Militaire staatsgrepen waren in de jaren na de Tweede Wereldoorlog (en ervoor) meer regel dan uitzondering in Latijns-Amerika. Sinds het continent zich had bevrijd van de Spaanse en Portugese kolonisatie was het niet bepaald een paradijs van democratie en mensenrechten.
Militaire regimes wisselden af met autoritaire burgerlijke regeringen. Die hadden hun afkeer met elkaar gemeen voor sociale emancipatie van de bevolking, net als hun devote toewijding tot de elitaire macht van landadel en stedelijke burgerij, dit alles geolied door lucratieve meegaandheid met de sterke buur uit het Noorden.
Niemand – ook niet de toenmalige verdedigers van de staatsgreep – die vandaag nog twijfelt dat de coup van 11 september 1973 in Chili volledig gepland, gecoördineerd en vooral duidelijk goedgekeurd was doorgegeven aan de Chileense militairen door de president van de VS Richard Nixon en zijn minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger (voor de bewijzen zie helemaal onderaan dit artikel).
Toch kan het niet genoeg benadrukt worden: toen de staatsgreep plaatsgreep namen alle westerse media, onze eigen Belgische media inbegrepen, ongewijzigd het discours van de VS-regering over dat dit een interne zaak van de Chilenen was, waar de VS niets mee te maken had.
Lang vergeten ook is dat hier in België de christen-democratische partij CVP pas jaren later deze staatsgreep afkeurde – en dan nog in omfloerste bewoordingen – toen duidelijk werd dat Pinochet niet zoals verwacht de macht terug overdroeg aan de ‘rechtmatige’ bazen van het land.
Belgisch eerste minister Leo Tindemans weigerde een jaar na de coup nog steeds om het nieuwe regime te veroordelen. Hij had daarvoor de steun van zijn partij, de CVP (de huidige CD&V). Hij stond daarmee echter niet alleen in Europa. De meeste Europese landen namen een afwachtende houding aan en drongen enkel aan op het ‘herstel van orde en stabiliteit’.
Zogenaamd ‘kritische’ commentaren lieten niet na te wijzen op de vele fouten die democratisch verkozen president Salvador Allende zou hebben begaan in de twee jaar en enkele maanden dat hij president van zijn land was, een weinig subtiele suggestie dat hij de staatsgreep toch ook aan zichzelf te danken zou gehad hebben.
De Monroe-doctrine
Sinds de Amerikaanse president James Monroe (1817-1825) zijn befaamde doctrine afkondigde, was Latijns-Amerika stevig in de greep van de VS. Dat land was toen nog niet de wereldgrootmacht die het na 1945 werd, maar was in de Amerika’s wel al oppermachtig.
Tot het begin van de twintigste eeuw waren de echte (= economische) vijanden van de VS de andere koloniale grootmachten Groot-Brittannië, Frankrijk en in mindere mate Spanje en Portugal. Het Russische Imperium van de Tsaren was nog een grote vriend, die in Latijns-Amerika toch geen enkele rol speelde.
Vanaf de Eerste Wereldoorlog werden die vijanden vervangen door de Sovjet-Unie. Na de revolutie van 1917 had die het feodale Tsarenregime omvergeworpen. Wat de ‘strijd tegen het communisme’ werd genoemd was in hoofdzaak een strijd voor het behoud van economische overmacht en van politieke macht door een kleine elite, in de VS en in de rest van de achtertuin in Latijns-Amerika.
In 1945 waren de meeste Latijns-Amerikaanse landen – op enkele stedelijke centra na – nog grotendeels semi-feodale agrarische landen, met hoogstens enkele stedelijke burgerlijke kernen, zonder noemenswaardige eigen industriële ontwikkeling.
Weliswaar hadden deze landen alle uiterlijke kenmerken van parlementaire democratieën, met stemrecht voor iedereen. In Latijns-Amerika hadden zelfs de vrouwen al stemrecht in de 19de eeuw.
De zoveelste in een lange rij
De maatschappelijke realiteit was wel iets anders. Via allerlei mechanismen, gaande van kafkaiaans absurde kiessystemen, tot regelrechte dwang werd echte democratie in toom gehouden. Op het platteland was kiezen allesbehalve geheim, op de ‘verkeerde’ partij stemmen was er dikwijls levensgevaarlijk.
Dit betekent niet dat de sociale bewegingen in Latijns-Amerika passief waren. Er geraakten wel degelijk sociaal voelende politici in het parlement. Het systeem zorgde er echter altijd voor dat die nooit een meerderheid behaalden.
Hier en daar werd zelfs enige bescheiden sociale vooruitgang geboekt. Het bleef echter bij marginale correcties van een systeem dat fundamenteel gebouwd was op uitbuiting van een straatarme meerderheid door een steenrijke minderheid.
Toen Augusto Pinochet op 11 september 1973 een staatsgreep pleegde was hij slechts de zoveelste in een lange rij. De lijst van militaire staatsgrepen in Latijns-Amerika van na 1945 is indrukwekkend (de lijst militaire staatsgrepen voor 1945 is gewoon eindeloos):
- Argentinië: 1955, 1962, 1966, 1976
- Bolivia: 1946, 1951, 1952, 1964, 1970, 1971
- Brazilië: 1945, 1954, 1964
- Colombia: 1953
- Cuba: 1952
- Dominicaanse Republiek: 1963
- Ecuador: 1963, 1972
- El Salvador: 1948, 1960, 1979
- Grenada: 1979, 1983
- Guatemala: 1954, 1963, 1982
- Haïti: 1946, 1950, 1956, 1957, 1988, 1988, 1991
- Honduras: 1956, 1963, 1972, 2009
- Nicaragua: 1944
- Panama: 1968
- Paraguay: 1954
- Peru: 1948, 1962, 1968
- Suriname: 1980, 1990
- Uruguay: 1973
- Venezuela: 1948, 2002
Die staatsgrepen hadden, op enkele uitzonderingen na, allen de steun en medewerking van de regering in Washington, DC.
Een populair grapje in Latijns-Amerika gaat als volgt: ‘Weet je waarom in de VS nog nooit een staatsgreep werd gepleegd? Omdat daar geen VS-ambassade is’…
Merkwaardig genoeg was Chili op het ogenblik van de staatsgreep van 1973 het Latijns-Amerikaanse land met de langste stabiele democratische traditie. De laatste militaire staatsgreep dateerde van voor de Tweede Wereldoorlog in 1932.
Een socialist verrast vriend en vijand
Toch was de verkiezing van Salvador Guillermo Allende Gossens op 4 november 1970 om meerdere redenen merkwaardig. Hij was de eerste uitgesproken socialist die in Latijns-Amerika werd verkozen tot staatshoofd. Daarvoor had hij reeds zonder succes deelgenomen aan de verkiezingen van 1952, 1958 en 1964.
Zijn verkiezingsoverwinning was zeer nipt en eigenlijk vooral te danken aan de interne verdeeldheid van de rechtse machtspartijen. Hij behaalde geen meerderheid (36,2 procent), maar werd toch president omdat de twee rechtse topkandidaten minder dan hem hadden behaald (34,8 en 27,8 procent) en geen van beiden de ander wilde steunen en de strijd opgeven.
Uitzonderlijk was zijn verkiezing met een minderheid van stemmen echter niet, heel wat Latijns-Amerikaanse presidenten werden eerder al verkozen zonder een meerderheid van stemmen te behalen (met inbegrip van Chili in de jaren voor Allende).
Het enige dat totaal nieuw was aan zijn verkiezing was zijn politieke ideologie. De winnaar kwam voor het eerst niet van rechts. Allende moest dus wel regeren zonder stevige parlementaire meerderheid.
Hij was echter al veertig jaar volksvertegenwoordiger (en minister van volksgezondheid van 1938 tot 1942) en kende het politieke spel van Chili als geen ander. Van bij de aanvang van zijn mandaat werkte hij aan de nationalisering van de Chileense economie, die in hoofdzaak van mijnbouw, vooral koper, afhing.
René Schneider
Allende was zich daarbij goed bewust van zijn precaire situatie. Hij had immers de rapporten gelezen waarin stond dat opperbevelhebber van het leger generaal René Schneider op 25 oktober 1970 (na zijn verkiezing maar voor zijn eedaflegging) was vermoord, omdat hij had geweigerd een staatsgreep te plegen, nog voor Allende de eed zou afleggen. Schneider was allesbehalve een rode kameraad, maar wilde de regels van de democratie respecteren.
Ook zijn opvolger Carlos Prats weigerde aan een staatsgreep mee te werken. Hij verloor binnen het leger het pleit en nam na een persoonlijk schandaal ontslag. Hij kwam een jaar later net als Schneider om bij een aanslag in Argentinië in 1974.
Uit vrees voor een staatsgreep besloot Allende geen andere topgeneraal te benoemen tot opperbevelhebber maar een eerder onopvallende bureaucraat te kiezen, die er voor bekend stond nergens een uitgesproken mening over te hebben. Zijn keuze voor Augusto José Ramón Pinochet Ugarte werd een fatale vergissing.
Christendemocratische steun voor Pinochet
Ook de VS en de traditionele partijen vergisten zich echter schromelijk in Pinochet. De christendemocraten – naast El Salvador is Chili het enige Latijns-Amerikaanse land waar een traditie van politieke christendemocratie zoals in Europa bestaat – werden zelf ook het slachtoffer van hun verkeerde inschatting.
Zij steunden de staatsgreep van Pinochet volledig. Ook de Europese christendemocraten, waaronder de CVP (nu CD&V) en Vlaamse media als De Standaard stonden er achter.
Op 01:26 komt BRT-journalist Maurice De Wilde even centraal in beeld (met notaboekje) in deze Chileense documentaire (01:28:08) met beelden uit het Estadio Nacional, september 1973 (Spaans gesproken, maar de beelden spreken voor zich):
Eerste minister Leo Tindemans (CVP) weigerde categoriek op parlementaire vragen in te gaan om de staatsgreep te veroordelen. Hij antwoordde met het sofisme dat ‘België geen regimes erkent maar landen’. Tindemans toonde zich later als minister van buitenlandse zaken eveneens een fervent verdediger van rechtse doodseskaders in Centraal-Amerika. Het waren inderdaad andere tijden.
Kissingers visie op democratie: “Ik zie niet in waarom we er zomaar moeten bij toekijken en een land communistisch zien worden omwille van de onverantwoordelijkheid van zijn bevolking. Die zaken zijn veel te belangrijk om het aan de Chileense kiezers over te laten voor zichzelf te beslissen.”
Pinochet bleek echter een hardere noot om kraken dan zowat iedereen had ingeschat. Waar vooral de christendemocraten er op rekenden dat hij na een jaartje of zo verkiezingen zou uitschrijven, waarbij ditmaal de ‘juiste’ kandidaat (de hunne) zou winnen, nam hij zelf de macht over en bleef uiteindelijk 18 jaar aan de macht.
Een lang voorbereide staatsgreep
Nadat dus een poging tot staatsgreep nog voor de eedaflegging in de kiem was gesmoord, werd alles in gereedheid gebracht om Allende alsnog ten val te brengen. Dat één van zijn eerste beslissingen was om gratis warme maaltijden te voorzien in de scholen en de melkprijs te reguleren, was al erg genoeg, maar dat was niets tegenover zijn voornemen om de kopermijnen, de voornaamste bron van inkomen, te nationaliseren.
Over de directe betrokkenheid van VS-president Richard Nixon en zijn minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger, zie Over staatsgrepen, geslaagde, niet-geslaagde, de onze en de hunne.
Het zou echter te eenvoudig zijn om te stellen dat dit voor president Nixon de enige reden was voor de staatsgreep. De VS waren vooral bang dat het voorbeeld van Chili aanstekelijk zou werken in andere Latijns-Amerikaanse landen.
Onder leiding van zijn minister van buitenlandse zaken Henry Kissinger werd een task force opgezet om een economische oorlog tegen Chili te beginnen. “Make the economy scream“, zei president Nixon op de tapes die na het Watergateschandaal openbaar werden gemaakt.
Kissinger legde zijn visie op democratie als volgt uit: “Ik zie niet in waarom we er zomaar moeten bij toekijken en een land communistisch zien worden omwille van de onverantwoordelijkheid van zijn bevolking. Die zaken zijn veel te belangrijk om het aan de Chileense kiezers over te laten voor zichzelf te beslissen.”
De Chileense economische elite schaarde zich volledig achter hun opdracht. Via lockouts werd de voedselvoorziening geblokkeerd en de economie kwam bijna tot stilstand door een staking van de vrachtwagenbestuurders. Pinochet had zijn uitleg klaar. De ‘orde’ moest hersteld worden.
Augusto Pinochet was amper 18 dagen eerder door Allende tot opperbevelhebber van het leger benoemd ter vervanging van Carlos Prats, die wegens een persoonlijk schandaal ontslag moest nemen. Allende dacht door zijn keuze voor Pinochet, een tot dan onopvallende generaal met een eerder administratieve carrière, veilig te spelen. Hij had immers de rapporten gelezen dat zowel zijn voorgangers Schneider als Prats hadden geweigerd een staatsgreep te plegen op aanstoken van de VS.
De éérste 11 september
Op 11 september liet Pinochet het presidentieel paleis bombarderen. Allende weigerde zich over te geven en kwam om het leven. De rechtse krachten hebben altijd beweerd dat hij zelfmoord heeft gepleegd, maar dat werd nooit bewezen. Vast staat dat Allende het paleis eigenhandig mee heeft verdedigd. De rest is geschiedenis.
Wie het in een democratie niet eens is met het regeringsbeleid voert politieke actie en poogt via verkiezingen dat beleid te veranderen. Wat je niet doet is de macht grijpen via een militaire staatsgreep
Allende was naar Europese normen een gematigd sociaal-democraat die alleen maar het belang van zijn kiezers nastreefde en meer welvaart wilde voor de meerderheid van de bevolking. Naar Latijns-Amerikaanse normen was dat dus behoorlijk links.
Hij botste op zeer grote weerstand bij de elite. Hij stelde immers de vastgeroeste maatschappelijke verhoudingen in vraag. Bovendien, de overheidsadministratie, volledig in handen van de conservatieve middenklasse, werkte hem volledig tegen. Zij konden daarbij rekenen op de steun van het leger, de kerk en de grootgrondbezitters.
Voorstanders van de staatsgreep wijzen er op dat Allende heel wat fouten heeft gemaakt. Dat kan zijn, maar kan nooit aanvaard worden als excuus. Wie het in een democratisch bestel niet eens is met het regeringsbeleid voert politieke oppositie en probeert via verkiezingen dat beleid te veranderen. Wat je niet doet is de macht grijpen via een militaire staatsgreep.
Allende in 1972 op de VN-Algemene Vergadering (uittreksel, Spaans, Engelse ondertitels):
Allende heeft nooit een eerlijke kans gekregen om zijn project voor een ander Chili waar te maken. Er rest slechts twee jaar en negen maanden reële machtsuitvoering en zijn politieke geschriften om hem te beoordelen.
Eén document is daarbij cruciaal, zijn toespraak van 4 december 1972 voor de VN-Algemene Vergadering waar hij zijn visie voor de toekomst uit de doeken deed. Op dat ogenblik waren de voorbereidingen voor de staatsgreep negen maand later al volop bezig Enkele citaten uit die toespraak:
“Chili is … een land wiens achterlijke economie onderworpen werd aan buitenlandse kapitalistische bedrijven, wat resulteerde in een buitenlandse schuld van meer dan 4 miljard dollar. De jaarlijkse schuldafbetalingen bedragen meer dan 30 procent van de export … miljoenen (Chilenen) worden gedwongen te leven onder uitbuiting en miserie.”
“ … zo is er bijvoorbeeld de afdeling van de Anaconda Company (in de kopermijnbouw), die in Chili winsten boekte van 21 procent per jaar tussen 1955 en 1970, terwijl de winsten van Anaconda in andere landen gemiddeld 3,6 procent per jaar waren. Dit geldt ook voor de Kennecott Copper Corporation die in dezelfde periode gemiddeld 52,8 procent winst boekte in Chili – een aantal jaren boekte het zelfs de ongelooflijke winst van 106 procent in 1967, 113 procent in 1968 en meer dan 205 procent in 1969. In diezelfde periode haalde Kennecott gemiddeld slechts tien procent winst in de andere landen …”
“Dezelfde bedrijven die het Chileens koper zoveel jaren exploiteerden maakten meer dan 4 miljard dollar winst over de laatste 42 jaar (aan de monetaire waarden van 1972), terwijl hun initiële investeringen slechts 30 miljoen dollar bedroegen.”
“ Een eenvoudig en pijnlijk voorbeeld, een scherp contrast: in mijn land leven 600.000 kinderen die nooit een normaal leven in menselijke termen zullen leiden, omdat ze in de eerste acht maanden van hun leven niet de elementaire hoeveelheid proteïnen hebben gekregen. Mijn land, Chili, zou met die 4 miljard dollar volledig getransformeerd kunnen worden. Slechts een klein deel van dat bedrag zou volstaan om alle kinderen in mijn land voor eens en altijd van de nodige proteïnen te voorzien.” (Allende was voor zijn politieke loopbaan huisarts).”
Er staat zoveel meer in deze toespraak, die zeer lezenswaardig en actueel blijft. Zijn voorspelling dat wat in Chili gebeurde niet alleen de rest van de Derde Wereld te wachten stond maar ook de Eerste Wereld werd ondertussen bewaarheid.
In Chili werd het allereerste neoliberale experiment ter wereld op poten gezet
Zoals Allende had voorspeld in zijn toespraak had de staatsgreep van 11 september 1973 verstrekkende gevolgen voor de rest van de wereld. Hier werd immers het allereerste neoliberale experiment ter wereld op poten gezet. De Chicago Boys konden er hun viscerale afkeer voor de sociale rol van de overheid botvieren.
Volgens de grondleggers van het neoliberalisme is een voorwaarde voor het doorvoeren van een neoliberaal beleid het verzwakken of uitschakelen van de vakbonden. In Chili werd dat zeer letterlijk uitgevoerd: vakbondsleiders werd vermoord, gevangengezet of in het beste geval verbannen. Het neoliberalisme had onder Pinochet m.a.w. zijn allereerste testcase … het was maar het begin. Er kwam nog veel meer.
Salvador Allende, 26 juni 1908 – 11 september 1973
Allende blijft een inspirerend voorbeeld voor al wie strijdt voor sociale rechtvaardigheid. Hij hoort naast andere groten der aarde als Nelson Mandela, Thomas Sankara, Patrice Lumumba …
Chileens president Gabriel Boric eist de vrijgave van alle geheime documenten van de VS over de rol van president Nixon en Minister Henry Kissinger en over de assistentie die de VS-ambassade in de jaren na 1973 gaf voor het opsporen van politieke opposanten van de militaire dictatuur.
De documenten over de mislukte staatsgreep van 1970 werden al gedeeltelijk vrijgegeven , maar nog veel van die documenten worden nog steeds gecensureerd. Wat al vrijgegeven is werd bovendien slechts bekomen door de politieke acties van onderzoeksjournalisten als Peter Kornbluh die jarenlang procedeerden voor de rechtbanken in de VS om vrijgave van de betrokken documenten te bekomen.
Chileense luchtmachtmajoor in het Belgische militaire tijdschrift VOX (15 november 1995): «Het door ons uitgevoerde bombardement (op het presidentieel paleis) vormt een belangrijke mijlpaal in de Chileense geschiedenis en we zijn er fier op dat het op ons palmares prijkt»
Terwijl in Afrika militaire staatsgrepen worden gepleegd waar voor de verandering noch de oude kolonisatoren Groot-Brittannië en Frankrijk, noch de VS, de hand in hebben, blijft het relevant om te wijzen op de bijzonder onfraaie geschiedenis van deze landen in het verleden van Afrika, Latijns-Amerika en Azië.
De staatsgrepen die de VS en Europese voormalige kolonisatoren steunden werden tot 1989 gerechtvaardigd met de slogan van ‘de strijd tegen het communisme’. Die stelling klopt alleen als je ‘communisme’ begrijpt als een containerterm, die alle strekkingen en pogingen omvat die ingingen tegen westerse belangen, zoals een mild sociaal voelende liberaal als Mossadegh in Iran (1953) en een gematigde sociaal-democraat als Allende in Chili (1973).
Maurice De Wilde en Josy Dubié
Het toeval wilde dat de week voor de staatsgreep twee Belgische journalisten aanwezig waren in de hoofdstad Santiago de Chile. Josy Dubié (RTBF) was de laatste journalist om Salvador Allende te interviewen voor de staatsgreep.
Zie de reportage van Josy Dubié hier in het RTBF-archief.
Zo was Maurice De Wilde (BRT, nu VRT) aanwezig in het nationaal voetbalstadium waar gevangen genomen politieke verdachten werden verzameld en in de kelders gefolterd en geëxecuteerd. Hij zond er beelden van door.
Toenmalig administrateur-generaal (de BRT was toen nog een openbare overheidsdienst) Paul Vandenbussche, een conservatieve christen-democraat, verzette hemel en aarde om hem daar weg te halen, maar door de staatsgreep waren alle vluchten geschrapt. Hij poogde de beelden tegen te houden.
Het probleem van democratie
Het is niet zo dat de leiders van de grootste supermacht op aarde of de voormalige Europese kolonisatoren principiële tegenstanders zijn van democratie op zich. Zij worden echter overal ter wereld (en in eigen land) geconfronteerd met ‘het probleem van democratie’.
Democratisch verkozen leiders hebben de ‘verkeerde’ neiging de belangen van hun eigen bevolking hoger in te schatten dan de economische en geostrategische belangen van de VS – in hun kielzog de Europese ex-kolonisatoren. Daarom werden die staatsgrepen gepleegd. Chili was geen uitzondering op die regel.
Het is evenmin zo dat de heersende elite in de VS unaniem achter de staatsgreep stond. Kissinger ging met zijn staatsgreep met behulp van de buitenlandse inlichtingendienst CIA in tegen de strategie van het eigen ministerie van buitenlandse zaken. Daar wilde men geen staatsgreep maar koos men voor economische boycot van Allende, om hem vier jaar later zonder enig resultaat kansloos te verslagen in de volgende verkiezingen.
De bewijzen voor de betrokkenheid van de VS zijn overweldigend. Zelfs terwijl de VS nog steeds weigeren de meeste documenten over die periode vrij te geven is de bewijslast verpletterend. In Chili zelf heeft het Centro de Investigación Periodística (CIPER – Journalistiek Onderzoekscentrum) ter voorbereiding van de 50ste verjaardag van de coup meer dan 4 miljoen documenten verzameld en op zijn website ter beschikking gesteld van het publiek met zoektermen.
‘Een belangrijke mijlpaal in de Chileense geschiedenis’
In het toenmalige tijdschrift VOX nr.9535 van het Belgisch leger verscheen op 15 november 1995 – 22 jaar na de staatsgreep – een interview met een majoor van de Chileense Luchtmacht op bezoek bij zijn collega’s in België, onder de titel “De tijgers van Cerro Moreno’.
In dat artikel legde die majoor uit hoe hij de luchtmachtoperatie tegen het presidentieel paleis succesvol had geleid. Een citaat: «Het door ons uitgevoerde bombardement vormt een belangrijke mijlpaal in de Chileense geschiedenis en we zijn er fier op dat het op ons palmares prijkt»
De journalist van VOX stelde er geen enkele kritische vraag bij. De redactie van het militaire blad zag er geen graten in, maar zag zich de dag erna al verplicht zich te distantiëren van het artikel.
Uit het onderzoek door het ministerie van defensie bleek echter dat het interview aanvankelijk de goedkeuring had gekregen van de verantwoordelijke uitgever van het tijdschrift en van de SID-directeur.
In zijn antwoord op een parlementaire vraag (zie hierboven) verklaarde de minister dat het “een beoordelingsfout van de auteur van het artikel en van de hoofdredacteur die deze passage had moeten wegzuiveren… Zowel de journalist als de hoofdredacteur zijn ernstig terechtgewezen.”
Wat men hier uit leert is dat in het Belgisch leger in 1995, 22 jaar na de staatsgreep in Chili, nog steeds militairen deze militaire coup gunstig genegen waren.
Voor wie Spaans kan, deze boekpresentatie van Peter Kornbluh’s boek Pinochet desclasificado. Los archivos secretos de Estados Unidos sobre Chile ging door in Santiago de Chile op 1 september 2023 (01:43:07):
Dit is een geactualiseerde en uitgebreide versie van 40 jaar eerste 11 september, staatsgreep Chili 1973