Meerdere leefmilieuorganisaties, waaronder de Sierra Club, het Center for Biological Diversity en Friends of the Earth, stellen dat het besluit van de regering-Trump genomen is op basis van een onvolledig en niet correct verlopen milieuonderzoek van januari 2014. Die analyse is volgens de milieuactivisten ontoereikend en onderschat de reële milieugevolgen van de pijpleiding.
Een tweede rechtszaak werd aangespannen door de organisaties Indigenous Environmental Network en North Coast Rivers Alliance, die de belangen van autochtne volkeren in de VS behartigen. Deze groepen stellen eveneens dat de regering de milieugevolgen van de pijplijn bagatelliseert, en dat redelijke alternatieven niet overwogen werden.
Op 24 maart 2017 ondertekende Trump een besluit dat de verdere bouw van de pijpleiding Keystone XL toelaat. Daarmee schrapt hij het presidentiële besluit van Obama om de bouw van de pijplijn stop te zetten. Deze pijpleiding is een bedreiging voor water, flora en fauna en voor de openbare gezondheid, zeggen de tegenstanders. Ze stellen ook dat president trump met dit besluit de eigen nationale milieuwetgeving heeft overtreden.
Keystone XL moet zeer vervuilende teerzandolie uit de Canadese provincie Alberta vervoeren naar raffinaderijen in Texas. De pijpleiding kruist rivieren, beken en moerassen die bronnen van drinkwater zijn voor miljoenen mensen. Langs de route leven ook verschillende zeldzame en bedreigde diersoorten.
Bovendien wordt door de bouwers van Keystone Xl geen enkele garantie gegeven dat deze leiding minder zou gaan lekken dan andere bestaande pijpleidingen. Alle huidige pijpleidingen in de VS verliezen jaarlijks tienduizenden vaten ruwe olie of andere olieproducten. Bouwers en onderhoudsbedrijven besparen fel op bouw- en onderhoudskosten om de winst van de exploitatie hoog te houden. Zolang de schade en herstel van lekken hen minder kost dan beter onderhoud gaan ze met die praktijk door, ook in Keystone XL.