Deze week verscheen het door Bilal Benyaich geschreven boek Islam en Radicalisme bij Marokkanen in Brussel, een uitstekend boek over wie de moslims in onze hoofdstad zijn en hoe zij de Islam beleven. Op een heldere manier zet de auteur uiteen hoe het komt dat sommigen onder hen radicaliseren. “ Het is een proces dat zich afspeelt tegen de achtergrond van psychologische, sociale, familiale, religieuze, economische en politieke verschuivingen.” De evidentie zelf als je er even bij stil staat. Wil je radicalisering tegenhouden, dan zal je dus op al deze factoren moeten inzetten.
Je zou verwachten dat opiniemakers en politici deze eenvoudig begrijpbare en reeds langer bekende les al lang geïncorporeerd hebben in hun eigen discours. Helaas blijkt een aantal onder hen niet de essentiële agogische vaardigheden te willen of kunnen etaleren die nodig zijn om de toenemende polarisering en radicalisering in onze samenleving tegen te gaan.
Zelfs meer, ook binnen de georganiseerde vrijzinnigheid slaat de radicalisering toe, waarbij de ‘echte’ vrijzinnigen de Ware leer verkondigen en diegenen die niet meestappen in het verdedigen van hun ideefixen afgeschilderd worden als afvalligen, lafaards, verraders of opportunisten. Zelf heb ik geen problemen met meningsverschillen – net zoals de Islam geen monolitisch blok is, geldt dat ook voor de vrijzinnigheid – maar zelf behorend tot het kamp der ‘afvalligen’ baart deze evolutie naar toenemende radicalisering binnen de vrijzinnigheid mij zorgen. Het lijkt me nuttiger de processen die hebben geleid tot bepaalde meningsverschillen, in dit geval betreffende een verschillende visie op scheiding van kerk en staat, te analyseren en met elkaar in dialoog te treden, eerder dan elkaar te gaan demoniseren. Helaas gebeurt dit momenteel niet, integendeel zelfs.
Illustratief voor deze zorgwekkende evolutie zijn de eerder deze week verschenen opiniestukken van Dirk Verhofstadt en Tessa Vermeiren waarin ze van leer trekken tegen de socialisten. Zij menen de enigen te zijn die een progressieve visie op mens en maatschappij uitdragen en dulden geen tegenspraak hieromtrent. Dirk Verhofstadt, kernlid van denktank Liberales en apologeet van de Enige Seculiere Waarheid, schildert de socialistische mandatarissen af als politieke opportunisten die het vrijzinnig gedachtegoed verkwanselen door een schaamteloze knieval voor de musulman. Waarschijnlijk wil hij zichzelf zo kunnen profileren als de redder van de vrijzinnigheid. Ook Tessa Vermeiren gaat wel zeer kort door de bocht. Zij meent dat de socialisten hun geloofwaardigheid hebben verloren nu ze hun visie op diversiteit hebben aangepast en laat uitschijnen dat verworvenheden als abortus, euthanasie, gelijkheid tussen man en vrouw, homohuwelijk en -adoptie hierdoor allemaal op de helling komen te staan. De ratio is ver te zoeken in deze gevolgtrekking. Dat socialistische politici van gedacht kunnen veranderen als uit nieuwe feiten blijkt dat hun oorspronkelijke analyse niet geheel correct was en dat zij hun handelen aanpassen aan deze nieuwe inzichten, wordt door geen van beiden als mogelijkheid overwogen.
Is er inderdaad sprake van electoraal opportunisme? Wellicht wel. Weliswaar electoraal opportunisme van onze liberale adepten, maar kom, opportunisme is opportunisme. Peilingen zijn relatief, zeker, maar als je kijkt naar de laatste cijfers, moet je toch constateren dat het er niet goed uitziet voor de liberalen. Dus alle manieren om stemmen van de socialisten af te snoepen zijn bruikbaar. Zo ook het afschilderen van socialisten als ‘slechte’ vrijzinnigen en het verkopen van het liberalisme als enige politieke alternatief voor ‘echte’ vrijzinnigen.
Nog meer ambiance op de politieke foor. Ook de nationaalliberalen van N-VA laten zich niet onbetuigd. Electoraal opportunisme? Ze flipfloppen er in ieder geval flink op los. Begin deze maand besloot minister van bestuurszaken Geert Bourgeois nog dat hij geen noodzaak zag regelgevend op te treden. Hij verwees hierbij naar het gemeentedecreet, dat erin voorziet dat de gemeenten zelf bevoegd zijn voor de rechtspositieregeling van de gemeentelijke ambtenaren en voor het bepalen van een deontologische code. Maar als volleerde windhaantjes trachten de leden van het N-VA-partijbestuur nu te scoren door- oh plotsklaps – van gedacht te veranderen. Geraakt de bal niet in de ene goal, dan rolt hij wellicht in de andere goal. De Vlaming kent toch niets van voetbal, zo redeneert men daar blijkbaar.
Toch nog even het argument onder de loep leggen dat Verhofstadt aanhaalt om het Gentse verbod te verdedigen. Vreemd genoeg voor een vrijzinnige is zijn argument een geloofsargument. “We geloven in een seculiere staat waarin mensen niet onderworpen zijn aan goddelijke bepalingen.” Bizar. Vervolgens geeft hij een argument dat, zelfs al zou blijken dat dit niet het geval is, hem verdacht veel op een islamofoob doet lijken. “Vrouwen met een hoofddoek aan het loket zijn het begin van een dijkbreuk.” Dus niet de keppeltjesdragers, niet de liefhebbers van heilige kommuniekruisjes en niet de metalminnende ambtenaren met hun obligate t-shirts met omgekeerde pentagrammen. Nee, vrouwen met een hoofddoek. Het openen van de doos van Pandora is niets in vergelijking met wat vrouwen met een hoofddoek aan het loket teweeg kunnen brengen.
Nu, het valt moeilijk te ontkennen dat salafisten en Moslimbroeders de hoofddoek zien als een bevestiging van de vrouwelijke ondergeschiktheid aan de man. We moeten daar niet onnozel over doen. Het protest van Amina in Tunesië en dat van Riham Said in Egypte vallen dan ook volledig te begrijpen. Maar dat neemt niet weg dat er aan de in België gedragen hoofddoek een aantal andere connotaties vastkleven die, al dan niet vanuit het standpunt van de moslimvrouw bekeken, helemaal niet zo negatief zijn. Wat met de hoofddoek als geuzenteken? Je moet het maar meemaken dat er je ganse leven op jou wordt neergekeken omdat je niet tot de dominante groep behoort. Begrijpelijk dat je dan je anders zijn juist gaat accentueren. Wat met de hoofddoek als teken van de verwerping van het door de media zo dwingend opgelegde schoonheidsideaal? Op dat moment is de hoofddoek het equivalent van een opgestoken middenvinger. En wat met de hoofddoek bij een vrouw die behandeld wordt voor kanker? Staat deze dan niet symbool voor de vechtlust om deze ziekte te overwinnen?
Zo gaat dat nu eenmaal met tekens. Je kan deze niet loskoppelen van de context waarin ze gebruikt worden. De betekenislagen zijn niet eenduidig. Juist door deze betekenislagen te doorgronden en te kaderen binnen tijd en ruimte, kan je zicht krijgen op de eerder aangehaalde psychologische, sociale, familiale, religieuze, economische en politieke verschuivingen die leiden tot radicalisme. Juist door het verwerven van inzichtelijke kennis hierrond zal je betere beslissingen kunnen nemen om radicalisering een halt toe te roepen.
Het is maar de vraag wie überhaupt gebaat is bij het zich ontwikkelende schisma binnen de vrijzinnigheid. Volgens mij niet de georganiseerde vrijzinnigheid zelf, want dit soort loopgravenoorlog lijkt me schadelijk voor de vrijzinnigheid in zijn geheel. Ik zie ook niet in hoe dit steekspel een verdere radicalisering bij andere geloofsgroepen kan tegenhouden. Integendeel, het is alleen maar olie op het vuur van de radicalisering. Bilal Beryaich stelt het duidelijk. “Maatschappelijke ontwikkelingen bepalen mee de ontwikkeling van mensen. Als jongeren vervreemden van de samenleving, dan ligt het probleem niet louter bij de jongeren en hun directe omgeving. Het zegt ook wat over de samenleving. Om het cru uit te drukken: elke samenleving krijgt de radicalen die het verdient.”
Tom Cools