Volgens onderzoekers van de Universiteit van Tennessee heeft het Amerikaanse overheidsprogramma Renewable Fuel Standard sinds 2005 geleid tot grootschalige promotie van maïs en maïsethanol als brandstof. De productie van maïsethanol veroorzaakt echter grootschalige luchtvervuiling, watervervuiling en bodemerosie. Uit eerder onderzoek bleek al dat bij ethanolproductie meer vervuilende stoffen vrijkomen dan bij de raffinage van benzine uit aardolie.
Aanvankelijk werd ethanol juist aangeprezen als alternatief voor fossiele brandstoffen. Biobrandstoffen zouden de CO2-vervuiling en de energie-afhankelijkheid van de VS van andere landen kunnen verminderen. De ethanolproductie in de VS groeide van een paar miljoen liter in de jaren 1970 tot 55 miljard liter in 2012. Sinds 2005 vloeide daarvoor 44 miljard euro aan subsidies naar de betrokken sector.
De onderzoekers stellen dat maïsethanol nog steeds politieke steun krijgt omdat het gezien wordt als een “brug” naar meer geavanceerde biobrandstoffen, zoals brandstoffen uit oogstafval. De subsidie voor maïsethanol heeft volgens hen echter innovatie tegengewerkt door andere alternatieven te verdringen.