van de sluier over de steungevers en de tegenprestaties dreigt de premier in verlegenheid te brengen, vanwege zijn nauwe banden met industriëlen als Gautam Adani en Mukesh Ambani, die sinds zijn opgang naar de top van de staat een steeds grotere invloed op de zakenwereld hebben uitgeoefend.

Een situatie die des te ongelukkiger is omdat deze zich voordoet enkele maanden na het schandaal rond de Adani-affaire, die door Hindeburg Research ervan beschuldigd werd zich schuldig te hebben gemaakt aan “schaamteloze boekhoudfraude, aandelenmanipulatie en het witwassen van geld” (Le Monde, 19/11/2023). Deze recente uitspraak van het Hooggerechtshof legt zo de vinger op de nauwe relaties en de wederzijdse afhankelijkheid die bestaan ​​tussen de politieke wereld en een handvol bevoorrechte conglomeraten die de rijkdom van het land onder mekaar verdelen.

Het verbod op electorale obligaties is slechts een eerste en zeker ook onvoldoende stap, maar niettemin essentieel om deze collusie, die de Indiase economie en politiek infecteert, te verminderen.

Deze krachtige daad plaatst het Hooggerechtshof, dat de afgelopen jaren aanzienlijk verzwakt was, ook in een rol van tegenmacht en bewaker van de democratie en van de grondwet. Het herstelt een zeker vertrouwen in de rechterlijke macht en vormt “een lichtpuntje in een lange reeks van onverklaarbaar schuchtere rechterlijke uitspraken” (Venkatesan, 2024).

In 2023 leek de rechtbank inderdaad de handdoek in de ring te hebben gegooid en haar verzet te hebben opgegeven tegen de machthebbers, door het besluit van de uitvoerende macht in 2019 goed te keuren om artikel 370 met betrekking tot de autonomie van de staat Jammu-en-Kasjmir in te trekken; of door, opnieuw in 2019, toestemming te geven voor de bouw van een hindoetempel in Ayodhya op de ruïnes van de Babri-moskee, die door hindoe-extremisten was gesloopt.

De gevolgen van de uitspraak van het Hooggerechtshof zijn potentieel explosief in deze pre-electorale campagneperiode. Details van obligaties die sinds 2019 zijn aangekocht, zouden kunnen onthullen welke bedrijven de belangrijkste regerende partij financierden en welke voordelen zij in ruil daarvoor ontvingen (wijzigingen in de regelgeving, licentieverlening, enz.).

Net zoals de ‘negatieve repercussies’ die bedrijven ondervonden die oppositiepartijen steunden. Als het huidige proces succesvol is, zullen de donaties van de media zeker ook onder de loep worden genomen. Dit zou de geloofwaardigheid van bepaalde mediakanalen en hun inhoud kunnen aantasten als er twijfelachtige electorale banden worden ontdekt.

Zonder de gevolgen van deze juridische overwinning voor de volgende algemene verkiezingen te kunnen inschatten maakt deze het wel mogelijk om de schijnwerpers te richten op de disfuncties en de tekortkomingen in de werking van de staat en de economie. Het is ook een welkome democratische schok, die de geleidelijke afglijding van India naar het autoritarisme vertraagt.

Maar de Indiase democratie blijft hoe dan ook kwetsbaar. “De episode van de electorale obligaties onthult de grenzen van de institutionele controles in onze democratie. Wanneer een sterke uitvoerende macht besluit iets te willen, zelfs iets gevaarlijks en ongrondwettelijks, is er weinig interne weerstand om dit tegen te houden” (Patel, 2024).

 

Dit artikel verscheen op de website van Cetri. Vertaling: Freddy Leuris

Bronnen

  • Bardhan P. (2023), Unmasking India’s Crony Capitalist Oligarchy https://www.project-syndicate.org/commentary/gautam-adani-scandal-india-crony-captalism-by-pranab-bardhan-2023-02?barrier=accesspaylog
  • Dieterich C. (2023), En Inde, le scandale de l’affaire Adani embarrassant pour Narendra Modi, Le Monde https://www.lemonde.fr/economie/article/2023/11/19/en-inde-le-scandale-de-l-affaire-adani-remonte-jusqu-a-narendra-modi_6201125_3234.html
  • Patel A. (2024), Modi Government’s Tryst with Electoral Bonds Should Neither Be Forgotten Nor Forgiven, The Wire.
  • The Wire (2024), Humiliation and the Upending of Poll Narratives: The Impact of the SC’s Electoral Bonds Judgment
  • The Wire (2024), Electoral Bonds: Where Did They Come From, Where Did They Go?

steunen

Steun voor een nieuwe website

We hebben uw hulp nodig voor een essentiële opfrissing van de website. Om die interactiever, sneller en gebruiksvriendelijker te maken hebben we 30.000 euro nodig. Elke bijdrage, groot of klein, helpt. Met uw donatie ondersteunt u onafhankelijke journalistiek die de verhalen blijft brengen die er echt toe doen. Laat uw hart spreken.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!